Nederlandse kippenboeren krijgen in beroep ongelijk in fipronilzaak

De Nederlandse overheid heeft niet onrechtmatig gehandeld in de zogeheten fipronilaffaire van 2017 en is dan ook niet aansprakelijk voor de financiële schade van kippenboeren. Tot die conclusie is het gerechtshof, of het zogenaamde "hof van beroep", in Den Haag gekomen. Het hof heeft alle eisen van meer dan 100 pluimveehouders en sectororganisatie LTO afgewezen.

2 maart 2021  – Laatste update 2 maart 2021 12:52

Veel eieren van Nederlandse kippen bleken destijds een kleine hoeveelheid van de chemische stof fipronil, die gebruikt wordt in diergeneesmiddelen voor de bestrijding van vlooien, teken en mijten in katten en honden, te bevatten. Toen dat - eerst in België - uitkwam, belandde de sector in een diepe crisis. Supermarkten moesten massaal eieren uit de schappen halen en pluimveebedrijven gingen op slot. De stof bleek in een middel te zitten dat twee ondernemers uit Barneveld op grote schaal in stallen hadden gespoten om bloedluis te bestrijden.

Fipronil is in hoge concentraties schadelijk voor de gezondheid. Daarom mag het boven bepaalde concentraties niet in voedsel belanden. De stof bleek ook nog lang in het lijf van kippen te blijven zitten. Uiteindelijk zagen veel pluimveehouders zich genoodzaakt hun dieren te laten doden.

De eisers in de rechtszaak menen dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) veel eerder had moeten ingrijpen en de sector had moeten waarschuwen. In navolging van de rechtbank van eerste aanleg is het hof dat niet met hen eens. "De NVWA is er niet om de economische belangen van pluimveehouders te dienen", oordelen de rechters. "De pluimveehouders zijn zelf primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van de door hen geproduceerde eieren."

De pluimveehouders zijn zelf primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van de door hen geproduceerde eieren

Hof van beroep Den Haag

Bij de NVWA waren eind 2016 al signalen binnengekomen over het bedrijf ChickFriend, dat het bestrijdingsmiddel met fipronil gebruikte. De toezichthouder begon een strafrechtelijk onderzoek, zonder alarm te slaan. "Die weg was langzamer dan de bestuursrechtelijke weg", stelt het hof vast. De rechters in beroep concluderen dat de NVWA het op deze manier mocht aanpakken, omdat de overschrijding van de wettelijke norm "op zichzelf niet betekent dat er een acuut gevaar was voor de volksgezondheid".

Fipronil is weliswaar giftig, maar de concentratie die wettelijk in levensmiddelen terecht mag komen, ligt veel lager dan de concentratie waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat die schadelijk is. Daarom hoefde de NVWA ChickFriend niet direct stil te leggen.

"Deze uitspraak is heel teleurstellend", reageert Kees de Jong, voorzitter Pluimveehouderij bij LTO. "Het is voor ons belangrijk om erop te kunnen vertrouwen dat onze toezichthouder in actie komt als daar reden toe is", zegt hij. "Tegelijkertijd willen veel pluimveehouders dit boek nu voor eens en altijd sluiten."

De rechtbank in Arnhem heeft vorig jaar al in een civiele zaak bepaald dat de bloedluisbestrijders aansprakelijk zijn voor de financiële schade. Verdachten Mathijs IJ. en Martin van de B. worden ook strafrechtelijk vervolgd voor het in gevaar brengen van de volksgezondheid. Het duo moet volgende week woensdag voor de rechter in Zwolle verschijnen.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek