Biogassector positief over toekomst pocketvergisters
nieuwsIn 2024 bleef de productie van groene stroom door Vlaamse biogasinstallaties vrijwel stabiel op 767 GWh. Daarvan is 6 GWh afkomstig van 58 boerderijvergisters. Het aantal van deze zogenaamde pocketvergisters is al jaren stabiel, maar dat staat volgens Biogas-E niet in verhouding tot de interesse erin. Volgens het kennisplatform zijn er een aantal ontwikkelingen die de groei in aantal pocketvergisters op korte termijn een flinke boost kunnen geven.
Vlaanderen verwerkt jaarlijks meer dan drie miljoen ton organische (afval)stromen, afkomstig van de landbouw, voedingsindustrie, huishoudens en waterzuivering, via anaerobe vergisting. Daarbij wordt biogas geproduceerd dat onder meer wordt benut in een warmtekrachtkoppeling, wat resulteert in de terugwinning van zowel groene stroom als groene warmte.
Vlaanderen telde in 2024 143 groot- en kleinschalige biogasinstallaties die samen 767 GWh aan groene elektriciteit en 891 GWh aan groene warmte opwekten. De Vlaamse biogassector voorziet zo respectievelijk zes procent en negen procent van de groene elektriciteit en warmte in Vlaanderen. Dat aandeel is de laatste jaren vrij stabiel. Dit blijkt uit het recent gepubliceerde rapport ‘De Vlaamse biogassector in 2024’ door Biogas-E, het centraal aanspreekpunt voor anaerobe vergisting in Vlaanderen.
De vergistingsinstallaties op landbouwbedrijven, de zogenaamde pocketvergisters, spelen een bescheiden rol in groene elektriciteits- en warmteopwekking met respectievelijk 6 en 14 GWh. Toch benadrukt Tine Vergote, coördinator van Biogas-E, dat hun belang op vlak van energievoorziening en emissiereductie voor landbouwbedrijven niet te onderschatten is.
In aantal verandert er weinig. Dat is vooral toe te schrijven aan het feit dat er weinig vergunningen werden verleend in 2023 en 2024, onder meer door de onzekerheid rond stikstof
Onzekerheid rond stikstof
Nadat het aantal pocketvergisters vanaf 2011 tot 2014 snel groeide tot 65, stabiliseert het aantal al jaren rond de 58. “In aantal verandert er weinig. Dat is voornamelijk toe te schrijven aan het feit dat er weinig vergunningen werden verleend in 2023 en 2024, onder meer door de onzekerheid rond stikstof”, zegt Vergote.
Ook de komende jaren verwacht ze op dat vlak weinig verandering. “Mogelijk dat er enkele installaties stopgezet worden omdat ze aan het einde van hun levensduur zijn. Anderzijds zullen er vermoedelijk ook een paar nieuwe bijgebouwd worden.” Zo werd in 2024 bijvoorbeeld een biovergister geplaatst bij een West-Vlaams varkensbedrijf, waardoor het totale vermogen van de boerderijvergisters wel iets toenam. En dit jaar nam melkveehouder Joachim De Ruyck in Kruisem nog een installatie in gebruik.

Brouns pleit voor vergunningsvrijstelling voor pocketvergisters
13 februari 2025Signalen die hoopvol stemmen
Op de iets langere termijn zijn er wel een aantal signalen die Biogas-E hoopvol stemmen. Zo keurde het Europees Nitraatcomité enkele weken terug het voorstel rond renue (herwonnen stikstof uit dierlijke mest, red.) goed, waardoor de officiële erkenning ervan als kunstmestvervanger een stap dichter komt. “Mits goedkeuring op Vlaams niveau kan dit ook een belangrijke doorbraak betekenen voor de afzet van dierlijk digestaat verkregen na pocketvergisting en verdere nabehandeling. De boer heeft minder mestafzetkosten en kan de renure verkopen. Bijkomend levert dit extra milieuwinsten op.”
Ook het pleidooi van landbouwminister Jo Brouns (cd&v) om de bouw van pocketvergisters vrij te stellen van vergunningsplicht kan volgens Vergote positief werken. "Dit zou een stap in de goede richting zijn, maar dat de vrijstelling zal enkel betrekking hebben op het stedenbouwkundige luik van de vergunning. Een beoordeling van de milieu-impact blijft logischerwijs nodig", verduidelijkt Vergote.
Erkenning door WeComV kan boost betekenen
Het echte lot van de pocketvergisters ligt volgens haar in handen van het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV). Er werd een dossier ingediend om pocketvergisting in combinatie met stripping-scrubbing te erkennen als ammoniakemissiereducerende maatregel. “Als dat er doorkomt, zou dat een boost voor boerderijvergisters kunnen betekenen”, klinkt het.
Door de traagheid van de procedures verwacht Vergote dat de resultaten pas over enkele jaren zichtbaar zullen zijn. “De komende periode zal het aantal pocketvergisters dan ook achterblijven op de ambities van de Vlaamse overheid. In het Vlaamse Energie- en Klimaatplan wordt uitgegaan van 500 tot 700 pocketvergisters tegen 2030 (in vergelijking met 2022), met in 2025 en 2026 telkens 60 tot 90 extra installaties.
Ook positief voor klimaat
Met die ambitie erkent de Vlaamse overheid de bijdrage van pocketvergisters aan de reductie van methaanemissies uit mestopslag. Ook op grote schaal heeft vergisting, en dan vooral bij gebruik van mest, een positieve impact op de CO2-uitstoot. “Mest die gewoon ligt te verteren, gaat gepaard met een methaanuitstoot en dus CO2-impact. Door gecontroleerde vergisting in een reactor wordt het methaan gevaloriseerd en daalt die impact”, aldus Vergote.
Zij besluit met een punt van kritiek op het Vlaamse beleid: “Europa erkent duidelijk de positieve invloed van mestverwerking en nieuwe installaties met hoogwaardige technieken op CO2-emissies en stuurt aan op incorporatie van mest in de recyclagesector. Het huidige beleid in Vlaanderen geeft jammer genoeg eerder aanleiding tot het tegenovergestelde. Het neemt het bredere plaatje van anaerobe vergisting vaak onvoldoende mee, waardoor men kansen laat liggen om sneller te evolueren richting de vooropgestelde klimaatdoelstellingen.”
Een volledige analyse van de biogassector in Vlaanderen, met een overzicht van de recente wijzigingen in wetgevend en regelgevend kader en een ruime samenvatting van de productiecijfers, is hier terug te vinden.
