"Met dioxine vervuilde partij maïs was getest"

"De met dioxines besmette biologische maïs is voor het transport uit Oekraïne vertrok door een Nederlands labo getest. Het staal voldeed daarbij aan de norm voor dioxine", klinkt het bij TrusQ. Tot dusver lijken de resultaten van Duitse labo's mee te vallen. Van de 19 biologische pluimveebedrijven in de deelstaat Nedersaksen die vorige week werden gesloten, zijn de meeste inmiddels weer vrijgegeven. 

De zaak kwam aan het licht nadat in Duitsland dioxine in eieren werd gevonden, veroorzaakt door voeder van de Nederlandse voederfabrikant ForFarmers. Het met dioxine vervuild veevoeder blijkt in Nederland en in nagenoeg de hele Bondsrepubliek afgezet te zijn. In totaal is het in negen Duitse deelstaten terechtgekomen. In een enkel geval zijn naast biologische leghennenhouders ook varkenshouders en geitenhouders getroffen.

De partij biologische maïs uit Oekraïne die vervuild bleek met dioxine is eind november of begin december van vorig jaar in Rotterdam aangekomen. Vervolgens is de maïs in januari verwerkt tot veevoeder. De partij is na aankomst in Nederland niet meer getest. ”Grondstoffen worden steekproefsgewijs getest. Deze partij is buiten de steekproef gebleven”, aldus Van Rossem. De partij is wel visueel onderzocht voordat het in de Rotterdamse haven werd overgeladen in binnenvaartschepen om naar de voederproducenten te gaan.

Hoe het mogelijk is dat de besmetting nu pas aan het licht komt, is onduidelijk. ”Er is in Oekraïne al een monster genomen en getest door een Nederlands laboratorium. Toen was er niets aan de hand”, zegt Francine Van Rossem, directeur van TrusQ, een samenwerkingsverband van Belgische en Nederlandse veevoederfabrikanten voor voedselveiligheid. “Pas toen in Duitsland dioxine werd aangetroffen in eieren is duidelijk geworden dat dit kwam door het voeder. Op 3 mei wisten we dat het kwam door een verhoogd dioxine-gehalte in de partij maïs.”

In Nederland hebben acht voederbedrijven deze mais verwerkt tot veevoeder en meer dan vijftig biologische pluimveebedrijven hebben het voeder ontvangen. ”Het besmette veevoeder is in januari geleverd, dus naar verwachting is alles al op”, zegt Van Rossem. De pluimveebedrijven zijn wel verzegeld. De besmetting kan zich verder uitstrekken in de tijd want een kip kan tot zestig dagen na het binnenkrijgen van de contaminatie nog dioxine uitscheiden.

Of de mais ook is verwerkt in voeder voor andere dieren is nog niet te zeggen. Van Rossem verwacht niet dat dit tot problemen zal leiden. ”Biologisch pluimveevoeder bestaat vaak voor 30 tot 40 procent uit biologische maïs, hierdoor is de kans groter dat een probleem bij deze voedersoort eerder zichtbaar wordt”.

De eieren van de verzegelde bedrijven worden door RIKILT, een onafhankelijk Nederlands instituut voor voedselveiligheid, onderzocht op dioxine. TrusQ heeft ook zelf een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de besmetting. “Het is nu nog gissen naar de oorzaak. Misschien is het ruim van het schip met de verkeerde verf geschilderd of is er olie gelekt. Maar het kan ook een heel andere oorzaak hebben”.

Supermarktbranche CBL zegt dat er op dit moment geen maatregelen worden getroffen. Gevaar voor de volksgezondheid is er volgens Van Rossem niet. ”Dan waren de eieren al lang uit de schappen gehaald". In Duitsland zijn uit voorzorg wél biologische eieren uit de winkelrekken gehaald. Van Rossem vermoedt dat dit te maken heeft met een imagoactie van de supermarkten.

Volgens de Duitse autoriteiten bestaat er geen direct gevaar voor de volksgezondheid. Desondanks is sprake van een verbod op verkoop van eieren en vlees van bedrijven die het voeder hebben gebruikt. De resultaten van door Duitse laboratoria genomen proeven van de eieren lijken tot dusver mee te vallen. Van de negentien biologische pluimveebedrijven in de deelstaat Nedersaksen die vorige week werden gesloten, zijn veruit de meeste inmiddels weer vrijgegeven. Twee pluimveebedrijven zijn nog geblokkeerd.