Demir maakt schoon schip in het waterloopbeheer en gooit 100 beheerders overboord
nieuwsVlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) wil het waterloopbeheer drastisch hervormen. Ze schroeft het aantal beheerders van onbevaarbare waterlopen in Vlaanderen terug van 112 naar maximaal 12. “Met meer eenheid in commando zal Vlaanderen beter in staat zijn de strijd tegen wateroverlast en droogte aan te pakken”, aldus de minister.
12 ‘Waterschappen’
Demir wil het beheer van de Vlaamse onbevaarbare waterlopen hervormen en daarbij het aantal beheerders reduceren van 112 naar maximum 12. De 112 beheerders zijn momenteel: 50 gemeenten, 56 polders en wateringen, 5 provincies en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De Vlaamse Waterweg beheert naast de bevaarbare waterlopen ook nog een beperkt aantal onbevaarbare waterlopen.
Het kabinet-Demir beschouwt de polderbesturen en de aparte polderbelastingen als restanten uit een ver verleden. “Dergelijke versnippering komt het noodzakelijke beleid niet ten goede", klinkt het in een persbericht. Samen met de polders en wateringen wordt ook hun belastingbevoegdheid afgeschaft. Jaarlijks halen ze daarmee 7 à 8 miljoen euro op. “De koers van de hervorming is duidelijk: minder structuren en meer eenheid van commando voor de wateruitdagingen die we sowieso op ons af zien komen”, aldus Demir.
De minister kreeg groen licht van de Vlaamse regering om de 112 beheerders om te vormen naar 12 ‘waterschappen’. De bedoeling is om de waterschappen zoveel mogelijk te baseren op de huidige waterbekkens. Omdat die niet altijd logisch afgebakend zijn, zal een kleine werkgroep van huidige beheerders de komende maanden voorstellen doen voor de afbakening. De Vlaamse regering zal hierover deze legislatuur nog een beslissing nemen. Het doel is om binnen drie jaar klaar te zijn.
De polders en wateringen hebben ongeveer 150 personeelsleden in dienst en maken ook veel gebruik van vrijwilligers. Daarom wil Demir de hervorming geleidelijk aan aanpakken. “Het beheer en de prioriteiten op het terrein mogen ook niet zomaar stilvallen en de lokale terreinkennis mogen we ook niet zomaar overboord gooien”, besluit de minister.
Bron: Eigen berichtgeving