Ook Waalse boeren voelen impact van oorlog in Oekraïne
Na twee jaar pandemie heeft de Waalse Landbouwfederatie FWA woensdag haar traditie hervat door haar jaarlijkse algemene vergadering te houden in Gembloux, in aanwezigheid van enkele honderden leden en verscheidene federale en gewestelijke ministers. De oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan voor de landbouwwereld was er gespreksonderwerp nummer 1.
Oekraïne, dat vaak de "graanschuur van Europa" wordt genoemd, exporteerde 12 procent van de tarwe, 15 procent van de maïs en 50 procent van de zonnebloemolie van de wereld voordat Rusland binnenviel. Ook Rusland en Wit-Rusland zijn spelers in de productie van meststoffen, grondstoffen en koolwaterstoffen. Door de oorlog in Oekraïne bereiken de kosten van grondstoffen ongeziene hoogtes. Daar blijven ook de Waalse landbouwers, die de laatste jaren de ene na de andere crisis te verwerken kregen, niet van gespaard.
"Het verhaal van Rusland is eigenlijk heel verrassend. Het land staat economisch zwak, maar tegelijkertijd hebben de sancties een enorme invloed op de internationale economie. Dit is te wijten aan het feit dat dit land een belangrijke rol speelt op de wereldmarkten voor grondstoffen, granen en meststoffen”, verklaart econoom Jean-Philippe Platteau, die gevraagd werd de economische gevolgen van het conflict in kaart te brengen. "De oorlog in Oekraïne komt bovenop de reeds gespannen metaal-, energie- en voedselmarkten sinds het sterke economische herstel na de coronacrisis. Dit is een dubbele schok. De prijzen van meststoffen waren bijvoorbeeld al verdrievoudigd vóór de Russische invasie.”
Op vandaag is er geen reden tot bezorgdheid over de voedselsoevereiniteit van de Europese Unie. Toch gaan er in landbouwkringen stemmen op om de uitvoering van de milieu- en klimaatdoelstellingen van de EU in het nieuwe GLB en de Europese Green Deal, niet ten koste te laten gaan van de landbouwproductie. Voor Oliver Sitar, van DG Agri van de Europese Commissie, kunnen beide hand in hand gaan. "Het grootste gevaar op de middellange en lange termijn is de klimaatverandering. Dit belet ons echter niet om aandacht te schenken aan de noden van de huidige situatie en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de landbouw van de toekomst in Europa milieuvriendelijker is", aldus de Europese ambtenaar.
FWA gaf ook het woord aan Maria Didukh, directeur van het Oekraïense Nationale Agrarische Forum. Live vanuit Kiev legde zij de enorme moeilijkheden uit van de Oekraïense boeren, voor wie de tekorten zich opstapelen (brandstof, zaaizaden, meststoffen, diergeneesmiddelen, enz.). Bovendien hebben ze met immense logistieke moeilijkheden te kampen en oefenen ze hun landbouwactiviteiten ’s nachts uit, terwijl ze overdag voor hun land blijven vechten. "Ondanks de oorlog en de moeilijke weersomstandigheden is het plantseizoen in Oekraïne aan de gang. Ongeveer 70 procent van de landbouwgrond moet zaaiklaar zijn. Helaas is de rest ofwel ingenomen of ontoegankelijk”, zei Maria Didukh.
Verzuchtingen
Traditioneel grijpt FWA de algemene vergadering ook aan om de aanwezige ministers, David Clarinval (Landbouw) voor de federale regering, Willy Borsus (Landbouw) en Philippe Henry (Klimaat en Energie) voor Wallonië, te wijzen op de verschillende grieven van de landbouwwereld. De secretaris-generaal, José Renard, noemde enkele van de "uitdagingen" waarmee de landbouwwereld wordt geconfronteerd, zoals de moeilijkheden die zich voordoen bij het verkrijgen van bepaalde vergunningen of de regulering van everzwijnpopulaties, die nog steeds te talrijk worden geacht gezien de schade die aan gewassen wordt toegebracht.
FWA was, net als Fugea, de andere Waalse landbouworganisatie, ook bezorgd over een voorstel van de Europese Commissie om de Europese richtlijn inzake industriële emissies te herzien en uit te breiden tot de veeteeltsector. Alle rundvee-, varkens- en pluimveebedrijven met meer dan 150 grootvee-eenheden zouden onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen.
"Concreet gaat het om een kudde van 105 koeien en bijhorend jongvee, wat nog steeds in het Waalse gemiddelde ligt. Of 10.714 leghennen, 500 braadkippen, 300 zeugen of 500 vleesvarkens. Met dergelijke drempels zullen veel familiebedrijven en bedrijven die zijn begonnen met diversificatie worden benadeeld omdat ze door de Commissie als agro-industriële bedrijven zullen worden bestempeld. Dat is schokkend en voor een meerderheid van de landbouwers een reden tot verontwaardiging", aldus José Renard, die de beleidsmakers opriep "wat meer gezond verstand aan de dag te leggen".
Raadpleeg het volledige jaarverslag van FWA.
Bron: Eigen verslaggeving / Belga
