ILVO werkt aan tools om stikstofreductie via voeder bewijsbaar te maken
nieuwsUit onderzoek van ILVO blijkt dat per procentpunt minder eiwit er in het voeder van vleesvee er zeker 15 procent minder uitstoot van ammoniak ontstaat in de veestal. “Dat is in het kader van de stikstofproblematiek een belangrijke wetenschappelijke bevinding”, luidt het. Om dit moment trachten de onderzoekers een tool te ontwikkelen die deze bewering bewijsbaar en controleerbaar kan maken zodat de techniek erkend kan worden als één van de PAS-maatregelen.
Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) intensifieert op dit ogenblik het onderzoek naar voedergebaseerde oplossingen voor de stikstofproblematiek. Recent zijn er twee projecten opgestart die tot doel hebben om extra maatregelen op de officiële PAS-lijst te krijgen. Dat is de lijst met maatregelen die landbouwers kunnen toepassen op hun bedrijf om een bepaalde gegarandeerde stikstofreductie te realiseren. Deze voedergebaseerde maatregelen zorgen ervoor dat rundveehouders nieuwe opties hebben om de doelstelling van die ze als sector moeten realiseren (15% minder stikstofuitstoot tegen 2030), te behalen.
Project 1: Controleerbaar voederpaspoort voor melkkoeien
Beide projecten zetten in op minder eiwit in het voeder als brongerichte maatregel. Het eerste is een VLAIO-onderzoeksproject (VoederPAS) dat mikt op een accurate, betaalbare borgingstool om op melkveebedrijven te bewijzen dat er laageiwitvoeder is gegeven aan de dieren, wat de ammoniakvorming doet dalen. “Tegen de tweede helft van 2026 hopen we die tool klaar te hebben”, zegt Karen Goossens, ILVO-expert emissie bij runderen. Volgens haar is het mogelijk om het ruw eiwitgehalte in het voeder onder de 16 procent te brengen. “Dat is een wetenschappelijk onderbouwd optimum waarbij de melkgift ruim op peil blijft en er toch een voldoende grote ammoniakreductie wordt gerealiseerd.”

Om die tool te ontwikkelen bekijkt ILVO alle mogelijke parameters en matrices, zoals voederproducten, urine, melk, faeces, enz., waarin en waarmee het ruw eiwitgehalte van een rantsoen valt in te schatten. Eén van de parameters die voor de hand ligt om mee te nemen, lijkt melkureum. “Maar melkureum wordt ook nog door andere factoren dan het eiwit in het voeder beïnvloed. We weten dus al dat dit niet zal volstaan als sluitende bewijsvoering. We willen dus nog verder zoeken naar andere of bijkomende parameters die eenvoudig, goedkoop en betrouwbaar kunnen geanalyseerd worden”, aldus Goossens.
Dit gebeurt in eerste instantie via literatuuronderzoek, gevolgd door een uitgebreide dierproef op ILVO. Vervolgens is er op tien melkveebedrijven een valideringstest gepland. Op het einde organiseert ILVO, samen met partners MCC en Boerenbond, een testfase op minstens 20 praktijkbedrijven. Zo krijgt de ontwikkelde borgingstool een stevige praktijktoets. “De tool moet aan alle betrokken partijen kunnen tonen hoe er effectief en met-bewijs-op-tafel een koeienrantsoen van onder de 16 procent ruw eiwitgehalte wordt aangehouden”, klinkt het.
Project 2: Laag-eiwitvoeder voor vleesvee als PAS-maatregel
Binnen het EIP-project ELP-Beef wordt aan een gelijkaardige tool gewerkt voor vleesvee. Behalve weidegang bestaan er voor de vleesveesector nog geen goedgekeurde maatregelen op de PAS-lijst. Tegen begin 2025 wil ILVO, samen met partner-coördinator Boerenbond en met vijf vleesveehouders en hun voederadviseurs, een borgingstool klaar hebben. Via het preciezer voederen van eiwit wil men een ammoniakemissiereductie van 15 procent in heel de sector realiseren. “Dit zou dreigende bedrijfssluitingen of drastische afbouw van de veestapel kunnen voorkomen”, benadrukt ILVO het belang.
Omdat bij vleesvee geen melkparameters voorhanden zijn, zet ELP-Beef in op een waterdicht controlesysteem via een voederregister. Alle benodigde data (over rantsoensamenstellingen, dieraantallen, voedervoorraden, analyses van voederwaardes, enz.) kunnen in principe via automatische datakoppelingen of datadeelplatformen zoals DjustConnect in de borgingstool belanden. In 2024 al gaan er vijf vleesveehouders als pilootbedrijf aan de slag met het ontwerp-voederregister. “Deze testfase is belangrijk om te evalueren hoe sluitend een voederregister is als bewijsvoering, en om de praktische haalbaarheid, werklast en kostprijs te kennen”, luidt het. Uit de testfase volgen een reeks technische aanbevelingen aan de controlerende instanties.
Eenvoudige implementatie als doel
ILVO stelt dat voedermaatregelen erg beloftevol zijn als werkzame en kostenefficiënte aanpak van de ammoniakuitstoot uit veehouderijen. “De grootste uitdaging de bedrijfspraktijk met laageiwitvoeding voor de runderen toe te laten als PAS-maatregel is de transparantie en controleerbaarheid. De onderzoeksprojecten VoederPAS en ELP-Beef leveren naar verwachting de nodige gebruiksvriendelijke tools, aanvaardbaar voor de overheid en werkbaar voor de veehouder. Eens die tools erkend zijn als PAS maatregel kunnen ze onmiddellijk, zonder zware investeringen, worden toegepast op de landbouwbedrijven”, meent de onderzoeksinstelling.

Beeld: Hooibeekhoeve