Nederlandse wetenschappers lanceren tool om 'methaanhotspots' te lokaliseren

Methaanhotspots zijn plaatsen waar grote hoeveelheden methaan vrijkomen. Deze hotspots kunnen ontstaan door natuurlijke processen zoals smeltende permafrost, vulkanen of grote moerassen. Daarnaast zijn vaak kool-, olie- en gaswinningsactiviteiten de belangrijkste oorzaak van methaanhotspots. Door boorputten en mijnen te maken, komt gas vrij uit de ondergrondse lagen. Rusland, de Verenigde Staten en Turkmenistan staan bekend om hun methaanhotspots door lekkages in hun infrastructuur.

Omdat methaan een krachtig broeikasgas is met een sterke opwarmende werking, is het opsporen van methaanhotspots zeer belangrijk in de strijd tegen klimaatverandering. Satellieten zoals die van het Europese Copernicus-programma en het Amerikaanse NASA detecteren deze hotspots en helpen bij het opsporen van lekken.

De ‘Methane Hotspot Explorer’-tool van de Nederlandse wetenschappers visualiseert nu de meest recente grote methaanwolken die door de EU-satellieten worden gedetecteerd. Daarnaast is de tool in staat om onderscheid te maken tussen steenkoolmijnen, olie- en gasvelden en stedelijke gebieden/stortplaatsen. Deze laatste categorie omvat onder meer infrastructuurlekken en afvalstortplaatsen. De app moet zorgen voor meer transparantie omtrent methaanhotspots. Naast emissies van bekende locaties kan de app ook zeldzame gebeurtenissen detecteren, zoals de grote methaanuitstoot van de vulkaan Mount Fentale in Ethiopië op 31 januari.

De werking van de app combineert satellietgegevens met innovatieve machine learning-technieken die getraind zijn om methaanpluimen te detecteren. Toch wordt elke detectie ook nog door een menselijke expert geverifieerd. "Het ontwikkelen van de instrumentatie en methoden om methaanwolken te detecteren, is slechts de eerste stap in het verminderen van emissies", zegt Bram Maasakkers van het SRON. "De lancering van de Methane Explorer is een cruciale volgende stap die zorgt voor transparantie over grote emissies wereldwijd, voor beleidsmakers en het brede publiek."