Eerste stikstofinvestering van AIF gaat naar meettechnologie
nieuwsAIF, het investeringsfonds van MRBB, de holding boven Boerenbond, kiest met zijn eerste stikstofinvestering niet voor een emissiereducerende techniek, maar voor een meetoplossing. Met een kapitaalinjectie van een half miljoen euro helpt AIF het Belgische techbedrijf VOCSens zijn ammoniaksensoren sneller op te schalen. Het is ondertussen al de vierde investering waarmee AIF in één maand tijd uitpakt. “We hebben onze investeringscriteria onlangs verruimd, zodat we nu ook bedrijven kunnen steunen buiten de biotechnologie”, aldus CEO Patrik Haesen.
De nieuwste investering van AIF is VOCSsens, een Belgische techonderneming gespecialiseerd in gasdetectie. “Het bedrijf ontwikkelt nauwkeurige, kostenefficiënte multigassensormodules die real-time de luchtkwaliteit en emissie monitoren”, klinkt het. Vooral de mogelijkheid om ammoniakniveaus accuraat te meten maakt het systeem bijzonder relevant voor de veehouderij.
De investering van een half miljoen euro zou het bedrijf in staat stellen om de ammoniaksensoren grootschalig in veehouderijen in te zetten. “Veehouders krijgen via de sensoren toegang tot continue, betrouwbare data, die hen ondersteunt bij beter emissiebeheer en het naleven van de regelgeving.”
Geen AER-technieken in het portfolio
“Wij investeren in ambitieuze teams die met baanbrekende technologie de grote uitdagingen in de landbouw aanpakken”, aldus Haesen. “VOCSens beschikt over de juiste expertise en visie om een sleutelrol te spelen in het verduurzamen van de sector.”
Toch investeert AIF niet in technologie die effectief ammoniakuitstoot reduceert, nochtans dé grootste uitdaging van de veehouderij momenteel. "De problematiek staat absoluut op onze radar, maar tot nu passeerde nog geen dossier dat ons echt overtuigde. Sommige innovaties zijn ook al te ver gevorderd, waardoor onze toegevoegde waarde beperkt zou zijn.”, legt Haesen uit. “Onrechtstreeks levert VOCSens bovendien wel een belangrijke bijdrage. Via hun sensoren zullen nieuwe techniekenbouwers betere mogelijkheden hebben om hun claims te meten”, zodus Haesen.
Er beweegt wat in het VK op vlak van landbouwinnovatie
Investeren in buitenlandse landbouwinnovatie
Eerder kondigde het fonds aan voor de eerste keer te investeren in een buitenlands bedrijf. Het oog viel op een Brits bedrijf gespecialiseerd in elektrische onkruidbestrijding. “We breiden onze activiteiten uit buiten België op zoek naar nieuwe tools die onze landbouwers op korte termijn kunnen inzetten”, klonk het bij de aankondiging. “Onkruidbestrijding is zo’n groeiende uitdaging. Een niet-chemische en duurzame oplossing die onkruid tot in de wortel vernietigt, is een echte gamechanger voor de landbouw.”
“Er is in België heel veel innovatie, maar de sector heeft nog meer nodig om alle uitdagingen aan te kunnen”, antwoordt Haesen op de vraag waarom er innovatie gezocht worden over het Kanaal. “In het Verenigd Koninkrijk is er sinds brexit een grote innovatiezin in de landbouw. De breuk met de EU leidde tot meer focus op zelfvoorziening. Bedrijven krijgen er aanzienlijke steun om de sector vooruit te stuwen.”
Het investeringsklimaat in de agritech koelde de laatste vier jaar af, maar de start-ups blijven een grote ondernemingszin tonen
Moeilijker investeringsklimaat
Vorig jaar haalde AIF een nettowinst van 1,2 miljoen euro, daarmee steeg het eigen vermogen naar 62,3 miljoen euro. Daarvan zat 60,3 miljoen geïnvesteerd in tien bedrijven, waarvan 11,9 miljoen nieuwe investeringen waren.
Ondanks deze mooie cijfers merkt AIF op dat de agrotechsector een ‘reality check’ kreeg, na de boost in enthousiasme in 2018-2021. Volgens Haesen is dat het gevolg van een combinatie van factoren die de markt vandaag uitdagend maken en investeerders voorzichtiger en selectiever doen handelen.
Naast de bekende complexe regulatoire trajecten, spelen ook de stijging van rentes en beperking van kapitaal een rol. Haesen wijst bovendien ook op de dominantie van enkele grote spelers in de keten. “Fabrikanten zoals Bayer, BASF en Syngenta hebben ongelooflijke machtposities. Dat maakt het voor nieuwkomers moeilijk om zichte nestelen in de markt. De combinatie van onder meer de lage productiekosten die schaalvoordelen van de grote spelers met zich meebrengen, met het scherpe verdienmodel van landbouwers, zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven weinig speelruimte in prijszetting hebben.”
Tot slot duidt Haesen ook op het feit dat vandaag minder start-ups worden overgenomen of opgekocht. Ook dit zorgt ervoor dat investeerders wat meer op hun hoede zijn.
Start-ups blijven enthousiast
Haesen merkt dat er toch nog steeds heel veel innovatiezin is bij start-ups, zeker als het gaat over technologieën aan de inputzijde van de sector. “Overheden beginnen ook meer te beseffen dat oplossingen nodig zijn. Er wordt vereenvoudigd in sommige procedures en wordt financiering ter beschikking gesteld via allerhande overheidsgerelateerde vehikels”, aldus de CEO. “Ondertussen wordt de noodzaak aan nieuwe oplossingen ook alsmaar acuter in de landbouw zelf, omwille van problematieken zoals resistentie, strengere milieunormen enzovoort.”
