nieuws

Stikstof: Ineos splitste activiteiten op, landbouwbedrijven kunnen dat niet

nieuws

Ineos heeft zijn activiteiten opgesplitst om een lagere impactscore voor stikstof te bekomen en op die manier een nieuwe vergunning te krijgen voor de ethaankraker Project One. Landbouwbedrijven kunnen die opsplitsing vergunningstechnisch niet maken. Bovendien grijpt Vlaams omgevingsminister Zuhal Demir (N-VA) maar al te vaak terug naar het argument dat Ineos minder stikstof uitstoot dan een groot veeteeltbedrijf. Hoewel al duidelijk werd dat deze uitspraak niet klopt, meent de vzw Boer&Verstand dat de minister appelen met peren vergelijkt.

28 juni 2022  – Laatst bijgewerkt om 28 juni 2022 20:18
havenantwerpen-industrie-1280

Wat is Project One van Ineos?

Het stikstofbad is vol, is een veelgehoorde uitspraak van Demir om het stikstofakkoord van de Vlaamse regering te verdedigen. Tegelijk kreeg de Britse chemiereus Ineos in de Antwerpse haven een nieuwe vergunning voor het bouwen van een ethaankraker, Project One genaamd. Die kraker zet ethaan om in ethyleen, één van de basisgrondstoffen in de chemie voor de plasticproductie, en het gebruikt daarvoor Amerikaans schaliegas. Tijdens de ontginning van schaliegas komen er massale hoeveelheden van het broeikasgas methaan vrij.

Met deze beslissing van Demir is het voor het eerst in 20 jaar dat nog eens een kraker op het Europese vasteland kan gebouwd worden. Volgens experts betekent het een enorme versterking van de chemische sector in de Antwerpse haven. Die huisvest vandaag één van de grootste petrochemische clusters in de wereld.

Lange tijd was er getouwtrek tussen de Antwerpse haven en de haven van Rotterdam om het project van Ineos binnen te halen, maar uiteindelijk paste Rotterdam omdat het te belastend is voor het milieu

Onafhankelijk nieuwsmedium Apache

Lange tijd was er getouwtrek tussen de Antwerpse haven en de haven van Rotterdam om het project van Ineos binnen te halen, maar uiteindelijk paste Rotterdam voor Project One omdat het te belastend is voor het milieu. Voor de haven van Antwerpen was dat geen probleem. Onafhankelijk nieuwsmedium Apache verwijst daarbij naar de voortrekkersrol die Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) en Antwerps havenschepen Annick De Ridder (N-VA) hebben gespeeld bij het binnenhalen van het project.

De jaarlijkse uitstoot van de nieuwe Ineos-fabriek bedraagt 18 ton ammoniak (NH3) en 168 ton stikstofoxide (NOx). De installatie zal volgens Ineos ook 655.000 ton CO2 uitstoten, al was er in een artikel van Apache eerder sprake van 1,5 tot 2,25 megaton. Het bedrijf stelt zelf dat het één van de meest energie-efficiënte ethaankrakers in Europa moet worden.

Project One betekent een investering van drie miljard euro en moet 450 directe jobs opleveren. Ineos zou kunnen aanspraak maken op eenmalige steun van het Vlaams Agenschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) van maximaal 8 miljoen euro. Ineos telt vandaag al acht productiesites in en nabij Antwerpen. Project One wordt de negende in Antwerpen en de 11de in België.

Volgens de ministeriële stikstofinstructie die van kracht is om vergunningsdossiers te beoordelen sinds het stikstofarrest de vorige regelgeving onderuithaalde, moet de stikstofimpact van industriële projecten onder de 1 procent-drempel liggen. Voor veeteeltbedrijven moet de impactscore op nabijgelegen natuurgebieden kleiner zijn dan 0,025 procent. De impactscore van Project One bedraagt 0,49 en komt daarmee dus uit onder de drempel die sinds een jaar wordt gehanteerd om industriële projecten te beoordelen.

Waar een attente landbouwster tijdens de ABS-infosessies met minister Demir al op wees, blijkt nu ook bij raadpleging van de milieuvergunningsaanvraag: Project One werd afgesplitst van de andere activiteiten van Ineos in de haven en werd bekeken als aparte “milieutechnische eenheid”. Nochtans staat onder meer in de VLAREM-regelgeving dat “verschillende inrichtingen en/of activiteiten als één geheel moeten beschouwd worden met het oog op het beoordelen van het nadeel dat ze kunnen berokkenen aan mens en milieu”.

Project One oordeelt dat dit voor zijn activiteiten niet opgaat: “Er is geen geografische, materiële noch operationele samenhang met één of meerdere andere bedrijven. Project One functioneert volledig onafhankelijk van elk ander bedrijf in de omgeving. Het is evenmin een uitbreiding van een bestaande activiteit, de producten worden onder normale omstandigheden aan alle afnemers verkocht”, zo staat te lezen. Of dit ook in werkelijkheid zo is, kregen we niet bevestigd door een expert. “Maar het feit dat het binnen de project-MER de afweging wel wordt gemaakt, maakt duidelijk dat er wel is naar gekeken”, klinkt het.

Waarom stuit de vergunning voor Ineos de boeren tegen de borst?

Als het stikstofbad vol is, waarom kan een Britse chemiegroep die voor extra stikstofuitstoot zorgt dan nog een vergunning krijgen, terwijl hier landbouwbedrijven moeten verdwijnen? Dat is zowat de centrale vraag die weerklinkt bij veel landbouwers. “Stikstof is stikstof”, zo stellen de landbouworganisaties al langer. “Voor natuur maakt het niet uit of die door landbouw of door industrie wordt uitgestoten. De regering hanteert twee maten en twee gewichten.”

Landbouw, dat vooral ammoniak uitstoot, heeft evenwel als nadeel dat die ammoniak veel sneller neerslaat dan stikstofoxiden. “De stikstof die de industrie de lucht inblaast, wordt veel warmer en wordt via schouwen op een aanzienlijke hoogte in de atmosfeer gebracht waardoor de stikstof over een veel groter gebied wordt verspreid. Deze betere spreiding leidt tot een lagere impactscore”, zo meent Boer&Verstand, een onafhankelijk onderzoeksplatform dat zich tot doel heeft gesteld om alles wat gepubliceerd wordt over landbouw naast elkaar te leggen en te toetsen op waarheid, naar het voorbeeld van Stichting Agri Facts in Nederland.

En dat is volgens Boer & Verstand niet de enige reden waarom ze problemen hebben met het verschil in benadering tussen landbouw en industrie. “In heel Vlaanderen vertoont slechts 0,6 procent van de Speciale Beschermingszones (SBZ-H-gebied) een stijgende tendens inzake stikstofdepositie. Een deel hiervan bevindt zich in de Kalmthoutse heide en de oorzaak zijn de stijgende emissies van de haven en al zijn activiteiten”, klinkt het.

In andere SBZ-H-gebieden in de rest van Vlaanderen wordt de kritische depositiewaarde volgens het onderzoeksplatform ook overschreden, maar is de tendens over het algemeen dalend. “Bovendien heeft de haven ook een grote negatieve impact op het Nederlandse deel van de Kalmthoutse heide. Dit is eveneens waardevolle natuur en fauna en flora stopt uiteraard niet aan de grens”, zo stelt Boer&Verstand dat er ook op wijst dat de impactscore enkel rekening houdt met de impact op Vlaams grondgebied.

VITO-kaart stikstofdepositie dalende tendens

Waarom moeten landbouwbedrijven onherroepelijk sluiten vanwege hun slechte ligging en mogen nieuwe projecten nog extra stikstof uitstoten in een zéér slecht gelegen industriegebied waar het probleem al groeiend is?, vraagt Boer&Verstand zich dan ook af. “Als minister Demir werkelijk een rigide stikstofkader wil opstellen, zal het probleem van de stijgende emissies in de haven ook moeten worden aangepakt”, luidt het.

VITO-kaart stikstofdepositie NL grensgebied

De impactscore gaat dus niet over de volledige uitstoot van de site van Ineos, maar enkel over één installatie Bij landbouwbedrijven is zo’n opsplitsing vergunningstechnisch niet mogelijk

Onderzoeksplatform Boer&Verstand

Ook het feit dat Ineos Project One als aparte milieutechnische eenheid naar voor schuift, is voor veel landbouwers een doorn in het oog. “De impactscore gaat dus niet over de volledige uitstoot van de site van Ineos, maar enkel over één installatie Bij landbouwbedrijven is zo’n opsplitsing vergunningstechnisch niet mogelijk”, aldus Boer&Verstand. Voor een landbouwbedrijf moeten alle dieren mee in rekening gebracht worden en daar zal men naar elke stal binnen het bedrijf en zelfs binnen verschillende sites kijken.

Factcheck: appelen worden met peren vergeleken

In een eerder artikel berichtte VILT al over de factcheck die de VRT deed op een uitspraak van minister Demir in Terzake. Daar stelde ze dat “de stikstofuitstoot van Ineos veel, veel minder is dan die van een gascentrale of een groot landbouwbedrijf”. Klopt niet, zo stellen experts. “De stikstofuitstoot van Ineos (66 ton) is groter dan die van een groot Vlaams veeteeltbedrijf (32 ton)”, berekende onder meer David De Pue van ILVO.

Voor Boer&Verstand gaat die vergelijking zelfs niet op. “In de berekening die het kabinet van Demir doorgaf aan VRT werd een splinternieuwe industriële site vergeleken met verouderde landbouwbedrijven. Wanneer appelen met appelen vergeleken worden, lijkt het logisch een moderne industriële site te vergelijken met een modern landbouwbedrijf. Het verschil tussen de cijfers die het kabinet heeft aangereikt en die van moderne veehouderijen is aanzienlijk”, aldus het onderzoeksplatform.

Op basis van de uitscheidingscijfers die Omgeving Vlaanderen gebruikt, komt Boer&Verstand op heel andere cijfers uit voor moderne veehouderijen met leefbare dieraantallen, dan de 32 ton of 32.000 kilo uit het voorbeeld van het kabinet:

  • Een melkveebedrijf van 200 melkkoeien met bijhorend jongvee heeft een uitstoot van 3.128 kg ammoniak per jaar. Als het melkvee op een emissiearme vloer zit (25% reductie) kom je op 2.478 kg ammoniak per jaar. Omgezet naar stikstof (i.p.v. ammoniak) bedraagt de uitstoot respectievelijk 2.576 kg stikstof per jaar en 2.041 kg in geval de dieren worden gehouden in een stal met een emissiearme vloer.

  • Een gesloten ammoniakemissiearm (AEA) varkensbedrijf van 350 zeugen en 5.500 vleesvarkens heeft een uitstoot van 6.604,5 kilo ammoniak per jaar of 5.439 kg stikstof jaar (gerekend 1.840 biggen, 70 kraamzeugen, 280 dragende zeugen, 5.500 vleesvarkens (>0.8 m²). Een ammoniakemissiearm systeem zoals een biobed behaalt een reductie van 70 procent.

  • Voor een braadkippenbedrijf van 180.000 braadkippen met het meest toegepaste AEA-systeem (verwarmingsbuizen) kom je op 2.160 kg ammoniak per jaar of 1.779 kg stikstof per jaar.

  • Een leghennenbedrijf van 120.000 hennen met verrijkte kooien op basis van het meest performante emissiearm systeem heeft een uitstoot van 1.200 kg ammoniak per jaar of 988,2 kilo stikstof per jaar.

VILT legde de cijfers ook voor aan ILVO-onderzoeker David De Pue. Hij bevestigt dat de cijfers van Boer&Verstand kloppen. “Deze vergelijking toont aan hoe een moderne kraker zich verhoudt tot een modern veeteeltbedrijf”, stelt De Pue. Volgens hem werd gekozen voor bedrijven van een vrij grote omvang. “Het is dus niet dat ze kleinere bedrijven hebben doorgerekend om er goed uit te komen. Dit is zeker een waardevolle vergelijking.”

Bron: Eigen berichtgeving / Apache

In samenwerking met: Boer&Verstand

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek