Eén op tien planten is uitheems: hoe schadelijk is dat voor onze natuur?

interview

Onze Vlaamse velden worden steeds meer een internationale smeltkroes. Uit een becijfering van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) blijkt dat 11 procent van alle plantensoorten in Vlaanderen uitheems zijn. Een verdubbeling ten opzichte van de jaren 1970. Maar hoeveel kwaad kan dit? “Het overgrote merendeel is onschuldig, maar de kans op invasieve soorten neemt toe”, zegt onderzoeker Filip Verloove van Plantentuin Meise.

21 maart 2025 Ruben De Keyzer
Oncosiphon piluliferum

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is klimaatverandering niet de grote schuldige voor deze shift. Of vooral: niet de belangrijkste schuldige. Vrijwel alle exoten in onze contreien zijn door mensen ingevoerd. Soms per ongeluk, maar meestal met opzet. Denk maar aan sierplanten.

“De invasieve soorten die we hier aantreffen, zijn bijna zonder uitzondering verwilderde tuinplanten”, zegt Verloove. “Veel van deze planten, zoals de reuzenberenklauw, zijn ooit als sierplant geïntroduceerd. Andere, zoals de Japanse duizendknoop, werden bewust ingevoerd als experimenteel voedergewas. Vrijwel alle soorten die we nu als invasief beschouwen, zijn door menselijke tussenkomst hier terechtgekomen.”

Alle soorten die we nu als invasief ervaren, zijn bijna zonder uitzondering door de mens ingevoerd

Filip Verloove - Plantentuin Meise

Op de grote vaart

Maar niet alle soorten komen opzettelijk op Vlaamse bodems terecht. Zo wordt een aanzienlijk deel van de exoten in havengebieden aangetroffen. Deze worden mee opgenomen in de cijfers, al is hun aanwezigheid volgens Verloove grotendeels onschuldig. Het gaat vaak immers om plantensoorten die hier niet bijzonder goed gedijen, en zich dus ook niet buiten de havengebieden verspreiden. “Zeer vaak gaat het om onkruiden die worden binnengebracht via bijvoorbeeld hout-, graan- of sojatransporten”, zegt Verloove.

Wereldwijde handel is volgens Verloove dan ook de nummer één oorzaak van deze stijging. “De wereld is een dorp geworden”, zegt hij. “Graan en koolzaad worden onder meer ingevoerd vanuit Australië. En zo zie je ongelooflijk bizarre fenomenen. In de haven van Gent bijvoorbeeld zien we de laatste jaren steeds meer Zuid-Afrikaanse onkruiden, terwijl we helemaal geen graan invoeren vanuit dat land. Wat blijkt? Het gaat telkens om Zuid-Afrikaanse soorten die wel in Australië zijn ingeburgerd. Ze komen dus via een omweg bij ons terecht. Het is zo frappant geworden dat er in de Australische graanakkers bijna geen Australische onkruiden meer staan, maar wel Afrikaanse en Mediterrane soorten.”

Oncosiphon piluliferum
Arctotheca calendula

Gevaarlijk?

Met zijn eigen onderzoek kan Verloove de curves van INBO onderschrijven. “Het is een exponentiële curve die vooral de laatste decennia toeneemt. In 2006 heb ik een catalogus gepubliceerd met de niet-inheemse vaatplanten in België. Toen waren het er 1.969. Inmiddels zitten we aan minstens 2.800. Op minder dan 20 jaar tijd is er dus 42 procent bijgekomen.”

Hoe gevaarlijk is dit voor onze lokale ecologie? “Het overgrote deel van de nieuw ingevoerde soorten worden één keer of slechts een paar keer aangetroffen. Deze vormen geen probleem voor onze lokale ecologische systemen. Er is een klimatologische of ecologische mismatch, die maakt dat ze het hier niet overleven. De planten die dat wel doen, zijn een heel beperkte minderheid. Maar met de toename van het aantal exotische soorten, vergroot natuurlijk de kans dat er een invasieve exoot wordt geïntroduceerd.”

newplot

De rol van klimaatverandering

De opzettelijke en onopzettelijke invoer van nieuwe plantensoorten neemt dus toe, maar nieuw is het fenomeen niet. De okkernoot bijvoorbeeld is een boomsoort afkomstig uit oostelijk mediterraan gebied, maar wordt al sinds de middeleeuwen ook bij ons geplant. Deze boom is ook een toonvoorbeeld van welke rol klimaatverandering speelt in dit verhaal. Want hoewel ons klimaat altijd al warm genoeg was om de boom te laten groeien, was het hier nog steeds te koud om zich zelfstandig voort te planten. “De noten vallen al eeuwenlang hier op de grond, maar ze kiemden niet”, zegt Verloove. “Dat is sinds enkele tientallen jaren geleden veranderd. Door het warmere klimaat kan de boom zich nu ook hier reproduceren.”

Met de toename van het aantal exotische soorten, vergroot de kans dat er een invasieve exoot wordt geïntroduceerd

Filip Verloove - Plantentuin Meise

De tijd tussen de introductie van een exoot, en het stadium waarin hij zich zelfstandig kan reproduceren, noemen onderzoekers de ‘lag phase’. “Bij okkernoten heeft dat honderden jaren geduurd”, zegt Verloove. “Maar we zien bij veel ingevoerde soorten dat die ‘lag phase’ steeds korter wordt. Er zijn planten die al na tien, twintig jaar, of in sommige gevallen zelfs nog vroeger, beginnen te reproduceren."

Hoewel klimaatverandering niet de nummer één oorzaak is voor de introductie van nieuwe soorten, faciliteert het wel de vestiging ervan

Filip Verloove - Plantentuin Meise

“De steeneik is zo’n voorbeeld”, zegt Verloove. “Een mooie mediterrane soort met groenblijvend blad, die hier al tientallen jaren wordt toegepast. Vroeger produceerde ze geen eikels, vandaag wel. En die worden door onder andere eksters verspreid. Er zijn zo tientallen voorbeelden van planten die zich hebben aangepast aan het opwarmend klimaat. Dus hoewel klimaatverandering niet de nummer één oorzaak is voor de introductie van nieuwe soorten, faciliteert het wel de vestiging ervan. Veel van de exoten die recent ingeburgerd zijn geraakt, werden hier 100 jaar geleden ook al aangevoerd maar konden hier toen niet overleven.”

Een zaadje meepikken

Eens een exoot is ‘ingeburgerd’, verspreidt die plant zich als geen ander. “Veel ingevoerde tuinplanten zijn soorten met decoratieve bessen, wat heel attractief is voor vogels. Ze eten de bessen op in de tuin, vliegen naar een nabijgelegen bos en via hun uitwerpselen worden de zaden van de sierplanten gedropt.”

Dit fenomeen leidt gelukkig niet tot vogelsterfte. “Ook bij exotische soorten kunnen vogels onderscheiden welke bessen giftig zijn en welke niet”, zegt Verloove.

Ook bij exotische soorten kunnen vogels onderscheiden welke bessen giftig zijn en welke niet

Filip Verloove - Plantentuin Meise

"Dat brengt me bij een ander voordeel dat ingevoerde soorten hier hebben: het ontbreken van natuurlijke vijanden. Ze profiteren niet alleen van ons steeds warmere klimaat, maar ook van het feit dat ze hier geen natuurlijke tegenstanders hebben."

De kernvraag in het verhaal is dan ook of we ons zorgen moeten maken. “Minstens 95 procent van het overdonderende aantal exoten stelt geen probleem voor onze natuur, en zal dat op termijn ook niet doen. Maar de kans op invasieve probleemsoorten neemt wel toe.”

Meer biodiversiteit

"Anderzijds verdwijnen steeds meer inheemse plantensoorten, vooral noordelijke soorten die hier aan de grens van hun verspreidingsgebied lagen. Veel zeldzame soorten in de Hoge Venen lijden onder het warmere klimaat en verdwijnen geleidelijk."

Ons land kent meer biodiversiteit dan vroeger, maar het is niet positief

Filip Verloove - Plantentuin Meise

De optimistische gedachte dat exoten hun rol zouden kunnen opnemen, is helaas niet correct. “De zuiderse soorten die we hier zien zijn generalisten. Kosmopolieten die binnen bepaalde tijd in alle gematigde en subtropische streken zullen voorkomen. Het zijn bijna zonder uitzondering banale soorten, geen zeldzame aanwinsten die je een verrijking kan noemen.”

“Ons land kent meer biodiversiteit dan vroeger, maar het is niet positief”, concludeert Verloove. “De kwantiteit neemt toe, de kwaliteit neemt af.”

Landbouwers, opgepast voor deze nieuwe toxische invasieve exoot op het veld
Uitgelicht
Doornappel is sterk in opmars in Vlaanderen. Dat is geen goed nieuws want naast het feit dat de plant een invasieve exoot is, zijn zowel de plant als de zaden ook zeer toxisch...
11 januari 2024 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Beeld: Plantentuin Meise

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek