ILVO start met veredelingsprogramma voor kikkererwt

De teelt van kikkererwt heeft heel wat kansen in Vlaanderen, maar dan moeten er wel rassen beschikbaar zijn die zich beter staande houden in onze klimaat- en teeltcondities en die een goede opbrengst en behoorlijk eiwitgehalte leveren. Om die reden start ILVO een veredelingsprogramma voor het gewas.

13 januari 2022  – Laatste update 13 januari 2022 21:52
Lees meer over:
kikkererwten teelt_ILVO

Kikkererwten hebben grootste potentieel

De vraag naar plantaardige eiwitbronnen stijgt. Om die reden verkent het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Voeding- en Visserijonderzoek (ILVO) al enkele jaren systematisch het potentieel van meerdere eiwitgewassen. “We hebben nu een realistisch beeld van de teelttechnische uitdagingen van een reeks eiwitgewassen”, legt onderzoeker Hilde Muylle uit. “We hebben ook de verwachtingen in kaart van de Vlaamse voedingssector en weten welke rassen het dichtst aansluiten bij ons klimaat en bodems.”

Eén van de belangrijkste conclusies van dit verkennend onderzoek is dat kikkererwt goed scoort op de verschillende factoren. Zo ziet ILVO een duidelijke en toenemende interesse in lokaal geteelde kikkererwten in Vlaanderen, en dat om meerdere redenen. De vrucht bevat bijvoorbeeld een matige hoeveelheid eiwit (25%) in vergelijking met soja (40-45%).

“Een ander voordeel is dat kikkererwten weinig antinutritionele factoren bevatten: mensen verteren ze dus gemakkelijker dan andere peulvruchten”, legt Muylle uit. “Bijkomend zijn kikkererwten vandaag al goed ingeburgerd als voedselproduct, in tegenstelling bijvoorbeeld tot lupinen. Zowel de consument als de voedingsindustrie appreciëren kikkererwten om hun zachte, neutrale smaak en dus hun brede toepassingsmogelijkheden.”

Geschikte rassen als ontbrekende schakel

De grootste uitdaging om de teelt meer ‘mainstream’ te maken in Vlaanderen: beschikken over rassen die goed genoeg presteren qua oogstzekerheid en opbrengst. “De bestaande rassen uit het buitenland scoren op beide vlakken nog onvoldoende”, zegt Tim Vleugels, veredelaar bij ILVO. “In gunstige omstandigheden zijn we er al in geslaagd om 3 ton per hectare van een proefveld te halen, maar via verbeterde, aangepaste rassen moet dit 4 ton per hectare zijn, ook bij minder goede weersomstandigheden.”

De eerste teeltervaringen die ILVO al achter de rug heeft, kunnen toch positief genoemd worden. “Vergeleken met soja, erwten of lupinen zijn kikkererwten minder gevoelig voor vogelschade in de zaai- en kiemfase. Ook blijkt het gewas weinig vorstgevoelig waardoor dus al vroeg kan gezaaid worden. Wel hebben kikkererwten nood aan warm weer tijdens de bloei en ook tijdens de afrijping”, vertelt Vleugels. Hij wijst erop dat de proefteelt in de natte zomer van 2021 is mislukt. “De koude junimaand gaf een slechte vruchtzetting en de natte augustusmaand verhinderde de gewenste afrijping.”

Voor deze eerste veldproeven gebruikte ILVO buitenlandse rassen. Het wil deze buitenlandse rassen nu gaan gebruiken in kruisingen. “Daarbij zal er ingezet worden op drie kenmerkverbeteringen. In de eerste plaats mikken we op rassen met een snellere afrijping, ook onder koele omstandigheden. Daarnaast willen we de natuurlijke ziekteresistentie van het gewas verhogen, vooral tegen een schimmelpathogeen die pleksgewijze verwelking van planten veroorzaakt en tot slot mikken we op een stabielere en hogere opbrengst per hectare”, klinkt het.

Troeven in veredelingstraject

ILVO beschikt naar eigen zeggen over een aantal troeven om deze taak tot een goed einde te brengen. Zo is de genoomsequentie van kikkererwt al bekend en ze is bovendien compact, wat het veredelen op basis van genetische informatie mogelijk maakt.

“We hebben ook toegang tot de groeiende kennis rond de vorming van wortelknobbeltjes in de wortels van de plant, nodulatie genaamd”, aldus het onderzoeksinstituut. “Kikkererwt groeit als vlinderbloemige in symbiose met specifieke bodembacteriën, die via wortelknolletjes stikstof uit de lucht omzetten tot voedingsstof voor de plant. Onderzoek kan verhelderen welke de meest geschikte bodembacteriën voor Vlaanderen zijn.”

Tot slot heeft ILVO ook veel voedings- en voedertechnische onderzoekscapaciteit om de verwerkbaarheid, verteerbaarheid en smaak van toekomstige nieuwe rassen te testen, zowel voor humane als voor dierlijke voeding.

Ondanks deze troeven zullen die nieuwe rassen nog niet voor meteen zijn. “Veredeling is een werk van lange adem is. We starten vandaag, maar de eerste nieuwe rassen zullen pas klaar zijn over een kleine 10 jaar”, verduidelijk onderzoeker Vleugels.

Relancemiddelen ingezet

Om dit veredelingsprogramma op poten te zetten kan ILVO rekenen op steun vanuit de relancemiddelen, meer bepaald uit het relanceproject FutureAdapt. “Dit project kadert in de Vlaamse eiwitstrategie waarin we de productie van meer lokale, klimaatrobuuste, plantaardige eiwitten in Vlaanderen willen stimuleren. Via het Vlaamse relanceplan voorzien we in een extra investering van 4 miljoen euro voor samenwerkingsprojecten die daarin passen”, legt Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits (CD&V) uit. “Ook kunnen landbouwers die ervoor kiezen om met eiwitrijke teelten aan de slag te gaan, rekenen op technische en financiële ondersteuning.”

Vlaamse eiwitstrategie zet duurzame en lokale eiwitten op de (menu)kaart
Uitgelicht
De volgende jaren kiest Vlaanderen voor de productie van meer plantaardige eiwitten voor onze dagelijkse voeding en de verduurzaming van het voeder van dieren. Dat is de kern...
23 februari 2021 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Beeld: ILVO

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek