Energie, diensten en bewerkte voeding stuwen inflatie

Vooral onder impuls van de stijgende energieprijzen zijn de consumptieprijzen in ons land tijdens het eerste kwartaal van 2011 gemiddeld verder toegenomen, meldt het Prijzenobservatorium. De grondstofnoteringen voor voedingsmiddelen kwamen ruimschoots boven het vorige recordpeil van maart 2008 uit zodat de consument voor bewerkte voedingswaren gemiddeld 2,3 procent meer betaalde.

De gemiddelde kwartaalinflatie bedroeg 3,6 procent. Het Prijzenobservatorium van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) baseerde zich in zijn kwartaalverslag op de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen.

Meer dan de helft van de totale inflatie is voor rekening van de energiedragers. Vorig jaar bedroeg de energie-inflatie gemiddeld 10 procent. Door de hausse van de aardoliekoersen ging het in de eerste drie maanden van 2011 om 17,4 procent. Na de energiedragers leverden de diensten de grootste bijdrage tot de inflatie. Het eerste kwartaal van 2011 kwam de teller uit op gemiddeld 2,5 procent.

De grondstofnoteringen voor voedingsmiddelen, uitgedrukt in euro, kwamen ruimschoots boven het vorige recordpeil van maart 2008 uit. Dat heeft zo zijn gevolgen want zowel de afzetprijzen van de voedingsindustrie als de verkoopprijzen van de kleinhandel gaan omhoog. Voor bewerkte voedingsmiddelen betaalde de consument in het eerste kwartaal gemiddeld 2,3 procent meer dan in dezelfde periode van vorig jaar.

De niet-bewerkte voedingsmiddelen vormen de enige groep waarvoor het prijsstijgingstempo tijdens de eerste drie maanden van dit jaar in België gemiddeld onder dat van de buurlanden bleef. Alle andere productgroepen droegen bij tot het positieve inflatieverschil.