Grond onder hoogspanningsmasten ingericht als toevluchtsoord voor akkervogels

In de Limburgse stad Bilzen worden de gronden onder tien hoogspanningsmasten ingericht als toevluchtsoord voor akkervogels. Het gaat om een samenwerking van de stad Bilzen, Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren en netbeheerder Elia binnen het plan Leeuwerik. Met dit plan wil Bilzen de akkervogels in de regio een kans geven. Deze vogels staan de laatste jaren sterk onder druk.

7 december 2021  – Laatst bijgewerkt om 7 december 2021 14:17
Lees meer over:
Leeuwerik

Op maandag hebben de burgemeester van Bilzen en afgevaardigden van Elia de eerste struiken aangeplant onder de pyloonvoet van een hoogspanningsmast in Bilzen. De komende tijd zullen nog negen hoofspanningsmasten volgen. Het betekent het startschot van Plan Leeuwerik dat erop gericht is om de akkervogels een kans te geven.

“Onze stad herbergt heel wat natuurgebieden, waar we ons al jaar en dag voor inzetten, samen met lokale (natuur)organisaties. Maar sommige soorten leven buiten deze beschermde gebieden. De veldleeuwerik is zo’n soort, omdat hij vaak op akkers en graslanden broedt”, vertelt Bilzen-burgemeester Johan Sauwens. Vooral in het zuidoosten van Bilzen bevindt zich volgens hem landbouwgebied dat specifieke akkersoorten aantrekt. “Het is belangrijk om ook de typische biodiversiteit van dit uitgestrekt cultuurlandschap te herstellen en te versterken, want anders dreigen we soorten zoals de veldleeuwerik definitief te verliezen.”

Het is belangrijk om ook de typische biodiversiteit van dit uitgestrekt cultuurlandschap te herstellen en te versterken, want anders dreigen we soorten zoals de veldleeuwerik definitief te verliezen.

Johan Sauwens - Burgemeester van Bilzen

Populatie sterk teruggelopen

Dit jaar worden er winter- en zomertellingen van akkervogels uitgevoerd in de regio, maar het is nog te vroeg om daar conclusies uit te trekken. Eerder bleek uit het nieuwe boek van de Limburgse Koepel voor Natuuronderzoek (Lilonka) ‘Vogels in Limburg - Historiek, verspreiding, trends en verplaatsingen’ dat akkervogels in de provincie Limburg onder druk staan. Met een daling in Limburg van 30.000 broedparen in 1972 naar nauwelijks 2.000 à 4.000 broedparen in 2013-2018, is er weinig reden tot optimisme. Haspengouw vormt de hotspot voor veldleeuwerik in Limburg,

Uit vooronderzoek voor het boek is gebleken dat de veldleeuwerik het wél goed doet op plekken waar het beheer op hem wordt afgestemd en landbouwers samen met natuurbeschermers de handen in elkaar slaan. Dit is precies wat Plan Leeuwerik beoogt. De gronden rond de pyloonvoeten van tien hoogspanningsmasten worden als groene zones ingericht en bestaan uit een combinatie van grassen, kruiden en struwelen van inheemse struiken.

De Stad Bilzen sloot een overeenkomst van onbepaalde duur af met Elia, die het hoogspanningsnetwerk beheert. “Elia bezit en beheert de gronden onder de pylonen van hoogspanningsleidingen,” zegt Raf Vandenboer van Elia. “Omwille van veiligheidsredenen, mogen er geen hoge bomen onder hoogspanningslijnen groeien. We kunnen deze percelen wel op een natuurvriendelijke manier inrichten, wat we op heel wat plaatsen al doen.”

Samenwerking met lokale landbouwers

Er werd afgesproken dat de stad Bilzen het beheer onder de tien hoogspanningsmasten overneemt, zodat zij de inrichting en het beheer maximaal kunnen afstemmen op de noden van de veldleeuwerik en akkervogels. Bilzen wil hiervoor samenwerken met lokale landbouwers en ook sociale economiebedrijven inschakelen.

De inrichting van veilige, aantrekkelijke zones voor akkervogels is de eerste realisatie binnen het Plan Leeuwerik, dat begin 2021 van start ging. Het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren (RLHV) staat de stad Bilzen bij als procesbegeleider en als aanspreekpunt. De inrichting van de pyloonvoeten wordt gefinancierd door Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid (ANB) en de Provincie Limburg. De stad Bilzen voorziet de financiële middelen voor het duurzaam beheer van deze groene stapstenen in het akkerlandschap.

De betrokken partijen hopen dat ook landbouwers en anderen zich geroepen voelen om de achteruitgang van de akkerbiodiversiteit een halt toe te roepen. De veldleeuwerik zou een goede graadmeter zijn voor akkernatuur. “Als hij ergens floreert, weten we dat heel wat andere soorten ook goed gedijen en de biodiversiteit weer meer kansen krijgt”, klinkt het.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek