Reportage

Melkveehouder ziet ruwvoeropbrengst verder in gevaar komen door mestuitrijverbod

Reportage

Het gras groeit als kool, maar vanaf donderdag mag melkveehouder Bart Jochems uit Vlimmeren niet langer bemesten. “Dat is enorm jammer en onbegrijpelijk. De groeiomstandigheden zijn uitstekend en zonder bemesting daalt de voederwaarde sterk”, reageert hij op de beslissing van VLM om het bemestingsseizoen niet te verlengen. Doordat hij het graslandpotentieel naar eigen zeggen niet volledig kan benutten, komt zijn ruwvoeropbrengst verder in gevaar. Door het natte voorjaar verwacht hij aanzienlijk minder maïs. Begin deze week gingen hij en zijn collega-landbouwers voor een laatste keer het land op met de mestinjecteur.

14 augustus 2024 Jerom Rozendaal
Lees meer over:
Bart Jochems rijdt mest klein

Het is een drukte van jewelste op en rond het melkveebedrijf van Bart Jochems in Vlimmeren. Laat in de avond begin deze week is het laatste grasperceel gemaaid om de volgende ochtend te kunnen bemesten. Tegenover het melkveebedrijf werkt een collega-veehouder aan het afdekken van een graskuil, terwijl op de dorpsweg tractoren met opleggers op- en afrijden met hooibalen. “Dit zijn de laatste dagen dat er mest uitgereden kan worden. Donderdag, op 15 augustus, stopt het. Veehouders over heel Vlaanderen werken dezer dagen dag en nacht”, verklaart Sander Hoogstijns, adviseur melkveehouderij bij Boerenbond, de drukte.

Wanneer de vrijdagse VILT-nieuwsbrief de deur uitgaat, zit het mestseizoen er dus op. Landbouworganisaties hadden de VLM gevraagd om de deadline voor het uitrijden van drijfmestmest (type 2 mest) over gras van 15 augustus met twee weken te verlengen. Zonder succes. Waar de Nederlandse regering haar boeren uitstel bood tot 15 september en ook Wallonië standaard bemesting toelaat tot 15 september, hield Vlaanderen voet bij stuk. “Eeuwige zonde en ik begrijp er ook niets van. Het gras groeit enorm goed en heeft mest nodig als voedingsstoffen”, vertelt Jochems.

Graspotentieel

Ook Hoogstijns, die onder andere de regio Kempen als zijn werkgebied heeft, heeft geen begrip voor de beslissing van de VLM. “Het klimaat verandert. Dit jaar is alles enorm vertraagd, waardoor het graspotentieel nog maar voor twee derde benut is. Bovendien stelt het wetenschappelijk advies dat de VLM zelf gevraagd heeft dat het te verantwoorden is om twee weken langer te bemesten. De overheid zou zich beter baseren op wetenschappelijke feiten dan vast te houden aan kalenderlandbouw.”

Waar de overheid met de deadline de uitspoeling van nutriënten naar de waterlopen wil voorkomen ten bate van het milieu, behaalt ze nu een averechts effect volgens Hoogstijns. “Om het potentieel van het gras nog te benutten, zullen boeren minerale kunstmest moeten inzetten. Dat is slechter voor het milieu en staat bovendien haaks op het streven naar circulaire landbouw.”

Mest uitrijden op grasland
Grasbalen opstapelen

De Boerenbondvertegenwoordiger heeft juist een  bezoekronde langs Kempense melkveebedrijven erop zitten. “Door het natte voorjaar konden ze veel later het land op, hebben de teelten vertraging en hebben ze de bemesting ook moeten uitstellen.”

“Cijfers VLM niet representatief”

Hoogstijns stelt dan ook ernstige vraagtekens bij het stelling van VLM dat er niet veel minder mest is uitgereden dan in voorgaande jaren rond deze periode. “Uit cijfers van de Mestbank blijkt dat er tot eind juli 2024 slechts 1,6 procent minder dierlijke mest werd uitgereden tegenover dezelfde periode in 2023. Het uitrijden is effectief een stuk later gestart dan in andere jaren, toch heeft er zich een inhaalbeweging voorgedaan in de maanden juni en juli, zo blijkt ook uit de cijfers”, liet de overheidsinstelling eerder deze week weten.

De Mestbank-gegevens zijn gebaseerd op burenregelingen en mestafzetdocumenten en gaan hierbij volgens Hoogstijns voorbij aan een zeer belangrijke meststroom. “Het gros van de mestafzet, door de boer over zijn eigen percelen, is niet in deze cijfers opgenomen. Nogal logisch dat het aantal officiële transporten, bijvoorbeeld naar de mestverwerking of akkerpercelen een inhaalbeweging gekend heeft: doordat alles opschoof zijn veehouders ook op zoek moeten gaan naar externe opslag.”

Bart Jochems acht de Mestbankcijfers evenmin representatief en heeft zijn eigen verklaring voor het feit dat het aantal mestritten op het zelfde niveau ligt als vorig jaar ondanks de slechte bemestingsvoorwaarden op het veld. “Door de vele regen kwam al het voorjaarswerk bij elkaar en hebben veehouders een beroep moeten doen op loonwerkers.” Zodoende is ook 2.000 kuub van zijn mest in de officiële cijfers beland. “Door drukte heb ik een loonwerker moeten inschakelen. Iets wat ik anders niet doe omdat wij het zelf kunnen.” 

Wisselvallig grasseizoen

Jochems melkt samen met zijn schoonbroer 280 koeien. Doordat hij over voldoende land beschikt, heeft hij zijn mest volgens het schema van voorgaande jaren kunnen uitrijden. Mestopslagproblemen, die zich bij andere veehouders mogelijk wel kunnen voordoen, voorziet hij dan ook niet. “Maar door de regen en de drassige omstandigheden was het een hele puzzel om de juiste percelen of zelfs delen van percelen te kunnen bemesten en maaien. Sommige percelen hebben we pas de voorbije dagen kunnen maaien.”

Ruwvoer bij Bart Jochems

Hoogstijns constateert dat het grasseizoen in Vlaanderen erg wisselvallig is verlopen. “Op laaggelegen drassige percelen is vaak nog maar één snede gemaaid, terwijl op de hogere percelen al tot vijf of zes keer gemaaid is. In totaal is er misschien wel evenveel gras geoogst als in voorgaande jaren, maar sommige boeren kennen een veel lagere opbrengst met bovendien een lagere kwaliteit.”

Het Vlaamse grasseizoen komt samen op een klein perceel achter het bedrijf van Jochems. De linkerkant van het perceel ligt er groen bij, terwijl de rechterkant bedekt is met verdord gras. “Links hebben we juist de derde snede gemaaid, terwijl we van de rechterkant pas onze eerste snede gehaald hebben. Door de vele regen dit voorjaar was dat gedeelte lange tijd niet begaanbaar”, vertelt de melkveehouder.

“Kalenderlandbouw dwingt boer tot irrationele landbouwpraktijken”

Doordat het gras op de rechterkant van het perceel te lang heeft gestaan, is de voederwaarde zeer beperkt en is een verdere groei gefnuikt. “Het is daarom niet logisch om op dit perceel te bemesten, maar door star vast te houden aan de deadline van 15 augustus voelen veel veehouders zich genoodzaakt mest uit te rijden op soortelijke percelen hoewel ze liever twee weken langer zouden wachten”, vertelt de Kempenaar.

Weiland met gedeelte eerste snede gras, gedeelte derde snede gras

Zelfs een korte verlenging van de deadline voor het uitrijden van mest had de boer naar eigen zeggen kunnen helpen om zijn ruwvoervoorraad op peil te krijgen. “Door het natte voorjaar hebben we tien hectare maïs niet kunnen zaaien en zal de opbrengst van de overige, laat gezaaide percelen lager liggen. Door dit aan te vullen met gras zouden we tekorten in de winter kunnen voorkomen.”

Jochems is een “graslandboer”, een melkveehouder die bovengemiddeld gras toevoegt in het rantsoen. “Wij voeren 2/3de gras en 1/3de maïs. Bij veel boeren ligt deze verhouding omgekeerd.” Hierdoor slaagt de boer erin om veel eiwitten van eigen land te halen. Mede hierdoor heeft zijn bedrijf volgens Arla, waar hij aan levert, een lagere CO2-uitstoot. “Door niet meer te bemesten, daalt het eiwitgehalte van 20 naar 15 procent of lager en zijn we genoodzaakt externe eiwit aan te kopen. Ook dat druist toch in tegen de doelstellingen van de Vlaamse overheid”, besluit de boer.

Reactie van VLM

In een reactie op de in dit artikel aangevoerde argumenten, houdt VLM vast aan de representativiteit van de Mestbankcijfers. Voor de stelling dat er meer beroep zou zijn gedaan op loonwerkers voor eigen mest op eigen grond, vindt de overheidsinstelling geen bewijs. “We zien namelijk geen stijging in de mestafzetdocumenten waarbij de aanbieder en de afnemer dezelfde persoon/bedrijf is. Dat wil zeggen dat ‘eigen mest op eigen grond’ niet meer uitgereden is door erkend mestvoerders dan in 2023."

Tot besluit laat VLM ook nog weten dat er door de boerenorganisaties verlenging is aangevraagd voor type 2 meststoffen op grasland. “Dat is een verlenging die niet wettelijk mogelijk is.” Ze wijst erop dat bepaalde andere meststoffen, zoals stalmest, wel nog na 14 augustus aangebracht mogen worden op grasland.” Voor grasboer Jochems is dat alleszins geen optie. “Bij het maaien zou stalmest dan vermengd worden met het gras, hetgeen natuurlijk slecht is voor de voederwaarde.”

Uitrijregeling mest wordt niet verlengd: “Niet klimaatrobuust en achterhaald”
Uitgelicht
De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) gaat niet in op de vraag van de landbouworganisaties om de uitrijregeling te verlengen. Volgens het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) is de eind...
12 augustus 2024 Lees meer

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek