Handel ziet brood in import Nieuw-Zeelandse boter

Hoewel de Europese zuivelmarkt nog steeds zucht onder de lage prijzen, zien handelaren toch brood in de import van boter uit Nieuw-Zeeland. Ditmaal zijn alle aanvragen voor de invoer van boter uit dit land volledig toegewezen. Dit betekent dat voor de periode van juni tot en met december ruim 64.000 ton Nieuw-Zeelandse boter mag worden ingevoerd in de Europese Unie.

Dat is behoorlijk meer dan bij de vorige halfjaarlijkse inschrijvingen. Bij de inschrijfronden van december kon voor de periode van januari tot en met juni van dit jaar ruim 37.000 ton Nieuw-Zeelandse boter in Europa worden ingevoerd. Terwijl het invoercontingent veel lager was dan nu, bleek ook de belangstelling veel kleiner. Lang niet het hele contingent werd toegewezen. Importeurs dachten dat er weinig aan te verdienen zou zijn.

De hoeveelheid die toen niet werd geïmporteerd, kon bij de huidige inschrijfronde (van mei) extra worden ingevoerd. Ditmaal bleek die extra grote hoeveelheid nog maar nauwelijks voldoende om in de behoefte van importeurs te voorzien. Blijkbaar is het verschil in prijs groot genoeg om een winstgevende handel naar Europa op te zetten, ondanks een Europese invoerheffing van 70 euro per 100 kilo. De Europese boterprijs lag deze week op 225 euro per 100 kilo. Dit betekent dat de Nieuw-Zeelandse prijs nog fors lager moet liggen dan 155 euro per 100 kilo.

Voor de Europese boterproducenten is de Nieuw-Zeelandse import geen nieuws. Deze mogelijkheid bestaat al heel lang. Wel vervelend is de hoogte van het invoercontingent op een moment dat de markt in de EU nog steeds zwak is. De Europese boterprijzen zijn de laatste weken overigens gestaag omhoog geklommen van slecht naar iets minder slecht. Maar voor de Europese boterhandel is de eigen markt wel steeds belangrijker geworden. Wereldmarktexport is er bijna niet meer.