Fevia wil ombudsman voor handelsrelaties binnen agrovoedingsketen
nieuwsDe Belgische voedingsindustrie stelt vast dat haar positie in de voedingsketen steeds meer onder druk komt te staan. De groeiende macht van supermarktketens en buitenlandse aankoopallianties zorgt voor onevenwichtige handelsrelaties, zegt sectorfederatie Fevia. Die pleit daarom voor strengere wetgeving tegen oneerlijke handelspraktijken en de invoering van een laagdrempelig meldpunt, naar buitenlands voorbeeld.
De Belgische voedingsindustrie noemt zichzelf een centrale en essentiële schakel in de voedingsketen. “Voedingsbedrijven verwerken 61 procent van de Belgische landbouwproductie en de retail wordt voor 61 procent bevoorraad door Belgische voedingsbedrijven, bij de horeca gaat het zelfs om 71 procent”, aldus Fevia. Volgens voorzitter Nathalie Guillaume, voorzitter van Fevia, zijn deze schakels afhankelijk van elkaar. “Zonder de ene schakel kan de andere niet bestaan”, benadrukt ze.
Laagste prijs kent geen winnaars
De centrale positie van de voedingsbedrijven in de keten komt steeds meer onder druk te staan. “Vandaag bevoorraden supermarktketens zich steeds meer in het buitenland en bundelen zij hun krachten in Europese aankoopallianties. Er zijn in ons land nog maar zeven aankoopcentrales en 13 supermarktketens actief. Zij kopen hun producten aan bij 7.500 voedingsbedrijven die zich op hun beurt bevoorraden bij 36.000 landbouwers”, schetst Guillaume.
Zij ziet dat deze aankoopallianties een enorme machtspositie tegenover de voedingsbedrijven innemen en dat die machtpositie alleen maar toeneemt. “Maar hun strijd om tegen de laagste prijs in te kopen, kent evenwel geen winnaars. Ze verhoogt de druk op zowel de voedingsindustrie als de landbouw, zonder dat dit leidt tot een verbetering van de koopkracht van de consument”, aldus de Fevia-voorzitter.
Die vaststelling doet Fevia vragen om een uitbreiding van de wetgeving rond oneerlijke handelspraktijken, de zogenaamde UTP-richtlijn. “Vandaag geldt die wet niet voor bedrijven die een omzet hebben die hoger is dan 350 miljoen euro. Volgens ons is unfair, ongeacht de grootte”, klinkt het. De federatie wil dat alle bedrijven in de agrovoedingsketen zich kunnen beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken.
Ombudsman naar Brits voorbeeld
Daarnaast wil Fevia ook een contactpersoon voor handelsrelaties binnen de agrovoedingsketen. De landbouworganisaties steunen die vraag. “Het klopt dat de Belgische Mededingingsautoriteit en de FOD Economie al voorzien in een procedure, maar vaak is dit een te grote stap voor voedingsbedrijven. Bij hen leeft de angst dat de retail te weten komt van wie de klacht komt en dat de klager dan zal worden aangepast door de retail”, vertelt CEO Bart Buysse.
Daarom wil Fevia dat er een laagdrempeliger aanspreekpunt komt waar anoniem klachten kunnen neergelegd worden, naar Brits voorbeeld. Volgens hem heeft de praktijk in Groot-Brittannië bewezen dat zo’n contactpersoon, daar ‘Groceries Code Adjudicator genaamd, ervoor kan zorgen dat de relaties tussen leveranciers en supermarkten verbeteren.

Margin claims en volumekortingen
Hij geeft ook een aantal voorbeelden van klachten die bij deze contactpersoon neergelegd kunnen worden. “We denken bijvoorbeeld aan de zogenaamde ‘margin claims’ waarbij supermarktketens van de voedingsindustrie extra marge eisen wanneer ze hun prijzen moeten verlagen door de concurrentie tussen supermarkten. Wij moeten toch niet de gevolgen dragen van de competitie tussen de retail?”, vraagt Buysse zich af. Een ander voorbeeld is een retailer die nieuwe vestigingen opent en dus verwacht meer volume te draaien. Soms eist die dan van leveranciers dat ze hun prijzen laten dalen omdat zij ook meer zullen kunnen afzetten.
Een laatste vraag van Fevia in dat kader is de publicatie van veelgestelde vragen (FAQ’s) of van een gids met goede voorbeelden van samenwerking met de sector. “Want die goede voorbeelden zijn er zeker. Op heel veel vlakken werken we ook goed samen met de retail”, vult voorzitter Guillaume aan.

Bron: Eigen berichtgeving
Beeld: Rikolto