Boorvliegjes zetten handelsverkeer op zijn kop

Vier boorvliegjes die tot op heden als aparte soorten werden gezien zijn in feite één en hetzelfde beestje. Dat heeft een internationaal team van onderzoekers ontdekt onder het goedkeurend oog van de Wereldvoedselorganisatie. Hun ontdekking is vooral van groot belang voor de handel tussen Afrika en Azië, die tot nu toe de grenzen voor elkaar dicht hielden uit vrees voor exotische boorvliegjes terwijl dat zinloos is als een andere, of beter dezelfde, soort boorvliegjes ook in eigen land voorkomt. Europa versoepelt de invoerregels voor fruit uit die twee continenten niet. Een inventieve manier van biologische bestrijding – het uitzetten van steriele mannelijke vliegjes – zou de plaag kunnen indammen.

Voortaan maak je beter niet meer het onderscheid tussen de oosterse, Filippijnse, invasieve en de aziatische papaya boorvlieg want het is één en hetzelfde (schadelijke) insect. De nieuwe gemeenschappelijke naam is voortaan oosterse boorvlieg. Een 50-tal onderzoekers uit 20 verschillende landen werken al sinds 2009 samen om nu tot die ontdekking te komen. Het onderzoek werd gecoördineerd door VN-organisatie FAO en door de internationale instelling IAEA. Soorten juist identificeren, is een basisvoorwaarde om schadelijke insecten goed te kunnen bestrijden.

Het is bovendien van groot belang voor de internationale handel want heel wat handelsbeperkingen verliezen nu plots hun bestaansreden. Als één van wat tot nu toe als vier soorten boorvliegen gezien werd, voorkomt in zowel het exportland als het land van bestemming dan heeft het geen zin om de handel te beperken. Dat is goed nieuws voor ontwikkelingslanden in Afrika, waar de invasieve boorvlieg zorgt voor productieverliezen tot 80 procent en meer in fruitboomgaarden. Er is echter enkel sprake van een versoepeling voor de fruithandel tussen Azië en Afrika. In beide continenten zijn immers exemplaren van de oosterse boorvlieg aanwezig. Invoer van Aziatisch én Afrikaans fruit naar Europa blijft onverminderd streng gecontroleerd. De bewuste vliegjes staan immers op de Europese quarantainelijst.

De grenzen opengooien, is één zaak maar de schade voor fruittelers binnen de perken houden, is nog iets anders. Daarom gebeurde er ook onderzoek naar biologische plaagbestrijding. Fruittelers zullen wellicht raar opkijken als ze te horen krijgen dat ze boorvliegjes moeten uitzetten om de plaag in te dammen. Het ingenieuze is dat het om steriele mannelijke exemplaren gaat die niet voor nakomelingen kunnen zorgen na het paren met een vrouwelijk fruitvliegje. Toegepast in voldoende grote aantallen steriele boorvliegjes op een voldoende groot areaal kan dit de schadelijke populatie terugdringen. Eén type steriele oosterse boorvlieg kan paren met de boorvliegjes die in de verschillende werelddelen voorkomen.

Meer info: Entomology Today