Lippens veroordeelt Vlaamse visserijoorlog

Lippens haalde eerst zwaar uit naar Oostende. Al deed hij dat vooral tussen de regels. Dit schooljaar ging de visserijschool in Heist niet meer open, de instelling verhuisde naar Oostende. Een ingreep die volgens sommigen noodzakelijk was om de school te redden. "De navelstreng tussen de school en de oud-leerlingen aan de Oostkust is daardoor doorgeknipt", sprak Lippens.

De vissersgemeenschap van Knokke-Heist verwijt Oostende vooral dat het met overheidsgeld de visserij naar zich toetrekt. "Er zijn heksen en tovenaars in het spel die met overheidsgeld reders voorschotten geven op de brandstof, tussenkomsten verschaffen in het containervervoer en havenrechten bekostigen met als enig doel op een weinig faire manier de Zeebrugse vismijn de loef af te steken", zei Lippens.

Hij verwijt de beleidsmakers dat suggesties om met alle actoren aan tafel te zitten en op basis van objectieve criteria een beleid te bepalen dat alle Belgische vissers ten goede komt, in dovemansoren vallen door politieke spelletjes zoals het in stand houden van een visserijoorlog tussen Zeebrugge en Oostende. "Dergelijke kortzichtige politiek ondergraaft de toekomst van de hele visserij", waarschuwde Lippens.

Tijdens de bloemenhulde aan het monument van de vissers in Heist werden dit jaar onder meer bloemen neergelegd door de reder van de Z.122 Noordster die in december kapseisde en zonk voor de Engelse kust.