Lidstaten verdeeld over EU-rapport zuivelmarkt

Duitsland en Frankrijk geven de voorstellen van de Europese Commissie om de melkveehouderij uit het slop te halen een onvoldoende. Dat melden de landbouwministers in een gezamenlijke verklaring. In Nederland zijn wel positieve geluiden te horen over het rapport. Het Nederlandse landbouwministerie is het in grote mate eens met de conclusies van de zuivelanalyse.

Duitsland en Frankrijk laten weten dat ze in de loop van september met de overige Europese partners willen overleggen om tot aanvullende voorstellen te komen. Volgens beide landen zijn de exportrestituties voor boter, melkpoeder en kaas te laag. Zij eisen een verhoging die evenwel niet ten koste mag gaan van de “gevoeligste markten in de ontwikkelingslanden”, zo staat in de verklaring.

De Franse federatie van melkveehouders FNPL vindt de visie van de Europese Commissie in het zuivelrapport “dogmatisch en onevenwichtig”. Volgens de FNPL houdt de Commissie vast aan “het recyclen van ideeën uit een vorig tijdperk”. De Franse melkveehouders zijn van oordeel dat de Commissie weigert te erkennen dat de huidige crisis wordt veroorzaakt doordat het aanbod niet is afgestemd op de vraag. Het ontmantelen van de quota is in hun ogen de grote oorzaak.

Nederlands landbouwminister Gerda Verburg is daarentegen blij dat de Europese Commissie vasthoudt aan de afspraken die in het kader van de ‘health check’ zijn gemaakt. “Het verlengen van de interventie vinden we een goede zaak. Dit duidt er op dat de Commissie wil verhinderen dat de prijzen nog verder zakken. Het gaat per slot van rekening wel om ingrijpen in de markt”, zegt een woordvoerder.

Ondanks de huidige slechte melkprijzen ziet Verburg op middellange en lange termijn wel een toekomst voor de Nederlandse melkveehouderij. Samen met haar kabinet bekijkt ze momenteel de mogelijkheden die de Europese Commissie heeft gegeven om de melkveehouders in eigen land tegemoet te komen.