Hoeveslagerijen profiteren sterk van coronapandemie

Vele land- en tuinbouwers die actief zijn in de korte keten, mochten deze toenemende interesse vrij snel bij de eerste lockdown aan de lijve ondervinden. Uit cijfers van VLAM, het Steunpunt Korte Keten en Ferm blijkt nu dat tijdens de eerste helft van 2020 44 procent meer gezinnen hun voedingsaankopen deden bij land- en tuinbouwers.

Bewuste keuze voor lokaal

Volgens Bart Thoelen van het Steunpunt Korte Keten zijn er verschillende redenen waarom meer consumenten zich rechtstreeks tot de boer wendden voor de aankoop van voeding. “De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat consumenten veel bewuster gekozen hebben voor het steunen van de lokale economie. Uit het onderzoek bleek bijvoorbeeld dat de helft van de Vlaamse consumenten ‘oorsprong’ belangrijk vonden bij de aankoopbeslissing om op die manier de lokale economie te steunen”, stelt hij.

Daarnaast ziet het Steunpunt Korte Keten ook een groeiende interesse voor een duurzaam alternatief en voor meer betrokkenheid tussen consument en producent. “Consumenten krijgen via de korte keten de kans om te leren waar hun eten vandaag komt. Het is duidelijk dat de Belg terug meer wil kiezen voor de kwaliteit van het rijke assortiment van lokale voedingsproducten dat ons land telt”, aldus Thoelen.

Stijging grootst voor hoeveslagerijen

De stijging van de cijfers was het meest opvallend voor hoeveslagerijen. Vlaanderen telt vandaag 154 hoeveslagers. Vaak zijn dat jonge landbouwers die ervoor kiezen om zelf waarde toe te voegen en een opleiding tot beenhouwer volgen om op die manier het vlees van hun dieren zelf te commercialiseren ofwel door samen te werken met ambachtelijke slagers.

Ongeveer twee procent van de Belgische gezinnen koopt minstens één keer per jaar vers vlees op de hoeve. Tijdens de eerste lockdown nam dat volume snel toe. In absoluut volume gaat het om 1.679 ton vers vlees dat rechtstreeks via de hoeve verkocht werd in de periode juli 2019 tot juni 2020. Het gaat om een stijging van 55 procent in vergelijking met een jaar voordien. Daar bovenop kwam nog eens 116 ton dat via boerenmarkten werd verkocht. Opvallend is dat deze stijging vooral gedreven wordt door een jongere bevolkingsgroep.