Nieuw Brits landbouwbeleid focust op publieke diensten

Nu het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie van 31 januari nakend is, is het voor de Britse boeren afwachten welke nieuwe richting het landbouwbeleid zal uitgaan. Voorstellen van de Britse regering wijzen erop dat de inkomenssteun sterk zal gekoppeld worden aan maatregelen op vlak van klimaat, het ecosysteem en andere publieke diensten. “Dit wordt een agrarische revolutie”, voorspelt Dieter Helm, econoom aan de Universiteit van Oxford.
29 januari 2020  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:53
Lees meer over:

Nu het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie van 31 januari nakend is, is het voor de Britse boeren afwachten welke nieuwe richting het landbouwbeleid zal uitgaan. Voorstellen van de Britse regering wijzen erop dat de inkomenssteun sterk zal gekoppeld worden aan maatregelen op vlak van klimaat, het ecosysteem en andere publieke diensten. “Dit wordt een agrarische revolutie”, voorspelt Dieter Helm, econoom aan de Universiteit van Oxford.

Het landbouwbeleid in de Europese lidstaten wordt voor het grootste deel op Europees niveau bepaald. Nu de brexit bijna een feit is, zal dit voor heel wat Britse boeren grote veranderingen met zich meebrengen. Zo komt er een einde aan de Europese inkomenssteun en moet het Verenigd Koninkrijk een eigen subsidiesysteem uitwerken om de drie miljard pond die jaarlijks voorzien is voor de landbouwsector, te verdelen. Half januari stelde de Britse regering het nieuwe kader voor aan het Parlement. Er wordt verwacht dat het over een paar maanden omgezet wordt in wetgeving.

In dat nieuwe systeem zullen landbouwers enkel nog steun krijgen voor publieke diensten zoals het vastleggen van koolstof in de bodem of in bomen, het aanplanten van bloemenstroken voor bestuivers en het verbeteren van de toegang tot het platteland voor het publiek. Om deze overgang beter verteerbaar te maken, zal directe inkomenssteun over een periode van zeven jaar uitgefaseerd worden met ingang van 2021. De betalingen voor milieudiensten zullen eerst uitgetest worden in pilootprojecten.

Vanuit milieuhoek wordt positief gereageerd op deze voorstellen. “Na de vernielingen en de honger van de Tweede Wereldoorlog werden landbouwers beschermd tegen buitenlandse concurrentie door het invoeren van Europese importtarieven, terwijl subsidies een boost gaven aan de productie. Er werd louter gefocust op productie en het milieu werd uit het oog verloren”, zegt Ian Bateman, milieu-economist aan de Universiteit van Exeter. “Steeds meer grond werd in productie genomen, hagen werden verwijderd en erosie deed zijn intrede. Overmatig gebruik van bemesting en pesticiden vervuilde lucht en water. En bestuivers en andere dieren verloren hun habitat.”

Volgens Bateman was er niet alleen de milieukost van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Rond 1990 werd 80 procent van het Europese budget besteed aan landbouwsubsidies. En zelfs vandaag is de 59 miljard euro die aan het landbouwbeleid wordt besteed, goed voor 40 procent van het totale EU-budget.

Het budget dat is voorzien om Britse landbouwers te ondersteunen, blijft hetzelfde bedrag als de boeren vandaag onder het Europees landbouwbeleid ontvangen. Het gaat om drie miljard pond, omgerekend 3,55 miljard euro, per jaar. Een nieuw op te richten departement, dat de bevoegdheden milieu, voeding en platteland samenbrengt, moet de besteding van dat bedrag in goede banen leiden.

Vandaag zijn rundvee- en schapenhouderijen sterker afhankelijk van subsidies dan melkvee- of akkerbouwbedrijven. Wanneer de steun voor deze eerste twee sectoren verdwijnt, bestaat echter de kans dat hele regio’s verlaten zullen worden, denk maar aan Schotland. Economist Dieter Helm ziet op dat vlak wel overlevingskansen voor zo’n regio’s wanneer boeren inkomenssteun krijgen voor het opslaan van koolstof in de bodem door het planten van bomen of het herstellen van veengebieden. Ook het restaureren van gebouwen met erfgoedwaarde of het verbeteren van landschappen kan een extra inkomen bieden, terwijl ook het toerisme in de regio een boost krijgt.

Inkomenssteun kan landbouwers helpen om zich aan te passen aan de klimaatverandering of om hun milieu-impact te verminderen. Een voorbeeld die de professor in dat kader noemt, is investeringssteun voor materiaal dat zorgt dat mest meteen in de bodem wordt geïnjecteerd. “Op die manier wordt enerzijds luchtvervuiling tegengaan en anderzijds vermindert ook de nood aan kunstmest”, klinkt het. Het onmiddellijk inwerken van dierlijke mest is trouwens een praktijk die in Vlaanderen trouwens al langer verplicht is.

Vandaag wordt ongeveer één achtste van alle inkomenssteun aan landbouwbedrijven in het Verenigd Koninkrijk uitbetaald voor milieuvriendelijke maatregelen, zoals het onderhoud van hagen en andere landschapselementen. In het nieuwe beleid zal dat aandeel duidelijk vergroten. Het is in elk geval de bedoeling van de overheid om meer op maat gemaakte regels uit te werken per regio, om op die manier de positieve impact op het milieu te maximaliseren.

Eén van de ideeën die naar voor wordt geschoven, is het idee om biedingen te organiseren voor boeren waarbij ze overheidscontracten kunnen binnenhalen voor het leveren van die publieke diensten. Ze willen dat doen naar analogie met watermaatschappijen die in het verleden al contracten afsloten met landbouwers om in ruil voor een vergoeding minder te bemesten en minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Dit kan de kostprijs voor de behandeling van water immers aanzienlijk verminderen. “De impact van deze maatregel is nu al groot”, zegt milieu-economist Ian Bateman.

Professor Landbouweconomie aan de Newcastle University David Harvey wijst erop dat er socio-economische modellen zullen moeten ontwikkeld worden om de impact van deze beleidsbeslissingen op landbouwers en plattelandsgemeenschappen te meten. “Er blijft nog veel onbeslist. Zullen landbouwers enkel steun krijgen wanneer duidelijk aangetoond kan worden dat de lucht- en waterkwaliteit verbetert? En in welke tijdspanne? Wie gaat dat meten?”, vraagt Harvey zich af. Vandaag zijn er volgens experten nog meer vragen dan antwoorden.

Vanuit de landbouworganisaties wordt er met de nodige argwaan gekeken naar deze voorstellen. Zo wil de National Farmers Union, de grootste landbouworganisatie in het land, dat er meer nadruk wordt gelegd op de ondersteuning van de voedselproductie. De organisatie vindt dat een robuust uitgangspunt dat gebruikt moet worden bij het ontwerpen van een Brits landbouwbeleid. Ian Bateman vreest dan weer dat de voorstellen opnieuw zullen verglijden in een beleid dat mikt op private winst en niet op milieuwinst.

De voorstellen die nu voorliggen, zullen enkel van toepassing zijn in Engeland, want er is afgesproken dat Wales, Schotland en Noord-Ierland hun eigen landbouwbeleid mogen uitstippelen. Professor Dieter Helm verwacht evenwel dat deze regio’s dezelfde richting zullen uitgaan als de Engelse voorstellen.

Bron: Sciencemag.org

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek