Merchtemse schapenboer verliest 80 dieren

Het aantal schapen dat besmet wordt met het blauwtongvirus is voor het eerst in het Pajottenland lichtjes gedaald. Dat blijkt uit cijfers van het Voedselagentschap. Het gevreesde virus roeide de voorbije zomer bijna een kwart van de schapenpopulatie uit. Nu het grootste gevaar geweken lijkt, maken de boeren een eerste trieste balans op. Schapenboer Jan Van de Perre uit Merchtem verloor tachtig dieren aan de ziekte en is een van de zwaarst getroffen veehouders uit de regio. "Het was een lastige zomer, maar ik geef niet op", vertelt de veehouder.

Boer Jan Van de Perre runt een gemengd landbouwbedrijf met runderen en schapen. Jan selecteerde in het voorjaar 150 kweekooien. Vijftig van die dieren overleefden de zomer niet als gevolg van blauwtong. Daarnaast verloor de man ook nog eens dertig lammetjes. De gemiddelde waarde van een schaap of lam wordt geschat op 125 euro. "Alles samen heb ik voor 10.000 euro aan dieren verloren door het virus", zegt Jan Van de Perre.

"Een derde van mijn dieren ben ik kwijt. Maar het totale verlies loopt veel hoger op. Los van alle ellende die de dode dieren veroorzaken, heb ik deze zomer ook nog een flinke factuur aan veterinaire kosten mogen betalen. En het is nog lang niet zeker dat ik het laatste kadaver geteld heb", vervolgt Jan. "Maar ik denk voorlopig niet aan stoppen. Opgeven, dat staat niet in mijn woordenboek. Toch hoop ik dat de medische wereld een vaccin op de markt kan brengen. Zoniet wordt het in de toekomst zeer moeilijk om een schapenbedrijf enigszins rendabel te houden".

De schapenboer vreest dat er volgend jaar een tekort aan lamsvlees dreigt te ontstaan. "Dit jaar hebben we nog heel wat lammetjes kunnen houden", vervolgt de man. "Maar door de sterfte van honderden kweekooien, zullen er volgend voorjaar veel minder lammetjes worden geboren. En kweekooien die het virus alsnog overleefden, dreigen onvruchtbaar te zijn. Het grensgebied tussen Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen, bleek het hardst getroffen. Maar ik heb vernomen dat het virus nu ook toeslaat in de Ardennen en aan de kust".

Bij het Voedselagentschap geeft men toe dat het aantal meldingen van blauwtong aan het stabiliseren en op sommige plaatsen zelfs lichtjes aan het dalen is. Maar dat betekent nog niet dat het ergste leed is geleden. De Culicoïdes-mug die het virus overdraagt, wordt pas vernietigd als de temperaturen gedurende een tiental dagen onder de 10 graden zakken. Als de mug een schaap prikt, kan het dertien tot vijftien dagen duren vooraleer de besmetting zichtbaar wordt.(MP)