Maatwerk levert veevoederproducent groei op bij dalende Vlaamse veestapel
ReportageTerwijl de veevoedermarkt in Vlaanderen sterk terugloopt door een dalende veestapel, neemt de productie van veevoeder bij Lambers-Seghers in Dendermonde juist toe. Het bedrijf, dat haar capaciteit momenteel uitbreidt, heeft zich de voorbije jaren meer toegelegd op melkvee. Door de opkomst van de melkrobot, waardoor er steeds meer technische gegevens beschikbaar zijn, slaagt het bedrijf er steeds beter in om bedrijfsgerichte voedersamenstellingen aan de man te brengen. “We merken dat hier steeds meer vraag naar is”, klinkt het.
“In de zomer moeten de dieren ook eten hebben”, verklaart één van de zaakvoerders van het bedrijf, Jill Jacobs (35) het drukke verkeer van bulkvrachtwagens op de productiesite van Lambers-Seghers in Dendermonde. Lambers-Seghers kwam in 1996 door een fusie tot stand en bestaat vandaag uit een graandivisie (Agro Waasland in Sint-Gillis Waas), en twee veevoederdivisies waaronder een kleinere fabriek gevestigd in Linter (Voeders Orsmolen). “Daar produceren we vooral voor vleesveehouders in de regio Limburg”, vertelt Jacobs. Naast veevoer, graanopslag en graaninvoer voor eigen productie is het bedrijf ook actief in meststoffen.
Hoewel het bouwverlof geen collectieve vrije dagen inhoudt voor het 55-koppige personeelsbestand, is de zomerperiode traditioneel wel een rustigere periode. “Door de hogere temperaturen is de voeropname wat minder en ligt het aantal droge koeien hoger dan in andere periodes. Daarnaast grazen meer koeien in de wei. Dit jaar merken we bovendien dat veel biggen verkocht werden voor Spanje en niet opnieuw opgezet worden. Ook dit vertaalt zich in een mindere afzet”, vervolgt Jacobs.
Lage ruwvoederopbrengst verwacht
Zoals de zomertrends rechtstreeks doorsijpelen in de afzet van het bedrijf, zijn deze trends ook op andere domeinen voor de landbouw de spreekwoordelijke kanarie in de koolmijn. “Ontwikkelingen in de veehouderij laten zich dadelijk voelen in de vraag naar veevoeders. Momenteel zijn bijvoorbeeld de slechte ruwvoerverwachtingen zeer actueel”, vertelt Renaat Van Leuven (57), commercieel-technisch verantwoordelijke bij Lambers-Seghers.
Melkveehouders kijken naar hun bestaande ruwvoervoorraad en de verwachte opbrengst van de lopende teelt en passen hierop hun rantsoen aan. “Concreet zie je hierdoor dat de maisgift terugloopt en dat er meer bijproducten zoals bierdraf en perspulp gevoerd wordt”, aldus Van Leuven die ook voorzitter is van Synagra, de sectororganisatie van Belgische graanhandelaren die onder Fegra valt.
Op het gebied van ruwvoerwinning is er volgens Van Leuven nog geen redenen tot paniek. “Het is een feit dat er minder mais ingezaaid is en dat de opbrengst tegen zal vallen. Maar als we een aantal weken mooi weer krijgen, kan de schade in sommige gebieden in Vlaanderen nog voor een deel ingehaald worden. Uiteraard is dit sterk gebiedsafhankelijk. Als er toch een gebrek is, kan de melkveehouder dit deels opvullen met meer gras, iets meer vochtige reststromen uit de voedingsindustrie, en kan de veevoederleverancier het rantsoen optimaliseren met aangepaste syncro’s met extra granen en droge bijproducten."
Accent op melkvee
In navolging op de crisis in de varkenshouderij van enkele jaren geleden is Lambers-Seghers zich meer gaan toespitsen op de melkveehouderij. “Zes jaar geleden was 70 procent van ons veevoer nog bestemd voor de varkenshouderij tegenover 30 procent voor melkvee. Tegenwoordig is dat 50-50”, klinkt het. Mede hierdoor slaagde het veevoederbedrijf haar volume te consolideren, terwijl de veestapel en de veevoerconsumptie in Vlaanderen afnam. Sterker nog, sinds twee jaar heeft het bedrijf de kaap van 150.000 ton per jaar overtroffen waar het lange tijd op 130.000 ton draaide.
Jacobs verklaart de succesvolle opmars onder de melkveehouders vooral door de maatgerichte aanpak van het bedrijf. “Onze technische adviseurs kijken zeer nauwlettend mee bij de prestaties van het melkvee en sturen waar nodig bij in het voerrantsoen. Veel van onze melkvee-klanten krijgen een bedrijfsuniek rantsoen.” Door de opkomst van de melkrobots zijn er ook steeds meer data aanwezig en op basis hiervan kan nog gerichter gestuurd worden in de voeding van het vee.
Door dezelfde aanpak hoopt het bedrijf ook in de toekomst verder te kunnen groeien. Een recente expansie bij melkveehouders in Wallonië biedt daarbij perspectief. Symbolisch voor het vertrouwen in de toekomst is een geplande capaciteitsuitbreiding. “Met 150.000 ton zaten we aan het maximum van onze capaciteit waardoor we onze verkoopinspanningen moesten temperen”, vertelt Jacobs. De uitbreiding, die na de zomer afgerond moet zijn, bestaat onder andere in een nieuwe maal- en menglijn, een perslijn, een macrodosering en een productielijn voor VLOG-voeders. Met deze laatste aanvulling komen ook de voeders voor geiten in het vizier. Geitenhouders leveren hoofdzakelijk VLOG-melk en het voer hiervoor wordt momenteel veelal gekocht in Nederland.
Onderdeel van de uitbreidingsplannen is ook de vergroting van een aanmeerplaats. De veevoederfabriek in Dendermonde ligt aan de Schelde en wekelijks lossen er binnenvaartschepen 750 ton soja op het bedrijf. “Maar dat soort kleine boten verdwijnen steeds meer uit de vaart, bovendien zou de efficiëntie verhoogd worden als we gelijk 1000 ton kunnen lossen”, verklaart Jacobs de plannen.
Onderzoek naar alternatieven voor soja
Over soja gesproken: Jacobs en Van Leuven erkennen dat er veel maatschappelijke discussie is over de klimaatafdruk van ingevoerd sojaschroot. Zelf pleiten ze voor de nodige nuance in deze discussie. Van Leuven: “Sojaschroot heeft een zeer goed aminozuurgehalte en een goede verteerbaarheid voor de koe. Alternatieve eiwitbronnen zijn vaak minder goed verteerbaar waardoor je er meer van moet voeren. Hierdoor is de klimaatwinst met lokale grondstoffenproductie niet altijd gegarandeerd.”
Desondanks lopen er in Dendermonde diverse projecten om soja te vervangen. Zo is men bezig de eiwitten uit restproducten van de voedingsindustrie te isoleren, te drogen en toe te voegen aan het rantsoen. “Dat soort initiatieven staan nog in hun kinderschoenen. De kosten liggen hoog en de baten voor veevoederwinst zijn vooralsnog te beperkt”, aldus Jacobs.
Een ander project is de verwerking van Vlaamse veldbonen. Momenteel worden vier bewerkingen losgelaten op de geoogste vruchten. “Het doel hiervan is om de beste verteerbaarheid te realiseren”, legt Jacobs uit. Bij dit project heeft het bedrijf rechtstreeks contact met de akkerbouwers. Dat is een tweede klantengroep van het bedrijf. Deze akkerbouwers leveren tevens granen aan Agro Waasland in Sint-Gillis Waas. Graan dat wordt gedroogd en naar behoefte wordt afgevoerd naar de fabriek in Dendermonde. Jacobs schat het aandeel “eigen graan” in het eigen veevoer echter maar op zo’n acht procent. De rest wordt ingevoerd uit Wallonië en Frankrijk.
“Slechte graanopbrengst, maar voldoende op voorraad”
Ook in de graandivisie voelen zij de trends en ontwikkelingen aan den lijve. Zo was er na de uitbraak van de Oekraïne-oorlog, waarbij de graanprijzen torenhoog stegen, een exponentiele groei van graan in dat najaar. "Momenteel dreigt er juist een tekort. Door het natte najaar en voorjaar is er aanzienlijk minder graan ingezaaid en verwachten we een mindere kwaliteit", klink het.
De verwachte Vlaamse graanopbrengst wil volgens hen overigens niet zeggen dat de graanprijs wederom naar recordhoogtes zal stijgen. “Er is nog enorm veel Franse graan in voorraad en bovendien kan de productie in andere werelddelen meevallen en de prijs drukken. Prijsvorming is immers een internationaal spel van vraag en aanbod.”
Over de Vlaamse graanteelt en -handel op lange termijn is Van Leuven positief gestemd. “De mestwetgeving wordt steeds strenger en de populariteit van graan als rustgewas kan hierdoor alleen maar toenemen in de toekomst.” Dat wil overigens niet zeggen dat de veevoederbedrijven hiervan proportioneel zullen profiteren. “De prijsconcurrentie van de bio-ethanolindustrie neemt zienderogen toe. Zij kunnen door de hoge energieprijzen ook een hogere prijs voor het graan bieden”, aldus de voorzitter van Synagra. "Vandaag moeten we als veevoedersector inspelen op de best mogelijke valorisatie van de reststromen uit deze industrietak. Maar hoe dan ook zal er de komende jaren een maatschappelijk debat gevoerd moeten worden over de relevantie van het gebruik van granen om energie te produceren."
Ondanks de problemen van de landbouw en de veestapel die onder druk staat, hebben de ondernemers een rotsvast vertrouwen in de toekomst. "De bevolking zal altijd voeding nodig blijven hebben, en om dat te produceren hebben we een efficiënte en voedselveilige landbouw nodig. En dat is net de grootste sterkte van onze Belgische landbouw", klinkt het.
