Akkervogels in vrije val: debat over rol van predatie laait op
nieuwsPredatie heeft een "limiterend effect" op Vlaamse akker- en weidevogelpopulaties, zo stelt het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) in een nieuw rapport. Hoewel predatiebeheer tijdelijk kan helpen, ligt de sleutel tot duurzaam herstel volgens het rapport vooral in structureel habitatherstel en een fundamentele hervorming van het landbouwsysteem. Het rapport lokt uiteenlopende reacties uit. Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV) acht een terugkeer naar traditionele landbouwpraktijken onhaalbaar in het versnipperde Vlaanderen, terwijl Vogelbescherming Vlaanderen waarschuwt voor symptoombestrijding.
De cijfers over akker- en weidevogels blijven jaar na jaar zorgwekkend. Vaak wordt naar de landbouw gekeken als grote veroorzaker van de achteruitgang van de populatie. De jachtsector, en ook de landbouw, wijzen dan weer naar de impact van predatie op deze grondbroedende vogels in Vlaanderen. Om die reden drong Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV), de belangenorganisatie van de jagers, aan op een onderzoek naar de impact van onder meer vossen, steenmarters, everzwijnen, dassen, kraaien en roofvogels op akker- en weidevogels.
Dat onderzoek is er nu. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft een 291 pagina’s tellend rapport klaar waarin het de bestaande literatuur over de impact van predatie op grondbroedende akker- en weidevogels heeft samengebracht. Het gaat onder meer om akkervogels zoals patrijs, grauwe gors, veldleeuwerik, graspieper en kwartel en om weidevogels als kievit, grutto, wulp, scholekster en tureluur. De conclusie: predatie heeft “hoogstwaarschijnlijk een limiterend effect” op alle onderzochte soorten, al worden daar ook kanttekeningen bij geplaatst.

Steeds minder broedvogels in landbouwgebieden
20 maart 2025Een Europees probleem met lokale gevolgen
De achteruitgang van deze vogels is geen exclusief Vlaams fenomeen, benadrukt INBO. “We zien dit in heel Europa als gevolg van biodiversiteitsverlies”, klinkt het. “De voornaamste reden hiervoor is de intensivering van de landbouw die leidt tot het verlies en achteruitgang van geschikt leefgebied voor deze akker- en weidevogels. Deze veranderingen in habitat verstoren de balans tussen de prooidieren en hun natuurlijke vijanden.”
Verschillende predatoren hebben de voorbije decennia hun plaats in het ecosysteem herwonnen, zoals de vos, steenmarter en kraaiachtigen, terwijl andere – zoals de boommarter en havik – in opmars zijn. “De meeste van deze soorten waren de voorbije 200 jaar in Vlaanderen zeldzaam of zelfs uitgestorven door toedoen van de mens. Hun herstel is het resultaat van een gewijzigd natuurbeleid en actieve beschermingsmaatregelen”, zo benadrukken de onderzoekers.
Combinatie van factoren heeft limiterend effect
Volgens het rapport ligt het probleem in een combinatie van factoren: afname en versnippering van leefgebied én de toename van predatoren. Vooral soorten die lang leven, op de grond broeden, slechts één legsel hebben en kwetsbaar zijn in alle levensfasen, worden hard getroffen – precies de categorie waartoe akker- en weidevogels behoren.
INBO stelt dat predatiebeheer voor deze soorten effectief kán zijn, mits het breder wordt opgevat dan het doden van roofdieren. Denk aan het verbeteren van leefgebied, gebruik van niet-dodelijke maatregelen zoals nestafrastering en het verminderen van predatordruk door landschapsaanpassingen.
Geen pleidooi voor doden van roofdieren
Tegelijk wijzen ze erop dat de relatie tussen akker- en weidevogels en predatiebeheer een erg complex vraagstuk is, dat zeer situatieafhankelijk is. Het predatiebeheer is met andere woorden zowel soort- als gebiedsspecifiek. “Dit rapport doet geen uitspraak over de keuze om bepaalde soorten al dan niet letaal (dodelijk, red.) te beheren. Naast ecologische aspecten spelen ook maatschappelijke visies, economische aspecten en ethische bedenkingen een rol bij de keuze van de maatregelen en de inzetbaarheid ervan in het kader van de beheerstrategie”, klinkt het.
Het rapport stelt dat de effectiviteit van predatiebeheer sterk verschilt per gebied. Dat hangt onder andere af van: de aanwezige predatoren en hun dichtheid, de beschikbaarheid van alternatieve prooien, habitatkenmerken zoals grootte en versnippering van het gebied en de mate waarin andere predatoren het effect van beheersmaatregelen compenseren. “Deze variatie maakt dat het moeilijk op voorhand in te schatten is wat het effect van predatiebeheer in een bepaald gebied zal zijn”, luidt het. In dat kader wordt gewezen op verschillende kennislacunes die deze onzekerheid versterken.

Meer geelgorzen in de Westhoek dankzij landbouwers
10 februari 2023"Herstel van leefgebieden als sleutel"
Tot slot benadrukken de onderzoekers dat predatiebeheer wel een ondersteunende rol kan spelen, maar dat de sleutel tot duurzaam herstel van akker- en weidevogelpopulaties vooral ligt in het herstellen van hun leefgebieden. “De huidige inspanningen zijn ontoereikend om het tij te keren”, aldus het rapport. Al zijn de onderzoekers van mening dat predatiebeheer tijdelijk een hulpmiddel kan zijn in afwachting van voldoende habitatherstel. “De langetermijnoplossing blijft echter een fundamentele omslag in het landbouwsysteem, zodat leefgebieden duurzaam behouden en hersteld worden”, besluiten ze dan ook.
HVV weinig verrast door resultaten
Hubertus Vereniging Vlaanderen, op wiens vraag de studie er kwam, reageert weinig verrast op het rapport. “Buitenlandse studies hebben al herhaaldelijk het nut van predatorcontrole voor kwetsbare akkerfauna aangetoond. Wij beschikken al langer over deze studies die in het rapport worden aangehaald en hebben ze al meermaals gebruikt om ons standpunt over de impact van predatie te onderbouwen”, klinkt het.
Toch is er ook kritiek op de conclusies in het rapport. “Een volledige ommekeer van het landbouwsysteem en een terugkeer naar landbouwmethoden van vroeger, zoals voorgesteld in het rapport, beschouwen wij als een utopie. Ook de veronderstelling dat akker- en weidevogels zich zouden kunnen handhaven in een ‘voldoende hersteld’ landschap zonder dat predatie wordt aangepakt, wordt in het INBO-rapport nauwelijks wetenschappelijk onderbouwd”, zegt HVV.

Beheerovereenkomsten belangrijk voor overleven akkervogels
12 september 2022"Combinatie van drie factoren nodig in modern landbouwlandschap"
De jagersvereniging is van mening dat effectief herstel van grondbroeders zoals de patrijs zich op drie belangrijke oorzaken van achteruitgang richt: het herstel van leefgebied, het voorzien van wintervoedsel en doorgedreven predatorcontrole. “Dat laatste is, in tegenstelling tot wat het INBO-rapport stelt, geen tijdelijke oplossing, maar een evenwaardige en complementaire maatregel”, luidt het. Praktijkvoorbeelden en Britse studies wijzen volgens HVV uit dat het combineren van deze drie factoren effectief blijkt voor het ondersteunen van akkerfauna in een modern landbouwlandschap.
“Daarnaast kan het verbeteren van het leefgebied, samen met predatorcontrole, de benodigde oppervlakte voor leefgebiedmaatregelen verkleinen, wat ook wordt bevestigd door meerdere studies die in het INBO-rapport worden genoemd. Deze aanpak is vooral relevant voor dichtbevolkte en intensief gebruikte landschappen zoals Vlaanderen, waar ruimte voor het inrichten van geschikt leefgebied beperkt is”, stelt HVV.
Het nieuwe INBO-rapport bevestigt volgens de organisatie dan ook dat predatie een grote bedreiging is voor grondbroedende akker- en weidevogels in Vlaanderen en dat gerichte maatregelen tegen predatoren kunnen helpen bij het herstel van deze kwetsbare vogelsoorten. “Wij pleiten dan ook voor ruimere bejagingsmogelijkheden om de gunstige impact van predatorcontrole op kwetsbare fauna te vergroten. Het rapport benadrukt dat een aanpak die meerdere predatorsoorten betreft, het meest effectief is, aangezien verschillende predatorsoorten verantwoordelijk zijn voor de predatie”, aldus nog HVV.
“Predatiebeheer zonder structurele aanpak is zinloos”
Ook Vogelbescherming Vlaanderen reageert op de INBO-studie. “We zijn blij met de aandacht voor deze kwetsbare soorten, maar willen toch benadrukken dat predatiebeheer slechts een klein stukje is van een veel groter verhaal. Volgens ons moet herstel van leefgebieden altijd de centrale doelstelling blijven”, luidt het. De organisatie meent dat het een én-én-én-verhaal is: “Predatiebeheer kan een ondersteunende rol spelen, maar zonder habitatherstel blijft elke ingreep dweilen met de kraan open”, aldus woordvoerder June Heene. “Een te generieke toepassing van predatiebeheer is niet alleen inefficiënt, maar kan ook nefaste gevolgen hebben voor het ecosysteem.”
Ze pleit voor prioriteit voor niet-dodelijke en preventieve maatregelen en waarschuwt voor de risico’s van generiek predatiebeheer. “Niet-dodelijke, preventieve maatregelen, zoals werken aan habitatherstel en aanpassingen in het landschap om predatoren te weren, verdienen volgens het rapport de voorkeur en kunnen op lange termijn doeltreffender zijn”, meent Heene. Zij wijst er ook op dat een duurzaam herstel van de populaties akker- en weidevogels alleen mogelijk is via structureel habitatbeheer, zoals het rapport aangeeft. “Predatiebeheersing zonder deze structurele aanpak is dus zinloos.”
Tot slot kant Vogelbescherming Vlaanderen zich tegen het verder verruimen van de bejagingsmogelijkheden, waar HVV net op aandringt. “Dat is een carte blanche voor symptoombestrijding en ondermijnt elke poging tot duurzaam beheer”, besluit Heene.

Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: Inagro