Wereldwijde landbouwsteun breekt record: "Te veel steun naar vervuilers"
Overheden gaven wereldwijd meer landbouwsteun dan ooit tevoren. Dat berekende de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling OESO. De periode 2020-2022 was goed voor een recordbedrag van 851 miljard dollar aan de agrovoedingssector. Deze steunmaatregelen zijn bedoeld om consumenten en producenten te beschermen tegen wereldwijde crises en inflatie. Volgens OESO werken de huidige maatregelen marktverstorend en belonen ze te vaak milieuonvriendelijke productie.
OESO berekende de totale landbouwsteun van in totaal 54 landen. Hiermee kwamen ze uit op een bedrag dat bijna 2,5 keer zo hoog ligt als twee decennia geleden. China kent de meeste landbouwsubsidies toe. Zij staan in voor 36 procent van het wereldwijde cijfer. India, de Verenigde Staten en de Europese Unie volgen met respectievelijk 15 procent, 14 procent en 13 procent. De steun omvat zowel subsidies aan landbouwers als prijskortingen voor consumenten.
0
aandeel van China in de wereldwijde landbouwsteun
0
aandeel van India in de wereldwijde landbouwsteun
0
aandeel van de VS in de wereldwijde landbouwsteun
0
aandeel van de EU in de wereldwijde landbouwsteun
Efficiëntie voorop, klimaat achteruit
Deze hoge bedragen zijn problematisch, vindt OESO. De organisatie gelooft dat deze wedloop aan overheidssteun de internationale markten verstoort. Bovendien hanteren vele landen een regelgeving die bedrijven vooral belonen op basis van hun productie, zonder te kijken naar hun ecologische voetafdruk. Efficiëntie wordt dus voorop gezet aan het milieu of dierenwelzijn.
“Hervormingen zijn nodig om ervoor te zorgen dat overheidssteun voor de landbouw en andere sectoren ons niet verhindert om onze wereldwijde klimaatdoelstellingen te halen.", zegt Mathias Cormann, secretaris-generaal van de OESO, die ook benadrukt dat de huidige subsidiesystemen een ongelijk economisch speelveld creëren.
Verduurzaming te duur voor meeste melkveehouders
30 oktober 2023“Middelen niet correct verdeeld”
Weg dus met subsidies aan de landbouw? Dat wil OESO ook niet gezegd hebben. Het rapport erkent dat de landbouwproductie wereldwijd onder druk staat door klimaatverandering, met zware droogtes, temperatuurpieken en even verwoestende regenval. Hier en daar zijn er regio’s die dankzij klimaatverandering kunnen profiteren van langere groeiperiodes, maar dat zijn slechts uitzonderingen. Voor de meeste boeren is het veranderende klimaat een slechte zaak.
OESO vindt dat de boeren hierin geholpen moeten worden, maar volgens de organisatie worden de middelen niet altijd correct verdeeld. “Hoewel de totale landbouwsteun is toegenomen, is het aandeel voor innovatie, bioveiligheid en infrastructuur gedaald tot 12,5 procent van de totale steun in 2020-2022”, meldt OESO. “Twee decennia eerder was dat 16 procent. Nochtans is steun op deze vlakken essentieel om producenten te helpen zich aan te passen aan nieuwe en ongunstigere klimaatomstandigheden en om duurzame voedselproductie te ondersteunen.”
Wij vragen overheden om enerzijds in te zetten op een veerkrachtige landbouw en anderzijds op bescherming van milieu en klimaat
Klimaat en voedselzekerheid
OESO vraagt overheden dus om enerzijds in te zetten op een veerkrachtige landbouw, en om anderzijds in te zetten op bescherming van het milieu en het klimaat. Tegelijk mag men de voedselveiligheid en -betaalbaarheid niet uit het oog verliezen. Er zijn steeds meer mensen op de planeet en ze moeten allemaal gevoed worden.
Concreet vraagt OESO de geleidelijke afschaffing van maatregelen die de omvorming naar duurzame landbouwsystemen in de weg staan. Anderzijds moet er meer geld zijn voor duurzame landbouw. Verder vraagt OESO aan overheden om het ondernemingsrisico bij landbouwers te verminderen door hen steeds goed te begeleiden, en hen bij te staan bij bijvoorbeeld natuurrampen. Tot slot moeten boeren gestimuleerd om maatregelen te nemen voor het algemeen belang, door hen bijvoorbeeld te belonen wanneer ze naast voedselproductie ook aan natuurbeheer doen.
Bron: Eigen berichtgeving
