Insect Pilot Plant breng insecten stukje dichter bij ons bord

De KU Leuven Campus Geel, Thomas More Kempen en VITO startten in 2017 met de bouw van de pilootinfrastructuur voor het project Insect Pilot Plant. Eerder deze week werd het eindresultaat voorgesteld tijdens een online evenement, dat werd bijgewoond door Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits (CD&V).

Basis voor nieuwe waardeketen

Volgens projectcoördinator Mik Van Der Borght van de KU Leuven beschikken insecten over het potentieel om de basis te vormen van een nieuwe waardeketen. "Insecten kunnen immers gevoed worden met uiteenlopende organische reststromen en deze efficiënt omzetten naar nuttige en hoogwaardige grondstoffen zoals eiwitten, vetten en chitine”, reageert hij.

"Deze duurzame grondstoffen kunnen gebruikt worden in de voedings- en voedersector of kunnen als grondstof dienen voor biogebaseerde chemicaliën", vult Sabine Van Miert, onderzoeksmanager bij Thomas More aan. "Het bedrijfsleven ziet hier potentieel in, maar er blijven nog onzekerheden die de onmiddellijke toepassing op industriële schaal verhinderen."

In de praktijk is er nood aan expertise op pilootschaal als tussenstap naar industriële productie. "Door de bouw van een flexibele en breed inzetbare pilootinstallatie voor het kweken, oogsten en verwerken van insecten is de leemte op dit vlak opgevuld", zegt Leen Bastiaens van VITO.

In Geel werd een kweekinstallatie voor insecten gebouwd, in Mol staat een bioraffinage-installatie op pilootschaal voor de afzondering van bio-gebaseerde chemicaliën. De pilootinstallaties zullen gebruikt worden voor onderzoek, demo-projecten en de aanmaak van biogebaseerde chemicaliën.

Naar een volledige maaltijd op basis van insecten

Die opschaling is nodig, want in Vlaanderen zijn bedrijven die insecten kweken in volle opgang. En in onze buurlanden Nederland en Frankrijk staan ze nog veel verder. “De eerste producten op basis van insecten vinden hun weg naar een breed publiek, de krekelrepen van het Brusselse bedrijf Kriket bijvoorbeeld”, klinkt het. “De volgende stap is volledige maaltijden maken op basis van insecten.”

De soldatenvliegen - waar onderzoekers mee werken op de Insect Pilot Plant - leveren alvast veelbelovende resultaten op. “Het is een tropische soort die uitermate geschikt is om de larven ervan op grote schaal te kweken”, legt projectcoördinator Van Der Borght uit. “Die kunnen gebruikt worden als eiwitten voor vee- en visvoer bijvoorbeeld, omdat de vlieg een echte veelvraat is en in veertien dagen oogstrijp is. Ook mooi meegenomen: het zijn trage vliegen, zonder monddelen, ze gaan niet op zoek naar mensen en ze willen ook niet ontsnappen.”

Al draait het onderzoek om meer dan veevoeder alleen: de buitenkant van de zwarte wapenvlieg, het harnas, bestaat uit chitine en daar wordt dan weer chitosan uit gewonnen, een stof die aardbeien beter doet groeien en ook beter beschermt, zodat landbouwers minder gewasbeschermingsmiddelen moeten gebruiken.

In andere labo's op de campus worden dan weer huiskrekels en Europese treksprinkhanen gekweekt, of wordt onderzocht hoe snel meelwormen groeien. “Alles is erop gericht om een realistische kijk te krijgen op de kweek, oogst en verwerking van insecten en hoe we daarmee grotere hoeveelheden insectenmateriaal - van de binnenkant tot het pantser - kunnen aanleveren”, besluit Van Der Borght.