ILVO onderzoekt aanwezigheid microplastics in Noordzee

In het kader van een Europees Interreg-project zal het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) de komende drie jaar vier onderzoekers inzetten om de aanwezige microplastics in de Noordzee te bestuderen en naar oplossingen te zoeken. Onder invloed van licht en omgeving kan plastic afbreken tot steeds kleinere stukjes, microplastics, die een groot effect op het ecosysteem kunnen hebben.

Het onderzoek wordt gevoerd met instellingen uit Frankrijk (Ifremer en Université de Brest), Nederland (Deltares) en Groot-Brittannië (Cefas). Europa zet drie miljoen euro en 20 onderzoekers in, ILVO levert vier onderzoekers en krijgt daarvoor één miljoen euro. Het ‘MICRO-project’ gaat officieel van start op 1 juli en sluit aan bij de reeds bestaande inventarisatie en beschrijving van afval opgevist tijdens ILVO-werkzaamheden op zee en bij het onderzoek rond microplastics en toxische stoffen op zee.

Sinds de ontdekking van de drijvende vuilnisbelten in de Stille Oceaan wordt immers steeds meer aandacht besteed aan de problematiek van zwerfvuil in zee. Op Europees niveau vormt marien afval een belangrijk aspect bij de beschrijving van de toestand van een ecosysteem. “In onze Noordzee wordt jaarlijks 20.000 ton afval gedumpt. Dit afval is grotendeels niet afbreekbaar en blijft dus decennialang rondzwerven, met alle gevolgen van dien. Dieren raken erin verstrikt of slikken het in, en toxische stoffen komen vrij uit het afval of worden door het afval geconcentreerd”, verklaart ILVO.

Vooral plastics veroorzaken problemen. Na verloop van tijd kunnen ze onder invloed van het licht en de omgeving afbreken tot steeds kleinere stukjes, die microplastics worden genoemd. Deze kleine plastic deeltjes zijn vaak met het blote oog niet waar te nemen, maar kunnen wel een groot effect op het ecosysteem hebben. Volgens de ILVO-onderzoekers kunnen deze microplastics bijvoorbeeld opgenomen worden in de weefsels van mariene organismen. Op die manier stapelen er zich chemische stoffen op in de voedselketen.

Via het MICRO-project willen de onderzoekers te weten komen of er plaatsen zijn waar grote hoeveelheden microplastics voorkomen en wat de invloed van deze stoffen is op het leven van zeedieren en op de voedselketen. “We willen ook achterhalen hoe groot het probleem is van toxische stoffen die op microplastics vastkleven en welke bacteriën er op te vinden zijn. Daarnaast willen we ook kijken welke invloed microplastics uitoefenen op de mossel- en oesterkweek”, legt Greet Riebbels, woordvoerder van ILVO, uit.

Maar het onderzoek is niet alleen gefocust op het in kaart brengen van de vervuiling door microplastics. Er zal ook nagegaan worden of er bacteriën zijn die microplastics kunnen afbreken en indien ze gevonden worden, of ze ook de aanwezige microplastics ter plaatse kunnen opruimen.