Gunstige waarden, maar waakzaamheid voor mycotoxines in korrelmaïs blijft nodig

Sinds enkele jaren monitoren de federatie van de Belgische graanhandelaren FEGRA en diervoederfederatie BFA samen de mycotoxines in korrelmaïs. Deze gifstoffen afkomstig van schimmels ontwikkelen zich in het veld op de plant en kunnen zich ook na het oogsten, tijdens de opslagperiode, verder ontwikkelen.

Geen overschrijding

Net als in 2022 overschreed ook dit jaar geen enkel resultaat de richtwaarden voor de verschillende geanalyseerde mycotoxines. Veel resultaten lagen zelfs onder de detectielimiet. Hoewel er geen enkele overschrijding van de toegelaten mycotoxinegehaltes werd waargenomen, roepen FEGRA en BFA op om alsnog waakzaam te blijven. De bekomen waarden uit dit onderzoek geven enkel een beeld van het mycotoxinerisico op de velden. Maar dit schept geen volledig beeld.

De invloed van vochtige weersomstandigheden en de langere veldperiode mag niet onderschat worden, want dit kan toxines doen toenemen. Zo kan reeds voor deoxynivalenol een verhoging in contaminatiegraad vastgesteld worden, in vergelijking met 2022. Deze stof wordt ook wel ‘vomitoxine’ genoemd omdat ze tot braken kan leiden. Ook tijdens de bewaring kunnen mycotoxines toenemen. BFA en FEGRA benadrukken dus om telkens goede opslagpraktijken toe te passen, waaronder voldoende afkoeling en ventilatie na droging.

127 stalen

Bij de mycotoxinemonitoring worden zo snel mogelijk na de oogst screeningsgegevens verzameld en analyseresultaten ter beschikking gesteld aan de verbruikers van maïs. Het rapport voor de oogst van 2023 is gebaseerd op 127 stalen. De analyseresultaten tonen een algemeen laag contaminatieniveau aan. Van de 127 stalen kwamen er 37 uit Frankrijk, 32 uit België, 30 uit Polen, 19 uit Oekraïne, 5 uit Duitsland en 2 uit Brazilië. Twee maïsstalen hadden een onbekende afkomst.