Zorgboerderij Widar: “Landbouw werkt therapeutisch voor onze bewoners”
ReportageWerken in en met de natuur heeft een therapeutisch effect. Dat is de filosofie achter de zorginstelling Widar in Merksplas. De zorginstelling telt 47 permanente bewoners, mensen met een mentale beperking, die meehelpen in de tuinen en op de melkveehouderij. De productie is hoofdzakelijk bestemd voor eigen consumptie, melk wordt tot yoghurt en kaas verwerkt en groenten worden gedroogd en ingemaakt. Een klein deel van de productie wordt verkocht via de eigen hoevewinkel. De zorginstelling stelt haar deuren ook open voor scholen die hun leerlingen willen onderdompelen in de landbouw.
Met een riek vult Ilse, één van 47 vaste inwoners, de oplegger achter een tractor. “Je kunt beter vanaf de zijkanten opbouwen. Dan past er twee keer zoveel gras in de wagen”, adviseert Dirk Govaerts, bestuurder van de zorginstelling Widar in Merksplas. Als de oplegger volgeladen is, wordt hij naar de melkveestal gereden een halve kilometer verderop. Het gras komt van onder de groeiende fruitbomen die juist met zeis gemaaid is door Kees Strijbos, oud-Belgisch zeiskampioen en vrijwilliger op Widar.
Kempenaar Govaerts (60) beschrijft Widar als een “Instituutsboerderij”, een zorgstelling waarin land- en tuinbouw een belangrijke rol speelt. De theorie erachter grijpt terug op de Antroposofie van Rudolf Steiner (1861–1925). Deze filosoof staat ook aan de basis van de Steinerscholen en van de biodynamische landbouw. Steiner was één van de eersten die de industrialisering van de landbouwsector openlijk ter discussie stelde.
Al drie jaar werk ik als tuinder. ’s Ochtends vind je mij op het land, maar ’s middags ben ik in de weverij. Ik vind het leuk om van alles te proberen en overal bij te leren!
Widar werd 42 jaar geleden opgericht en is volgens Govaerts uniek in Vlaanderen. “In de zorglandbouw zitten de gangbare landbouwbedrijven die groene zorg verstrekken aan het ene uiterste van het spectrum. Wij zijn het andere uiterste van het spectrum.” Als erkende instelling van de overheid (VAPH) worden we vergoed voor de verzorging en verblijf van onze bewoners. De kleine winsten die genereerd worden door bijvoorbeeld de hoeveverkoop worden geïnvesteerd in een uitbreiding van de instelling, onder meer door het opstarten van nieuwe werkplaatsen.
Zorgprofessionals met landbouwkennis
De boerderij wordt gerund door twaalf zorgprofessionals met landbouwkennis. Zij worden geassisteerd door een groot deel van de 47 inwoners die permanent op de instelling verblijven, mensen met een mentale beperking, vaak een vorm van autisme. Daarnaast zijn er nog een tiental mensen die dagelijks meedraaien op het bedrijf. “Wij willen onze mensen een zinvolle dagbesteding bieden en hen de mogelijkheid geven om via de landbouw hun bijdrage te leveren aan de maatschappij. Meehelpen op de boerderij brengt voldoening met zich mee. Enerzijds is er het fysieke aspect van werken in de natuur. Mensen raken vermoeid en zijn ’s avonds voldaan. Daarbij raken zij ook niet overprikkeld, zoals in de stad bijvoorbeeld vaak wel het geval zal zijn“, legt Govaerts de visie achter Widar uit.
Anderzijds brengt het werk op de boerderij trots met zich mee. “De zorggasten zien het resultaat van hun bijdrages in een groter geheel. Als zij mee de koeien melken, resulteert dat in melk waarmee kaas en yogurt gemaakt wordt en het wieden van onkruid zorgt voor een betere opbrengst van groenten”, vertelt Halewijn Huibregts, die verantwoordelijk is voor de melkveetak van Widar.
In totaal telt het bedrijf twaalf melkende koeien van het ras Kempisch Roodbont. Het gebruik van een lokaal ras past in de filosofie van biodynamische landbouw. “Dit ras is aangepast aan onze omstandigheden en kan goed presteren zonder de toevoeging van soja in het rantsoen”, klinkt het. Iets verderop wroeten nog zes varkens in de modder. Er is bewust gekozen voor een mix van rassen, die uiterst robuust zijn. Zij worden ook gevoed met de reststromen uit de zuivelverwerking en landbouw.
Manuele arbeid geschikter voor zorg
Widar is een biodynamisch landbouwbedrijf waarbij circulariteit en zelfvoorzienigheid centraal staan, naast de afwezigheid van chemische bestrijdingsmiddelen. Dat heeft niet alleen een filosofische grondslag die teruggrijpt naar de ideeën van Steiner, maar ook praktische redenen. “Onze inwoners kunnen niet goed overweg met ingewikkelde machines. Manuele, ambachtelijke arbeid is veel geschikter”, vertelt Govaerts.

De meeste producten blijven op de boerderij. Slechts een klein gedeelte van de productie wordt verkocht via de eigen winkel of de korte keten. De groententeelt op een hectare grond is ruim voldoende om in 70 procent van de behoefte van de inwoners te voorzien. Graan wordt geplet en als krachtvoerelement aan de varkens en de koeien gevoerd. De zuivel van de koeien wordt verwerkt tot zuivelproducten zoals, melk, yoghurt en zachte en harde kaas. In totaal bewerkt het bedrijf 100 hectare grond, waarvan ongeveer de helft door Natuurpunt en ANB ter beschikking wordt gesteld.
De melkveeverantwoordelijke Halewijn Huibregts komt uit Merksplas uit een boerengezin en volgde een zorgopleiding. Hij werd op de melkveehouderij lange tijd geassisteerd door Niels De Ceulaer die na de afronding van zijn opleiding aan Landwijzer, een onderwijsinstelling die zich richt op biologische landbouw en vooral zij-instromers in de landbouw aantrekt, bij Widar terecht kwam. Enkele weken geleden verruilde hij de zorginstelling voor een melkveebedrijf in Zweden. “Widar is een broedplaats voor startende landbouwers”, vertelt Govaerts. “Na hun opleiding werken ze een tijdje hier en als dat bevalt, starten ze vaak een eigen bedrijf.”
Interactie met buitenwereld essentieel
Terwijl Huibregts het gras van de groentetuin naar de voerrekken rijdt, staan een aantal zorggasten klaar om te helpen bij het lossen van de trailer. Zij worden daarbij geassisteerd door een groep schoolkinderen uit Tenerife. De schoolkinderen zitten in het laatste jaar van het lager onderwijs. Widar ontvangt regelmatig scholen die kinderen willen onderdompelen in het werken met en in de natuur. In veel gevallen gaat het om Steinerscholen, waar landbouw een vast onderdeel van het curriculum vormt. “In het derde leerjaar leerden ze al voor hun eigen moestuin zorgen,” vertelt leraar Xavier van de school uit Tenerife.
Volgens Govaerts werkt de aanwezigheid van schoolkinderen en andere buitenstaanders, zoals bijvoorbeeld veehandelaars of leveranciers, ook therapeutisch voor de zorggasten. “Wij halen de maatschappij binnen in de boerderij zodat de zorggasten ook contact hebben met de buitenwereld. Deze interactie is niet alleen voor onze inwoners een verrijking, maar ook voor de buitenstaanders die anders vaak geen contact hebben met mensen met een beperking.”
Ook de boerderijwinkel draagt volgens dezelfde filosofie bij aan interactie, integratie en dus zorg. In de winkel worden de zuivelproducten en het varkens- en rundsvlees verkocht. Daarnaast liggen nog een reeks aan producten die op ambachtelijke wijze met hulp van de zorggasten tot stand komen, zoals notenolie, borduurwerken uit de eigen weverij en brood en koekjes uit de eigen bakkerij.
Deze plek is fantastisch. Ik kom hier nu twee weken als sociale stage, maar heb me ook al opgegeven om te helpen bij de boerderijkampen in de zomer
"Kloof met burger is groter dan stikstofprobleem"
De innige relatie tussen samenleving en landbouwbedrijf is iets wat de industriële landbouw volgens Govaerts is kwijtgeraakt. “Buiten de schuld van de boer om. Die wordt vaak een richting in gedwongen om rendabel te blijven”, voegt hij eraan toe. Als voorbeeld noemt hij varkens- en kippenbedrijven die hermetisch afgesloten zijn van de buitenwereld. “Hierdoor heeft de burger geen feeling meer met de landbouw en weet hij niet meer wat er nodig is om eten te produceren. Hierdoor is een gebrek aan waardering ontstaan waarbij de consument niet meer bereid is een eerlijke prijs voor voedsel te betalen."
De kloof met de burger is volgens Govaerts het grootste probleem waar de landbouw op dit moment mee kampt. “Dat probleem is groter dan het stikstofprobleem”, zegt hij. Ook Widar wordt trouwens getroffen door het stikstofdossier. Op de locatie in Merksplas loopt de vergunning nog achttien jaar, maar de zorginstelling baat ook een boerderij uit in Wortel, Hoogstraten. Hier loopt de vergunning dit jaar af en is het afwachten of en hoe er hervergund wordt.
Los van de vergunningenproblematiek is Govaerts het eens met de constatering dat Vlaanderen een stikstofprobleem heeft. Hij is echter fel gekant tegen maatregelen die op korte termijn korte metten wil maken met dit probleem. “Het stikstofprobleem is over tientallen jaren ontstaan waarbij de boeren door het systeem gedwongen zijn een bepaalde richting in te slaan. De politiek moet hen nu ook de tijd geven om de scheve situatie recht te trekken”, besluit hij.
Als mogelijke oplossing ziet Govaerts weinig in technologische innovatie. “Dat vergroot alleen de afhankelijkheid van boeren van hun toeleveranciers.” De bestuurder van Widar pleit daarentegen voor meer extensieve landbouw en een kleinere veestapel. Als dit de exclusiviteit van vlees verhoogt, moeten we dat volgens hem accepteren. “We kunnen best toekomen met een stukje vlees minder en de boeren beter betalen voor hun producten.”

Bron: Eigen berichtgeving