EU heeft plan klaar voor natuurherstel en halvering gewasbescherming tegen 2030
Tegen 2030 moet het gebruik van chemische en gevaarlijke pesticiden met de helft verminderd worden. Die ambitieuze doelstelling heeft de Europese Commissie woensdag gepresenteerd om het verlies aan biodiversiteit en de sterfte van bijen en andere bestuivers tegen te gaan. Bovendien legt ze voor het eerst wettelijk bindende doelstellingen voor natuur op tafel.
Gewasbescherming: minstens 35 procent tegen 2030 op lidstaatniveau
Het terugdringen van het gewasbeschermingsmiddelengebruik is één van de belangrijke pijlers van de Europese ‘Farm-to-Fork’-strategie die de weg moet wijzen naar een duurzaam toekomstmodel voor landbouw en voedselproductie. De Commissie wou het voorstel oorspronkelijk al in maart presenteren, maar met de oorlog in Oekraïne besloot de Commissie de pauzeknop in te drukken.
De oorlog in de graanschuur van Europa heeft grote onzekerheid gezaaid over de voedselbevoorrading en de prijzen de hoogte ingejaagd, maar dat heeft de Commissie uiteindelijk niet doen afzien van haar voornemen. “Het zou onverantwoord zijn om de oorlog te gebruiken om deze voorstellen af te zwakken, ervan uitgaande dat duurzaamheid tot minder voedsel leidt. De klimaat- en biodiversiteitscrisis is voor onze neus aan het gebeuren en vormt de grootste bedreiging voor onze voedselzekerheid", betoogde vicevoorzitter Frans Timmermans.
De verordening verankert de doelstelling dat het algemene gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik van de meest gevaarlijke pesticiden tegen 2030 gehalveerd moet worden. De Commissie voorziet de komende vijf jaar bijzondere financiële ondersteuning om landbouwers te helpen de kosten te dragen en over te schakelen naar duurzame alternatieven zoals plantenextracten en micro-organismen. Helemaal verboden wordt het gebruik van pesticiden op openbare plaatsen, zoals parken en speeltuinen.
De doelstelling van 50 procent is er één voor de hele Europese Unie. De lidstaten krijgen de vrijheid om een eigen nationale doelstelling vast te leggen, waarbij rekening kan gehouden worden met de specifieke situatie van elk land en de intensiteit van het gebruik. Het neemt niet weg dat de Commissie kan ingrijpen wanneer ze het ambitieniveau te laag acht. Een reductie met 35 procent is sowieso de ondergrens.
Voedselonzekerheid en gelijk speelveld
Volgens Europees parlementslid Tom Vandenkendelaere (cd&v) is de timing van dit wetsvoorstel “hoogst ongelukkig”. “Door de oorlog in Oekraïne staat voedselzekerheid wereldwijd onder druk en zal ook Europa moeten antwoord bieden op hongersnood in delen van de wereld. Hoe terecht ook de ambitie is om het gewasbeschermingsmiddelengebruik af te bouwen, net nu moeten we de productie niet moeilijker maken dan ze is”, meent hij.
Vandenkendelaere wijst erop dat landbouwers al enorme inspanningen leveren om minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken in Europa. “De laatste jaren is het gebruik van de meest schadelijke pesticiden met 26 procent gedaald. Ook in België daalde het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met 33 procent.” Tijdens zijn vele bezoeken aan landbouwbedrijven heeft hij steeds vastgesteld dat landbouwers altijd bereid zijn om minder schadelijke alternatieve producten te gebruiken als ze ook effectief zijn.
Het EU-parlementslid hekelt ook de dubbele houding van Europa. “We mogen het onze eigen producenten niet lastiger maken en tegelijkertijd het achterpoortje openzetten voor producten uit derde landen waar de wetgeving op gewasbeschermingsmiddelen minder streng is”, klinkt het. “Het is dus kwestie om ook de importzijde van dit verhaal aan te scherpen om zo het gelijk speelveld te bewaren.”
Vandenkendelaere roept op om samen met de boeren aan de slag te gaan om de reductie effectief te behalen. “Dit moet gebeuren op een manier die haalbaar is en onderbouwd door de wetenschap. De voedselonzekerheid in grote delen van de wereld moet meegenomen worden in de beslissingen die genomen worden”, stelt hij. “De duidelijk daling in gewasbeschermingsmiddelengebruik moet verder gezet worden, maar we kunnen ons niet vastpinnen op doelstellingen ten koste van productiedaling, in tijden waar net anderen van ons een verhoging verwachten.”
20 procent natuurherstel tegen 2030
Daarnaast presenteerde de Commissie een verordening die voor het eerst wettelijke doelstellingen voor natuurherstel vastlegt. De Europese natuur gaat er volgens het dagelijks bestuur van de EU alarmerend op achteruit. Meer dan tachtig procent van de Europese habitats bevindt zich in slechte staat. "Wij mensen zijn afhankelijk van de natuur: voor de lucht die we inademen, voor het water dat we drinken en voor het voedsel dat we eten. Onze economie draait ook op de natuur", zo duidde Timmermans het belang.
Het doel is in eerste instantie om tegen 2030 voor ten minste 20 procent van de land- en zeegebieden maatregelen voor natuurherstel in te voeren. Tegen 2050 moet dat geleidelijk uitgebreid worden tot alle ecosystemen die herstel behoeven. De verordening omvat een waaier aan maatregelen voor natuurherstel in ecosystemen: van het ombuigen van de afname van bestuiverpopulaties over het herstel van gedraineerde veengebieden en habitats voor dolfijnen tot het verwijderen van rivierbarrières. Daarnaast zijn er ook doelstellingen voor natuurbehoud in verstedelijkte gebieden. Zo moet het verlies aan groene ruimte tegen 2030 gestopt worden, en moet tegen 2050 de boomkroonbedekking van elke stad met tien procent toenemen.
De verordening verplicht de lidstaten om samen met wetenschappers, stakeholders en het brede publiek nationale natuurherstelplannen op te stellen. Ook voor deze inspanningen wil de Commissie geld vrijmaken. In de meerjarenbegroting tot 2027 is in totaal 100 miljard euro voorzien voor uitgaven op vlak van biodiversiteit. Ze beklemtoont dat die investeringen zichzelf terugbetalen. "Elke euro die aan natuurherstel wordt besteed, brengt minstens acht euro op", maakte eurocommissaris voor Milieu Virginijus Sinkevicius zich sterk.
De natuurherstelwetgeving die de Commissie nu voorstelt, bouwt verder op de Habitatrichtlijn, maar de ambities gaan nog een stuk verder
Aparte aanpak voor verstedelijkte gebieden?
Vandenkendelaere wijst erop dat de implementatie van de Europese Habitatrichtlijn, die dateert van 1992, de laatste weken politiek Vlaanderen (en Nederland, red.) onder hoogspanning zet. In beide landen leidt een stikstofplan tot grote boosheid bij de landbouwers. “De natuurherstelwetgeving die de Commissie nu heeft voorgesteld, bouwt verder op die Habitatrichtlijn maar de ambities gaan nog een stuk verder”, legt hij uit.
“Ik pleit daarom voor een aanpak waarbij rekening gehouden wordt met de situatie van verstedelijkt gebied en beperkte open ruimte als Vlaanderen, én voor een maximale betrokkenheid van het Vlaamse middenveld bij dit voorstel”, zegt de cd&v’er. “Anders komen we opnieuw in situaties terecht waarbij binnen pakweg tien jaar wanneer de implementatie moet gebeuren, Europa opnieuw als zondebok wordt aangewezen.”
De twee verordeningen worden nu doorgestuurd naar de lidstaten en het Europees Parlement, die met beide teksten moeten instemmen.
Herbekijk hier de persconferentie van de Europese Commissie:
Bron: Belga / eigen berichtgeving