Klimaatgerichte landbouw zal meststoffenverliezen in de bodem beperken

De klimaatverandering in Vlaanderen gaat gepaard met extremere weersomstandigheden, zoals natte winters, droge zomers en hoge temperaturen. Dat leidt tot hogere verliezen van meststoffen naar het grond- en oppervlaktewater, zo blijkt uit een studie van de Bodemkundige Dienst van België (BDB) en ILVO in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). De onderzoekers roepen landbouwers op om klimaatadaptieve praktijken toe te passen om ervoor te zorgen dat mest niet uitspoelt.

16 juni 2021  – Laatste update 16 juni 2021 17:04
Lees meer over:

Droogte en hogere temperaturen in de zomer kunnen de gewasontwikkeling remmen, zeker als dit net samenvalt met de bloeifase van de plant. Gewassen die trager groeien, maken minder gebruik van de meststoffen die in de bodem aanwezig zijn. Daardoor kan op het einde van het teeltseizoen een hoger nitraatresidu achterblijven, met een verhoogde kans op uitspoeling van de meststoffen naar het grond- en oppervlaktewater. Ook nattere winters kunnen leiden tot een hoger risico op meststoffenverliezen.

Wat kunnen boeren doen?

VLM, BDB, ILVO en de Vlaamse proefstations staken de koppen bij elkaar en dat leverde verschillende ideeën op om meststoffenverliezen verder te verminderen. Denk aan het verbeteren van de bemestingspraktijken volgens de 4 J’s (juiste dosis, juiste techniek, juiste tijdstip en juiste hoeveelheid), het inzetten op een goede bodemkwaliteit en het sleutelen aan voederrantsoenen.

Met onder andere de volgende principes in het achterhoofd, kunnen verliezen van meststoffen worden ingeperkt:

  1. Het toedienen van de totale stikstofbemesting in verschillende giften (bijbemesten of fractioneren) biedt de mogelijkheid om beter te bemesten volgens de gewasontwikkeling en in te spelen op de groei- en weersomstandigheden. De basisbemesting wordt beperkt, om dan net voor de “groeispurt” op maat van het perceel en van het gewas stikstof toe te dienen. Hoeveel stikstof de landbouwer best toedient komt hij te weten met een stikstofbijbemestingsadvies.

  2. Irrigatie tijdens droogteperiodes kan zorgen voor een betere stikstofbenutting en bijgevolg voor een lager stikstofresidu en dus minder risico op stikstofverliezen. Jammer genoeg beschikken niet alle regio’s in Vlaanderen over voldoende watervoorraden om dat te kunnen toepassen.

  3. Door de voorspelde nattere winters zal het belang van vanggewassen toenemen. Hogere temperaturen in het najaar en in de winter kunnen leiden tot een betere ontwikkeling en langere doorgroei van vanggewassen. De daglengte verandert echter niet, waardoor de tijdige inzaai van vanggewassen essentieel blijft. Om vroege mineralisatie van afgestorven vanggewassen op te vangen, kan een combinatie van vorst- en niet-vorstgevoelige gewassen gebruikt worden. Vanggewassen dragen ook bij aan klimaatmitigatie door het reduceren van N2O-emissies (lachgas) en door koolstof op te slaan in de bodem.

  4. Aanpassingen aan bestaande stallen en mestopslagen of nieuwe emissiearme installaties zullen de emissies van ammoniak, lachgas en methaan reduceren en hebben dus ook een potentieel in klimaatmitigatie. Bestaande technieken kunnen nog breder toegepast worden om de gevolgen van hogere temperaturen en van piekregens en nattere winters op te vangen, zoals het verkleinen en het verkorten van het contact tussen de lucht en de mest, het wassen van de stallucht, afgesloten externe mestopslagen en lekdetectie.

  5. Voldoende mestopslagcapaciteit (grotere silo’s) is belangrijk, zodat de mest uitgereden kan worden wanneer het juiste moment er is, in plaats van wanneer de mestsilo vol is.

  6. De onderzoekers van BDB en ILVO stelden specifiek voor aardappelen en maïs een code van goede bemestingspraktijken op. 

Door de bodemkwaliteit te verbeteren en de juiste bemestingstechnieken toe te passen, kunnen landbouwers nu al inspelen op het wijzigende klimaat én hun meststoffenverliezen doen dalen

VLM

Innovatieve oplossingen bieden perspectief 

Uit de literatuurstudie kwamen enkele beloftevolle oplossingen naar voren. Zo kunnen vlinderbloemige gewassen de stikstofbemesting en -verliezen verminderen. Ze nemen immers stikstof op uit de lucht en hebben daardoor minder stikstofbemesting nodig. Daarnaast zorgt een goede bodemkwaliteit ervoor dat gewassen veerkrachtiger worden in extreme weersomstandigheden.

Precisielandbouwtechnieken kunnen dan weer helpen om efficiënter met energie en meststoffen om te gaan. Binnen de veeteelt ten slotte kunnen stikstofemissies van herkauwers nog sterk gereduceerd worden, door te sleutelen aan rantsoenen, bijvoorbeeld door de eiwitvoorziening in het rantsoen beter te doen aansluiten op de behoefte van het dier.

“Een aantal van de innovaties zijn nog niet meteen rijp voor de praktijk”, benadrukt VLM. In die gevallen moet er nog een weg afgelegd worden voor ze breed kunnen worden toegepast. “Maar door verder te werken aan het verbeteren van de bodemkwaliteit en het toepassen van de juiste bemestingspraktijken en -technieken, kunnen landbouwers nu al inspelen op het wijzigende klimaat en tegelijk hun meststoffenverliezen doen dalen.”

Meer informatie vind je op de website van VLM.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek