Kalkoenensector in Vlaanderen kende afgelopen jaren een lichte groei

De kalkoenenhouderij is een kleine sector in Vlaanderen die rond de 25 bedrijven telt. De laatste jaren was er een lichte uitbreiding met bedrijven die diversificatie van hun landbouwactiviteiten zochten. Opkomende vraag van Duitse slachterijen had hiermee te maken. Momenteel staat de rentabiliteit echter onder druk door hoge voederprijzen en ook de wetgeving en het vogelgriepvirus houden de sector in de greep. Wij spaken erover met kalkoenenhoudster Linda Delepierre.

24 december 2021  – Laatste update 24 december 2021 16:36
Lees meer over:

Bij Linda Delepierre staat deze kerst, net als bij voorgaande edities, kalkoen op het menu, een kalkoen uit eigen stal zelfs. Het is echter één van de weinige Vlaamse kalkoenen die op onze tafels zal verschijnen. Het gros van de kerstkalkoenen komt uit Frankrijk waar de productie meer is ingericht op de kweek van de kleinere kerstkalkoen. Meer hierover later.

De 54-jarige Delepierre is kalkoenenhoudster uit Lauwe in West-Vlaanderen. Lange tijd combineerde de familie de pluimveeactiviteit met een varkenstak, maar deze is enkele jaren geleden afgestoten waarna haar man deels is als installateur is gaan werken. Zelf heeft zij een lange geschiedenis in de kalkoenenhouderij. “Mijn ouders zijn er in de jaren zeventig mee begonnen, vooral voor de kerstperiode. Ook wij zijn daarna verdergegaan met de kweek rond kerst”, vertelt Delepierre.

Twaalf jaar geleden besloot zij de kalkoenentak uit te breiden en nu heeft ze het jaarrond productie met een stalbezetting van gemiddeld 16.000 dieren. Daarmee is het bedrijf bovengemiddeld groot, zo zegt Eric Hermy van voederbedrijf Quartes. Hij is door Landsbond Pluimveehouderij en Boerenbond naar voren geschoven als kenner van deze kleine sector in Vlaanderen. Onze regio telt naar schatting 25 bedrijven. “Ik verkoop nu dertig jaar kalkoenenvoer en tot voor kort was het aantal bedrijven stabiel. Wel zijn de bedrijven groter geworden”, aldus Hermy.

Kalkoen_Linda2

Nieuwkomers zoeken diversificatie

Sinds enkele jaren zit er volgens hem wat beweging in de sector en laten enkele nieuwkomers hun gezicht zien. “Sinds kort worden er door Duitse slachterijen kalkoenen gevraagd uit ons land. Een aantal ondernemers is daarop ingesprongen.” Dat zijn volgens Hermy uitbreiders, maar ook bedrijven die diversificatie van hun activiteiten zoeken en spreiding van hun risico’s. “Er zijn sowieso nauwelijks bedrijven in Vlaanderen die zich toeleggen op alleen kalkoenen. Het bedrijf van Linda is één van de weinige.”

Tot voor kort was de kalkoenenhouderij een veilige keuze. De afzet is grotendeels afgebakend en de marges waren redelijk constant. Daar is dit jaar verandering ingekomen door de sterk oplopende voederkosten. “Voerkosten maken tot tachtig procent van de kosten uit”, aldus Delepierre die aangeeft dat de rentabiliteit op het moment onder druk staat. “Mogelijk dat we volgend jaar kunnen beginnen met eigen geteelde graan door het voer te mixen, iets wat in de kippenhouderij al gangbaar is, maar bij de kalkoenen nog niet.”

Behalve de hoge voederprijzen staat de sector momenteel voor een aantal andere uitdagingen. Zo wordt er in Vlaanderen over nagedacht om een maximale bezettingsgraad in te voeren van bijvoorbeeld 40 kilo kalkoen per vierkante meter. “Als dat doorgaat, zet ik de activiteiten per direct stil. Dan is het niet rendabel meer en dan zijn we ook niet meer concurrentieel omdat in andere landen een bezettingsgraad wordt aangehouden van 50-55 kilo”, vertelt de West-Vlaamse.  

GAIA zet de sector in een kwaad daglicht

Een lagere bezettingsgraad zou het dierenwelzijn ten goede moeten komen, is het argument. De laatste tijd is de sector op dat gebied negatief in het nieuws gekomen door berichtgeving van GAIA dat wantoestanden op kalkoenbedrijven zegt aangetroffen te hebben. “Dierenrechtenorganisaties zoals GAIA zomen in op een enkel dier dat zich in een slechte toestand bevindt en framen vervolgens de hele sector. Je kunt in de stal altijd wel een dier vinden dat er slechter aan toe is, terwijl alle andere in een goede gezondheid verkeren”, zegt Linda strijdvaardig.  

Alhoewel wij met respect onze dieren behandelen, krijgen wij vaak negatieve media-aandacht. Dat is slecht voor het moreel van de kalkoenhouder en voor de landbouwer in het algemeen.

Linda Delepierre over de kritiek van GAIA

“Eerst hadden ze het gemunt op de eenden- en ganzenteelt en daarna de nertsenfokkerij. Grote kans dat wij nu aan de beurt zijn. Alhoewel wij met respect onze dieren behandelen, krijgen wij vaak negatieve media-aandacht. Dat is slecht voor het moreel van de kalkoenhouder en voor de landbouwer in het algemeen”, vervolgt zij geëmotioneerd.

Volgens de onderneemster is het goed verzorgen van de dieren elementair en juist essentieel voor een succesvolle teelt.  “Kalkoenen zijn zeer kwetsbaar voor ziektes, meer dan bijvoorbeeld kippen, en moeten goed verzorgd worden anders gaat get mis. Nauwkeurige bedrijfsvoering en nadruk op de bioveiligheid staat daarbij centraal.”

Vrees voor het vogelgriepvirus

De insleep van ziektes is een reële vrees. Enkele jaren geleden werden er op haar bedrijf al gevallen van het laagpathogene vogelggriepvirus aangetroffen. Van deze variant van het virus kunnen de kalkoenen na enige tijd herstellen waardoor een ruiming niet aan de orde was. Ook kende het bedrijf recent nog een opzetverbod omdat het binnen een beschermingszone viel.

De vogelgriep vormt op dit moment een voortdurende bedreiging voor de kalkoenenhouderij. “Dat is ook de reden waarom wij sinds vorige zomer onze overdekte vrije uitloop gesloten hebben, het risico voor vogelgriep is te groot”, aldus de onderneemster. Insleep is gauw gebeurd: “Je hoeft maar met je schoen door de keutel van een wilde vogel te lopen en hiermee de stal ingaan en het is al mis.” 

Kerstkalkoenen uit Frankrijk

Waar haar ouders zich toelegden op de kerstperiode, heeft Linda het jaarrond productie. Gemiddeld heeft zij 2,8 productieronden per jaar. Ruim 50.000 kalkoenen komen als eendagskuikens binnen en vertrekken het bedrijf 16 tot 17 weken later met een gewicht van 10 kilo voor de hen en 15 kilo voor de haan. Bestemming van de afgemeste kalkoenen is slachterij Volys in Lendelede dat zich toelegt op de productie van kip- en kalkoenproducten.

“Volys is de enige slachterij in ons land en zij vragen niet naar kerstkalkoenen”, aldus Delepierre die aangeeft dat de typische kerstkalkoen maar zo’n 4 tot 5 kilo’s weegt. “Veel kerstkalkoenen komen uit Frankrijk”, beaamt Hermy. “Frankrijk was tot voor kort de grootste kalkoenenkweker van Europa. Daar is de infrastructuur van de slachthuizen meer ingericht op de slacht van kleinere kalkoenen voor de kerst.”

Kalkoen_Frankrijk

Polen heeft inmiddels Frankrijks positie overgenomen als grootste kalkoenenproduct van Europa, stelt Hermy. “Daar zijn opfokbedrijven van 120.000 bedrijven geen uitzondering. Deze opfokbedrijven houden de kalkoenen tot een leeftijd van vier weken waarna zij naar afmesters gaan. “Dat gebeurt ook in België, maar op beperkte schaal. Door het bedrijf gesloten te houden, heb je alles in eigen hand en loop je ook minder risico’s op de insleep van ziektes”, aldus Hermy.

Bioveiligheid is ook de reden waarom VILT onder geen beding de stallen van het bedrijf mag betreden. Delepierre wil alle ziektes weren uit de stal. Naast het dierenwelzijn heeft zij daarvoor ook nog andere argumenten. “Mijn zoon wil het bedrijf overnemen. Hij heeft grote interesse in de dieren. Helaas hangen de steeds strengere milieu- en dierenwelzijnsnormen als donkere wolken boven de sector.”

Bron: Jerom Rozendaal

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek