E-loket VLIF geopend: meer boeren komen in aanmerking voor steun

De eerste aanvraagperiode voor VLIF-productieve investeringssteun is donderdag opengesteld. Door de versoepelde regels komen meer landbouwers, waaronder boeren in bijberoep, in aanmerking voor steunaanvragen. De nieuwe regels en steunmaatregelen symboliseren de maatschappelijke en politieke vraag naar duurzaamheid en ondersteunen volgens experts het ondernemerschap van jonge boeren. Een keerzijde van de medaille: door de uitbreiding van de pool van kandidaten geraakt de subsidiepot mogelijk sneller op. Naast de traditionele VLIF-tegels komt er ook een speciale geldpot voor maatregelen die de uitstoot van ammoniak verminderen.

12 mei 2023  – Laatste update 14 mei 2023 19:40
Lees meer over:

Door de late Europese goedkeuring van het Vlaamse strategische plan en  aanslepende discussie binnen de regering over de invulling ervan, heeft het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) behoorlijke vertraging opgelopen. Deze week is het eindelijk zover en kunnen de steunaanvragen ingediend worden voor productieve investeringen.

De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de VLIF-steun zijn sterk gewijzigd. “De hervorming van de VLIF-voorwaarden had als doel om het ondernemerschap van landbouwers centraal te stellen op het vlak van de bedrijfsvoering en de investeringen die hiervoor nodig zijn”, aldus Luc Uytdewilligen, hoofd van de afdeling ondernemen en ontwikkelen bij het Vlaams Departement Landbouw en Visserij en opsteller van de VLIF-regels.

“De regels zijn inderdaad behoorlijk versoepeld”, beaamt Jacky Swennen, senior agrarisch bedrijfsadviseur bij SBB Accounts & Adviseurs dat landbouwers begeleidt bij de VLIF-aanvragen. Ook het wegvallen van een aantal inkomensvereisten is volgens hem positief en vergroot het aantal bedrijven dat voor de innovatiesteun in aanmerking komt. De versoepelde toegangsmaatregelen schrijven onder andere voor dat de verdiencapaciteit (factorinkomen) minimaal 20.000 euro moet zijn, en minstens een derde van de omzet van een bedrijf moet uit landbouw komen (vroeger lag dat op 90%).

François Huyghe, VLIF-specialist bij Boerenbond, juicht de versoepelde financiële voorwaarden en administratieve lasten toe. Omdat er nu meer inkomen buitenshuis verdiend mag worden (vroeger lag de grens op 12.000 euro) wordt het ook makkelijker voor jonge boeren om gradueel in te stappen in het bedrijf van hun ouders. “Een boerenzoon met overname-ambities moest eerst zijn baan opzeggen en full time in het bedrijf komen, alvorens hij recht had op VLIF-steun. Of neem het voorbeeld van een varkenshouder die door de slechte prijsvorming een baan buitenshuis moest zoeken. Verdiende hij meer dan 12.000 euro, dan had hij geen recht meer op VLIF-steun.

Nadruk op jonge boeren

Beide experts stellen dat jonge boeren, boeren tot en met 40 jaar, bij het opstellen van de nieuwe VLIF-regels duidelijk een streepje voor hebben gehad. Dat blijkt ook uit de nieuwe steunpercentages. Werden investeringen onder de vorige VLIF-regelementen in uitzonderlijke gevallen vergoed tot 40 procent, in het huidige steunpakket zijn er percentages voorzien tot 50 procent. In het geval van de landbouwer onder de 40 jaar komt hier zelfs tien procent bovenop.

De lijst met VLIF-codes, die deze week op de website van het Departement van Landbouw en Visserij is gepubliceerd, is flink op de schop genomen en bevat 705 posten die gedetailleerder omschreven zijn. Het percentage neemt toe naarmate de investering duurzamer is en sluit hiermee aan bij een maatschappelijke vraag en de overheidsstrategie om een transitie naar duurzame landbouw te realiseren.

Huyghe noemt als voorbeeld een tweede energiescherm in de glastuinbouw. Terwijl het eerste energiedoek nog een subsidie van 30 procent kan krijgen, wordt het tweede scherm voor 40 procent vergoed. Ook de korte keten en biologische landbouw blijken op basis van de uitgekeerde percentages duidelijk een speerpunt van het overheidsbeleid. Zo is het subsidiepercentage voor ijsbereidingsinstallaties en initiatieven gericht op hoevetoerisme bijvoorbeeld opgetrokken van 30 naar 40 procent.

Omdat er nu meer inkomen buitenshuis verdiend mag worden, is het nu makkelijker voor jonge boeren om gradueel in te stappen in het bedrijf van hun ouders

François Huyghe - Boerenbond

Meer kandidaten voor zelfde pot geld

De experts zijn na eerste lezing van de plannen en VLIF-codes enthousiast, maar wijzen ook op een keerzijde van de medaille. “Door de hogere percentages en ook het verbreden van de doelgroep zullen misschien meer bedrijven een aanvraag indienen. Dat heeft tot gevolg dat de pot sneller op is en meer aanvragen de selectie niet halen”, aldus Swennen die op 17 mei één van de sprekers is op een SBB-webinar over de nieuwe VLIF-reglementering. Hij wijst daarbij op het feit dat de hogere subsidiabele investeringen eerst worden geselecteerd waardoor de lagere subsidiepercentages aan 15 procent, voor bijvoorbeeld machines, misschien eerder buiten de boot vallen. Een andere reden voor een grotere run op de VLIF-steun is het feit dat boeren in het eerste kwartaal geen aanvraag konden doen en deze aanvraag nu zullen indienen.

Hier tegenover staat dan weer de aanslepende vergunningstop. “Hierdoor zal het aantal aanvragen van vooral grotere bedragen op een lager niveau liggen. Dit compenseert misschien de potentiële toename aan aanvragen”, vervolgt Swennen. Hij geeft nog mee dat bij de aanvraag van VLIF-steun een bestaande vergunning moet worden opgeladen, terwijl het voorheen volstond om deze binnen de twee jaar op te sturen.

Andere VLIF-tegels later open voor aanvragen

De productieve investeringssteun is de eerste VLIF-tegel die wordt opengesteld. In juni volgen naar verwachting de ‘Niet-Productieve Investeringen’ en de ‘Overname- en opstartsteun voor land- en tuinbouwers’. Ook hierin hebben grote veranderingen plaats gevonden en wordt het bijvoorbeeld mogelijk voor werkende partners om een vestigingssubsidie tot 100.000 euro per jaar te krijgen bij toetreden van het bedrijf. “Ook deze regels zijn erop gericht om landbouw aantrekkelijker te maken voor zowel jongere ondernemers als voor nieuwkomers”, aldus Swennen.

Een nieuwe VLIF-tegel is die van ‘Ammoniak Emissie Reducerende Investeringen’ (AERI). Voor investeringen in emissiereducerende technieken in nieuwe stallen kunnen subsidies verkregen worden van 40 procent, 65 procent indien één van de bedrijfsleiders voldoet aan de criteria van jonge landbouwer. 

“Vanaf begin juni zijn deze aanvragen mogelijk. Ze zullen verlopen via een afzonderlijke aanvraagmodule op het e-loket”, vertelt Uytdewilligen. Hij wijst erop dat de Vlaamse regering de veehouders wil ondersteunen bij de gigantische uitdagingen die hen de komende jaren te wachten staan op het vlak van terugdringen van de stikstofdepositie in Natura2000-gebieden. Voor deze AERI-pot is een aanvullende financiering voorzien van 242 miljoen tot 2027. Dat geld komt bovenop de 342 miljoen euro die vanuit de middelen voorzien zijn voor VLIF, wat neerkomt op 68 miljoen euro per jaar.

Politiek spel rond GLB verhindert (groene) investeringen door landbouwers
Uitgelicht
In de Commissie Leefmilieu toonde Vlaams minister van Omgeving en Energie Zuhal Demir (N-VA) zich niet tevreden over het aantal aanvragen dat is ingediend voor het verwijderen...
18 januari 2023 Lees meer

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek