Een economische parabel over het stikstofbeleid

Via een parabel tracht Coen Hubers, coördinator van de AgriFood Hub van het Centre for Sustainability van de universiteiten Leiden, Delft en Erasmus, een kritische economische analyse te geven over de consequenties van het stikstofbeleid in Nederland. "Nederland wil natuurinclusieve kringlooplandbouw en het stikstofbeleid is momenteel de belangrijkste motor om die wenst te realiseren door een halvering van de veestapel. Ik zie vooral een blinde vlek die het leven in Nederland duurder maar niet beter maakt", klinkt het.

23 augustus 2022  – Laatst bijgewerkt om 23 augustus 2022 21:29
Lees meer over:

Lang geleden speelde in een dorp hier niet ver vandaan een hoogopgelopen conflict tussen de Dominee en de Boer over de impact van het houden van vee op de natuur. Het sleepte zich over vele jaren voort.

De Boer hield als enige varkens in het dorp en leverde die aan de wijde omgeving. Volgens de Dominee was zijn boerderij met een productie van 10 varkens per jaar volledig uit zijn voegen gegroeid. Het stonk te hard en de mesthoop was te hoog.

De directe aanleiding van de hoogopgelopen spanningen was het feit dat de Dominee naar de rechter was gestapt en er de situatie naar zijn hand had kunnen zetten. Daardoor zag het dorp zich verplicht om de belangen van de natuur te respecteren. Maar het wilde ook uitbreiden; de kinderen van de oorspronkelijke bewoners en de import hadden huizen nodig. Dat ging alleen als de bestaande impact op de natuur verlaagd zou worden. De Dominee zag zijn kans schoon en verkondigde vanaf de kansel dat de Boer zijn productie moest halveren. Zo zou het dorp kunnen uitbreiden en werd de natuur gespaard.

Protesten van de Boer over de onredelijkheid en onjuistheid die hem troffen, klonken menigmaal. Maar de Dominee had er geen boodschap aan en stak de lont in het kruitvat. Hij presenteerde een kaartje hoe de wereld van het dorp eruit zou moeten zien bij een krimp van 50 procent van de dierstapel.

Het kruitvat ontplofte. De boerenknechten hingen aan de voordeurbel bij de Dominee. De mesthoop werd lager. De knechten gooiden de stront op straat.

Keukentafel

De situatie escaleerde. In alle wijsheid besloot het dorp een Heer van Stand als onafhankelijke gespreksleider de gesprekken tussen de Dominee en de Boer te laten begeleiden.

"Met een borrel en sigaar is dit conflict snel op te lossen", zei de Heer van Stand.

Het bleek ingewikkelder. Met enkel een sigaar in de hand moest de Heer van Stand na een eerste gesprek al constateren dat er een diep vertrouwensconflict was ontstaan tussen de Dominee en de Boer.

Na wat masseerwerk over en weer lukte het de Heer van Stand om de Dominee en de Boer toch weer aan tafel te krijgen. Hun nieuwe gesprekken vonden zelfs plaats aan de keukentafel van de Boer, waar de verwijten zonder taboes konden worden besproken.

De Dominee was echter stellig. Biodiversiteit was enkel gebaat bij minder landbouwhuisdieren die bovendien gehouden moesten worden in een nog uit te vinden natuurinclusieve kringloop

De Boer herhaalde dat hij het onterecht vond dat hij dieren weg moest doen. Er zouden ook nieuwerwetse manieren zijn om de natuur te sparen. Hij voelde zich gesteund door allerlei wetenschappelijke en technische missionarissen die zich al lieten horen in de dorpscourant. De Dominee was echter stellig. Biodiversiteit was enkel gebaat bij minder landbouwhuisdieren die bovendien gehouden moesten in een nog uit te vinden natuurinclusieve kringloop.

Het gesprek dreigde opnieuw te verzanden. Juist toen de stilte intrad, liep iemand het erf op. Hij liep via de varkens, de deel op, deed de keukendeur open en schoof ongevraagd aan tafel.

Het bleek de Koopman te zijn, een handelaar in varkens.

Vragen van de Koopman

"Met een borrel en sigaar moet dit conflict op te lossen zijn", zei de Koopman. "Het ligt iets ingewikkelder", zei de Heer van de Stand en gaf de Koopman een sigaar. "De Boer en ik zijn maar eenvoudige mensen van het land", zei de Koopman. Zou de Dominee nog eens kunnen uitleggen wat die natuurvriendelijke kringlooplandbouw is, zodat de Koopman en de Boer het echt helemaal zouden gaan begrijpen.

"Als ik het goed begrijp, boert, handelt en eet het dorp dan met minder schade aan de natuur en krijgt de Boer ook nog eens een meerprijs voor zijn varkens", vatte de Koopman het betoog van de Dominee samen. "Ja", antwoordde de dominee, "u hebt het helemaal begrepen." Vervolgens wilde de Boer van de Dominee weten welke meerprijs hij zou bieden als de Boer met zijn voorstel instemt.

De Dominee moest toegeven dat hij dat nog niet precies wist. De Koopman wilde toch meer duidelijkheid en legde uit, dat de 10 varkens van de Boer nu elk 10 florijnen opbrengen. 100 florijnen in totaal, waarvan er 20 worden opgebracht door het dorp. Twee varkens gaan naar de kruidenier in het dorp en 8 varkens verkocht hij naar de omliggende dorpen waar te weinig varkens worden gehouden. Dat hoefde ook niet, want de Boer had er precies genoeg voor de buurdorpen.

"Dominee", vroeg de Koopman, "hoeveel wilt u betalen voor de twee varkens die in het dorp blijven? De Boer weet al hoeveel zijn varkens in de andere dorpen opbrengen."

De Dominee zei opnieuw dat hij het niet precies wist. Dat perspectief zou later wel komen, maar het zou wel uit de markt moeten komen, vond hij.

"Maar", zei de Dominee, "stel dat voor de natuurinclusieve kringloopvarkens nu eens 1 florijn extra wordt betaald. Dat is maar liefst 10 procent meer!" Nog meer zou te veel zijn. Door gebrek aan sprokkelhout in het dorp, was de rek wel er een beetje uit. De dorpelingen moesten er ook warm bij kunnen zitten en kunnen koken en kochten daarom sprokkelhout bij in de omgeving. Omdat ook andere dorpen met hetzelfde probleem zaten, was de prijs van het hout nogal gestegen. "Nou ja", voegde de Dominee royaal aan zijn idee toe, "als 1 florijn niet genoeg is dan zullen mensen in de dorpen om ons heen meer moeten betalen. Uit solidariteit met ons en de natuur zullen ze dat geen bezwaar vinden."

De Koopman nam een lange trek aan zijn sigaar en dacht even goed na. “Worden die andere 5 varkens voorgoed uit de markt genomen?” vroeg hij de Dominee na een tijdje. "Ja", zei de Dominee die de Boer een woest aantrekkelijk voorstel had gedaan om de helft van zijn bedrijf te kopen en slopen.

De Koopman keek de Boer aan en vroeg hem of hij daarmee de bank, belastingdienst en boekhouder zou kunnen kan aflossen. Ja, dat zou prima gaan, zei de Boer.

"Dan is er geen probleem meer", zei de Koopman. Gezeten aan de keukentafel adviseerde hij de Boer ten overstaan van de Dominee om het voorstel van de Dominee toch maar te accepteren. Het conflict had immers al lang genoeg geduurd en de opgebouwde spanning was zo langzamerhand te snijden.

Akkoord bereikt

De Boer gaf aan dat hij de Koopman, met wie hij al lang zakendeed, vertrouwt. Waarom zou hij nog verder twijfelen aan de geleerde Heer van Stand en de Man met de Bijbel. De Boer ging akkoord en gaf de Dominee alvast een hand om het akkoord te bevestigen.

Een zucht van verlichting ging door de keuken.

De Heer van Stand stelde documenten op om alles juridisch helemaal stikstofdicht te maken. Na het tekenen van de documenten stond de Dominee al met de jas op de arm bij de voordeur, om het goede nieuws vanaf de kansel te kunnen gaan verkondigen. De Koopman riep de Dominee terug. Eerst moesten immers de varkens nog verhandeld worden. Zonder marktprijs valt immers de meerprijs niet te bepalen. Als de marktprijs bepaald was, zouden ze dan een borrel op drinken op de totale deal. Het voorstel van de Koopman klonk de Heer van Stand als muziek in de oren. Hoewel tegen diens zin, kwam de Dominee weer aan tafel.

Minder varkens betekent dat u veel duurder, minder en gewoon varken blijft eten. Het is vervelend dat ook meteen het hout zo duur geworden is, maar dat konden we natuurlijk ook niet van tevoren weten

Alleen maar duurder

"Nou", zei de Koopman, "zoals gezegd ben ik hier om 8 gewone varkens te kopen. Daar heb ik een budget van 80 florijnen voor. Helaas zijn er nog maar 5 over. Maar we delen het verschil natuurlijk eerlijk. Voor 20 florijnen per stuk koop ik vier stuks. Het laatste varken blijft voor dezelfde prijs voor De Dominee over."

De Boer had geen bezwaar tegen deze afspraak, want zijn varkens brachten nog steeds 100 florijnen op, net als vroeger.

De Dominee begon te stamelen. Zo was het allemaal niet bedoeld. Hoe kon de Koopman nou denken, vroeg de Dominee, dat er nog maar één varken voor het dorp overbleef en dat de inwoners daar twee keer zoveel voor moesten gaan betalen terwijl het leven al zo duur was?


De Boer was even stil en keek de Dominee verbaasd aan. De Boer wisselde een blik met de Koopman, krabde even achter zijn oren, schraapte zijn keel en zei dat hij helaas van natuurinclusieve toeters en bellen aan zijn varkens zou moeten afzien. Hij kon niet anders besluiten omdat hij zojuist van de Dominee had begrepen dat zelfs de meest trouwe kerkgangers die extra florijn bovenop de prijs van 20 niet zouden willen betalen.

Rollen omgekeerd

Al jaren stond de Boer met zijn paard en wagen langs de weg om te protesteren tegen de denkbeelden van de Dominee. De rollen bleken door tussenkomst van de Koopman omgekeerd. Tot buiten op straat konden de dorpsbewoners horen dat de Dominee ernstig stampij maakte. Hij kon toch niet met slechts één twee keer zo duur varken bij de gemeenschap aankomen?

Het dorp wilde dat de Heer van Stand opnieuw tussen de Dominee en de Boer aan tafel zou gaan zitten. Ditmaal met de Koopman erbij. De Heer van Stand besloot echter de gemeenschap buiten op straat toe te spreken.

Eerst nam hij twee flinke slokken jenever. Daarna sprak hij plechtig.

"Beste mensen", zei de Heer van Stand, "Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Wij stervelingen kunnen niet alles voorzien. De Koopman kent echter de werking en omvang van de Markt. Die is nu met ons op de loop gegaan. Daar hebben de Dominee en ik ons een beetje in vergist. Minder varkens betekent dat u veel duurder, minder en gewoon varken blijft eten. Het is vervelend dat ook meteen het hout zo duur geworden is, maar dat konden de Dominee en ik natuurlijk ook niet van tevoren weten. Nu het eenmaal zo is gelopen, zullen we nu allemaal de broekriem aan moeten halen."

Na de woorden van de Heer van Stand dreigde het dorp in opstand te komen.

Natuurinclusieve kringlooplandbouw en het aantal landbouwhuisdieren halveren doe je niet zomaar even. Je ideaal moet je houden, maar je moet weten dat tussen droom en daad wetten in de weg staan, en praktische bezwaren


De Dominee was iets gaan dagen en trad snel op.

De Dominee ging naast de Heer van Stand staan en sprak recht uit zijn hart. Hij zei dat hij tot inkeer was gekomen door de intensieve gesprekken. Hij had daardoor begrepen dat van zijn goedbedoelde preek weinig terecht zou komen. Kringlooplandbouw en natuurinclusief boeren zouden niet tot stand komen. Het dorp zou dubbel zoveel voor doodgewoon varkensvlees moeten gaan betalen. "Dat kan niet en laat ik niet gebeuren", zei de Dominee.

Gelukkig waren de stallen van de Boer nog niet gesloopt en had hij de ware aard van de Markt op tijd ontdekt. Het dorp, zelfs de trouwste kerkgangers, snapte nu ook de werking van de Markt en stemde in met de plotselinge draai van de Dominee.

Gesteund door zijn volgelingen die begrepen wat hen zou overkomen als de Koopman niet was langsgekomen, besloot de Dominee een nieuwe preek te maken. "Natuurinclusieve kringlooplandbouw en het aantal landbouwhuisdieren halveren doe je niet zomaar even", zei de Dominee. "Je ideaal moet je houden, maar je moet weten dat tussen droom en daad wetten in de weg staan, en praktische bezwaren. Om die te omzeilen, moet je goed nadenken. En dat moet je samen met buurdorpen doen."

Het dorp applaudisseerde. Het liet de spanning achter zich. Een nieuwe tijd zou beginnen met een nieuwe preek, maar voor nu keerde het gewone leven weder.


Met dit opiniestuk, dat eerder op Foodlog.nl verscheen, wil de auteur een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst.

De auteur:

Coen Hubers is stichter en coördinator van de AgriFood Hub bij het Centre for Sustainability van de universiteiten Leiden, Delft en Erasmus (LDE).

Economie en marktperspectief voor de nieuwe Nederlandse landbouw

Coen Hubers heeft deze parabel geschreven omdat het economisch effect van de stikstofmaatregelen en het perspectief dat boeren wordt geboden nog maar beperkt belicht is. “De overblijvende boer die aan kringlooplandbouw gaat doen, wordt gouden bergen beloofd (“minder koeien, meer inkomen”) die door de keten en consument of overheid betaald zullen worden. Maar hoe dan?”, vraagt Hubers zich af.

Ook voor het Europese voedselsysteem zullen er grote gevolgen zijn, meent hij.  “Een reductie van ruwweg 50 procent van de dierlijke sector in Nederland zoals Den Haag die tegen 2030 beoogt, gaat gepaard met een verstoring in bestaande vraag- en aanbodverhoudingen. De economische waarde van de bestaande aanbodstroom loopt op tot ongeveer 20 miljard euro per jaar. Het onderliggende volume wordt grotendeels in het buitenland afgezet. De halvering van de veestapel zal jaarlijks voor een waarde van 10 miljard euro dierlijk eiwit structureel uit de markt laat verdwijnen”, zo stelt Hubers.

De vraag is welk perspectief deze nieuwe markt de boer en de keten oplevert. Gezien de beperkte kengetallen in de huidige discussie doet de coördinator van de AgriFood Hub van het LDE Centre for Sustainability zelf een aanzet.

Hij is ervan overtuigd dat de gehele keten van onder meer diergezondheidsdienst, voederleverancier, stalinrichter, slachter, vleeswarenindustrie, verpakkings- en verwerkingstechnologie logistiek, financieel dienstverleners tot certificerende dierenbescherming de invloed van deze veranderingen ingrijpend zal merken. Het gaat om een zakelijk ecosysteem dat sinds eind 19de eeuw organisch is gegroeid en dat de overheid nu in 7 jaar fundamenteel wil veranderen. “Wat die veranderingen economisch zullen betekenen en hoe ze zich zullen vertalen in marktkrachten is echter onbekend omdat het onderwerp op de één of andere manier niet geagendeerd blijkt”, klinkt het.

Gezien de Nederlandse kringlooplandbouwambitie, kan gesteld worden dat deze reductie van het dierlijk eiwit volledig ten koste dient te gaan van het volume dat beschikbaar is voor de export. “De specifiek aan de Nederlandse context gebonden eisen brengen zodanig hoge productiekosten met zich mee dat de hogere kostprijs én de noodzakelijke marge moeilijk voor een buitenlandse consument te rechtvaardigen valt”, meent Hubers. “Dat veroorzaakt een overschot van duur Nederlands product dat zonder grenssluitingen niet kan concurreren met het tegelijkertijd goedkoper of met andere specificaties geproduceerde buitenlandse importproduct.”

De afbouw van het beschikbare aanbod voor de Nederlandse export laten de buiten- en binnenlandse vraag niet verdwijnen. De behoefte aan dierlijke eiwit blijft bestaan en zal door de handel worden ingevuld. Het meest logische is vervanging van Nederlands product in binnen- en buitenland afkomstig van landbouwproductie buiten Nederland. De waardetoevoeging in de keten zal vermoedelijk ook elders plaatsvinden omdat dagvers product lokaal verwerkt wordt. Niettemin is de gedachte om bijvoorbeeld Duitse of Belgische varkens te gaan slachten in Nederlandse slachthuizen niet onlogisch is vanwege de overbrugbare afstand tussen boerderij en slachthuis. Denkbaar is dus dat de Nederlandse verwerkende industrie dierlijke grondstoffen in buurlanden zal gaan inkopen.

Zoals de markt er nu mee om zal gaan, biedt de reductie van het Nederlandse aanbod prachtige kansen, maar voornamelijk voor boeren buiten Nederland. Het ligt voor de hand dat omringende landen in de EU, maar ook het Verenigd Koninkrijk en Oekraïne (straks vermoedelijk voor de helft lid van de EU), het gat dat Nederland achterlaat, zullen opvullen. De periode van opbouw en afbraak zal gepaard gaan met marktimperfecties. Ook zullen zowel plantaardige als dierlijke eiwitten van buiten de EU de ontstane marktruimte proberen op te vullen.

De disruptie is volgens Hubers zo ingrijpend dat een economische impactanalyse niet mag ontbreken omdat de vraag zich opdringt of de plannen wel voldoende realiteitszin hebben. De halvering van het Nederlandse productieaandeel en de sanering en vervanging van het aanbod die daaruit volgen, laten de beleidsmakers geheel aan de markt over. De levensgrote vraag is of de markt wel zo snel duurzame vervanging kan realiseren. Gegeven het trage tempo waarmee markten zich kunnen vernieuwen en de nu hard toeslaande inflatie is het waarschijnlijker dat ook duurzame bedrijven concessies gaat doen, Dat heeft als voorzienbaar risico, dat minder duurzaam maar betaalbaarder product zelfs de Nederlandse markt weer gaat overspoelen.

Waar de wetenschapper wel in gelooft, is het certificeren van producten uit de kringlooplandbouw. De volgende stap is het inrichten van de keten tot en met de retail, inclusief de totale prijsvorming van het product, waaronder de ‘meerprijs’ voor de kringlooplandbouwaspecten. “Eventueel noodzakelijke marktbescherming maakt deel uit van dit proces uit”, luidt het. “Gebeurt dat niet, dan is daadwerkelijk denkbaar dat verduurzaming omgekeerd uitpakt.”

De financiële impact van het afbouwen van de bestaande positie van de Nederlandse landbouw en het elders weer opbouwen, zal langjarig in de vele tientallen miljarden lopen in binnen- en buitenland. “Bij onhandige en gebrekkige sturing zullen de inkomsten daarvan voor het grootste deel in omringende landen terechtkomen. De gevolgen zullen niet alleen op het landbouwbedrijf maar in de gehele keten worden gevoeld. Een ongecontroleerd proces van beëindiging van productie, zal niet te onderschatten fluctuaties op financieel vlak en grondstofbeschikbaarheid in onze regio met zich meebrengen; inclusief de bijbehorende spanningen”, benadrukt Hubers.

Lees het volledige betoog van Coen Hubers op de website van Foodlog.

Bron: Foodlog.nl

Beeld: Inagro

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek