Departement Omgeving gaat steeds vaker in beroep tegen omgevingsvergunningen

nieuws

Het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid tekent steeds vaker beroep aan tegen omgevingsvergunningen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Jurgen Callaerts (N-VA) opvroeg. In vijf jaar tijd steeg het aantal beroepen van 6 naar 695. Callaerts vindt dat opmerkelijk. Hij pleit voor een werkbaar kader dat rechtszekerheid biedt aan vergunningverleners en lokale besturen.

6 februari 2025 Griet Lemaire
Lees meer over:

In een schriftelijke vraag vroeg Jurgen Callaerts de cijfers op over de beroepen die worden ingesteld door het Departement Omgeving tegen verleende omgevingsvergunningen. Bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning moeten verschillende instanties, zoals het Agentschap Natuur en Bos of het Agentschap Landbouw en Zeevisserij advies geven over de aangevraagde vergunning. Het is dan aan de vergunnende overheid om te beslissen of ze gevolg geeft aan dit advies en de vergunning wel of niet verleent. Vervolgens kan (onder meer) het Departement Omgeving in beroep gaan tegen de verleende vergunning. In laatste instantie kan een vergunning ook nog aangevochten worden door het Departement Omgeving bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

De cijfers

Uit de cijfers die werden vrijgegeven voor de periode 2019-(december) 2024 blijkt dat het aantal keer dat het Departement Omgeving in beroep gaat tegen een verleende vergunning exponentieel is gestegen op vijf jaar: in 2019 werd zes beroepen aangetekend, een jaar later al 108, om zo vervolgens door te stijgen naar 425 in 2023 en 695 in 2024. Ook het aantal beroepen ingediend door het Departement Omgeving bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen kent een gelijkaardige trend: in 2019 waren er geen beroepen, in 2021 liep dat cijfer op tot 20 om, na een kleine daling in 2023, naar 32 te gaan in 2024.

Uit bijkomende cijfers die minister van Omgeving Jo Brouns (cd&v) nog opvroeg bij zijn administratie, blijkt dat het Departement Omgeving vooral in Oost- en West-Vlaanderen vaker een beroep instelt tegen vergunningsbeslissingen. Bij andere adviesinstanties blijft het aantal ingediende beroepen relatief stabiel op 30 per jaar en zijn er geen significante provinciale verschillen waarneembaar. Toch nuanceert Brouns meteen één en ander. “Lokale besturen laden jaarlijks ongeveer 80.000 beslissingen op in het omgevingsloket. Er wordt dus maar een klein percentage betwist, gelukkig maar”, aldus de minister. Volgens hem vertegenwoordigt de door het Departement Omgeving ingestelde beroepen ongeveer 0,5 procent van het totale aantal.

Diverse oorzaken

Hij wijst erop dat de oorzaken van die stijging divers zijn. "Zo vraagt de implementatie van nieuwe regelgeving, zoals het decreet over de woonreservegebieden, soms een verscherpt toezicht. Dat kan leiden tot een toename in het aantal beroepen. Daarnaast blijft mijn administratie focussen op belangrijke thema's zoals overstromingsrisico's in watergevoelige gebieden", aldus de minister in de Commissie Leefmilieu van het Vlaams parlement. Toch noemt hij de stijging waarnaar verwezen wordt “substantieel” en is hij van mening dat die kritisch onder de loep moet genomen worden.

Brouns verduidelijkte dat het kader voor de beroepen wordt vastgelegd in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en dat die codex de bevoegdheid daarover naar de secretaris-generaal van het Departement Omgeving delegeert. De minister zelf legt de krijtlijnen niet vast. “Het is wel belangrijk dat hierover een maatschappelijk en politiek draagvlak bestaat. Ik vind het zeker een debat waard”, benadrukte de minister. De secretaris-generaal van het Departement Omgeving heeft volgens Brouns aangegeven dat de criteria voor het indienen van een beroep zullen geëvalueerd worden, maar tegelijk wil de minister ook in gesprek gaan met het Departement Omgeving om een goed zicht te krijgen op het beroepenkader dat gehanteerd wordt.

Politiek debat over beroepenkader?

"Dat we zuinig moeten omspringen met onze ruimte is evident, maar de sterke toename van het aantal beroepen roept fundamentele vragen op", aldus Callaerts. Hij verwees in dat kader ook naar het aantal verzoekschriften bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, dat van nul in 2019 naar 32 is gegaan op vijf jaar tijd. Hij vroeg de minister om het afsprakenkader rond beroepen ook met het parlement te delen.

Cd&v-parlementslid Stijn De Roo vond het frappant dat er meer beroepen in Oost- en West-Vlaanderen werden ingediend door het Departement Omgeving dan in de andere provincies. “Ik wil de minister dan ook vragen om erover te waken dat het afsprakenkader dat op Vlaams niveau wordt vastgelegd, in elke provincie op dezelfde manier wordt toegepast”, aldus De Roo.

Ik stel me de vraag of dat effectief zo’n ‘vrijgeleide’ moet worden gegeven aan een leidend ambtenaar om in beroep te gaan tegen een overheid. Misschien is een grotere rol voor de minister wenselijk?

Jurgen Callaerts - Vlaams parlementslid (N-VA)

Sneller in beroep tegen andere overheidsinstanties

Uit cijfers die Callaerts eveneens opvroeg, blijkt dat het Departement Omgeving sneller in beroep gaat tegen een vergunning die werd verleend en waarbij een negatief advies van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij niet werd gevolgd, dan wanneer het negatief advies van de eigen adviesinstantie, namelijk van het Agentschap Natuur en Bos, komt.

In 2019 ging het Departement Omgeving drie keer in beroep tegen de 402 vergunningen die werden verleend met een ongunstig advies van Landbouw en Visserij. Dat aantal stijgt tegen 2024 naar 229 beroepen tegen 606 verleende vergunningen met een ongunstig advies van dezelfde overheidsinstantie (37,8%). Kijken we naar negatieve adviezen van Natuur en Bos, dan ging het Departement Omgeving één keer in beroep bij 164 verleende vergunningen met een negatief ANB-advies in 2019 en in 2024 ging het om een verhouding van 38 beroepen tegen 207 vergunningen (18,3%).

Die vaststelling viel ook minister Brouns op. “Dat het Departement Omgeving vaker in beroep gaat op basis van negatieve adviezen van andere overheidsinstanties dan de eigen instanties, vormt voor mij een aanleiding om het gesprek aan te gaan, natuurlijk met respect voor de wetgeving errond, want de codex delegeert dit aan de secretaris-generaal van het Departement Omgeving”, zo antwoordde hij in het parlement.

Wie beslist over beroepen?

Callaerts vroeg zich af of het geen debat waard is of die bevoegdheid om in beroep te gaan louter bij een leidend ambtenaar moet liggen. “Misschien moeten we dat eens tegen het licht houden. Ik stel me de vraag of dat effectief zo’n ‘vrijgeleide’ moet worden gegeven aan een leidend ambtenaar om in beroep te gaan tegen een overheid. Misschien is een grotere rol voor de minister wenselijk? Dit verdient een grondig debat”, besloot het N-VA-parlementslid.

Controle op gemeentelijk vergunningenbeleid wordt niet aangescherpt
Uitgelicht
Naar aanleiding van een artikel in De Standaard over belangenvermenging bij gemeentelijke omgevingsvergunningen waarbij geopperd werd om de controle op gemeenten van bovenloka...
6 november 2024 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek