De enige weg naar natuurherstel is consuminderen

Natuurherstel gaat niet over wat meer bos hier, wat minder landbouw daar, schrijft Bavo Verwimp in een opiniestuk, dat eerder in De Standaard verscheen. Hij wil vooral werk maken van het onderliggend economische model. Zijn boodschap: we moeten consuminderen.

21 juni 2023  – Laatst bijgewerkt om 21 juni 2023 12:54
Lees meer over:

Al weken staat de Europese natuurherstelwet bovenaan op de agenda. Bijna dagelijks wordt erover geschreven en gediscussieerd. En terecht. Want natuurherstel gaat veel verder dan de zoektocht naar de fetisj van enkele vogelliefhebbers. Onze leefwereld staat op het spel.

We hebben die natuur nodig, ook voor onze voedselproductie. Enkele ngo’s kaartten terecht aan dat een duurzame voedselproductie niet kan overleven zonder bodemleven, zonder bijen voor de bestuiving van heel wat gewassen. Het klopt dat landbouw het niet haalt als er geen schoon water is, als er geen bomen en houtkanten zijn die wind en erosie indammen.

Maar de tegenstanders van de natuurherstelwet hebben ook gelijk. We hebben die ruimte echt nodig om ons voedsel te telen. Zelfs als we allemaal drastisch minder vlees zouden gaan eten, dan nog zou die oppervlakte van belang blijven. Denk maar aan de ruimte die we buiten Europa in beslag nemen voor de teelt van soja in de Braziliaanse Cerrado. Zelfs als we maar een fractie van die eiwitteelt naar Europa zouden verhuizen, zou die ruimte essentieel zijn. En wie in de landbouw actief is, ondervindt dagelijks dat het niet evident is om in droge zomers voldoende opbrengsten te halen. Honger bestaat nog altijd.

Tegenstanders van de natuurherstelwet vragen zich terecht af voor welk soort natuur we willen gaan. Want ook binnen de natuursector moeten er voortdurend keuzes gemaakt worden. Kiezen we voor weidevogels of toch voor een bomenrij? Kiezen we voor heideherstel of is bos misschien toch een betere optie? Ze stellen terecht vragen bij de Europese gemiddelden als het over natuurdoelen gaat. Want het dichtbevolkte Vlaanderen is een andere context dan de Zweedse bossen of de Oostenrijkse bergen.

Donuteconomie

Maar de belangrijkste vragen worden vakkundig ontweken. De belangrijkste vragen brengen ons bij de ongemakkelijke waarheid. Want we leven in een ‘volle wereld’. Onze ruimte is op, er is geen onontgonnen terrein meer. Kiezen voor natuurherstel betekent dat we elders moeten minderen.

Dat wordt heel mooi beschreven in het concept van de ecologische economie, zoals dat jaren geleden al werd onderbouwd door economen zoals de Amerikaan Herman Daly. Die ideeën werden mooi in mensentaal omgezet door auteurs als de Britse Kate Raworth. Het is het verhaal van de donuteconomie. Onze gebruiksruimte is eindig, op is op. Onze natuurlijke hulpbronnen zoals mineralen, delfstoffen en vooral beschikbare ruimte zijn beperkt. Dus moeten we kiezen.

De ongemakkelijke vraag is daarbij of onze economie en ons maatschappelijke model daar klaar voor zijn. Want de wereld wordt nog altijd aangedreven door de motor van het consumentisme. Alles, maar dan ook alles draait rond consumeren. Dat gaat uiteraard over de grote bedrijven die denken vanuit het concept van de groei-economie. Stilstaan is achteruitgaan, dat is de gangbare logica.

Maar ook daarbuiten heeft de consumptiedrang alles overgenomen. Probeer je maar eens een sport in te beelden zonder reclame die aanzet tot consumeren. Nog moeilijker is het als we kijken naar de media. Kranten, tv-zenders of sociale media, ze kunnen niet overleven zonder reclame-inkomsten. En al die reclame probeert ons aan te zetten tot consumeren. Dat is geen liefdadigheid.

We zitten vast in de logica van consumptiedrang. Maar iedereen weet dat dat onhoudbaar is in een wereld met eindige grondstofvoorraden

Geitenwollensokkeneconomie

We zitten vast in de logica van die consumptiedrang. Maar iedereen weet dat dat onhoudbaar is in een wereld met eindige grondstofvoorraden. Want ook recycleren kent zijn grenzen. Technologische oplossingen zijn alleen maar uitstel van executie, vroeg of laat komen we uit bij consuminderen.

Het is geen toeval dat die term moeilijk ligt. Consuminderen roept de associatie op met een geitenwollensokkeneconomie. We willen dat liever niet horen. We zijn daar niet klaar voor.

Daar schuilt de echte discussie. De echte vraag is niet of we 5, 10 of 20 procent van ons areaal moeten omzetten in natuur. De kwestie is met welk economisch kader we die switch kunnen maken. Met de huidige consumptie-economie zal dat niet lukken. Dat is een moeilijk verhaal voor politici die af en toe verkiezingen moeten winnen. Zij kunnen dat niet alleen. Ze hebben daarvoor de steun nodig van onderzoekers en bedrijven die het pad moeten effenen voor een andere economische logica. Een werkbare economie voor de 21e eeuw. En daar zijn we helaas niet klaar voor.

Maar elke oplossing begint met het stellen van de juiste vragen. Als we het over natuurherstel hebben, kunnen we die vragen niet ontwijken.


Met dit opiniestuk, dat eerder in De Standaard verscheen, wil de auteur een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. De auteur schrijft in eigen naam en is verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. 

De auteur:

Bavo Verwimp is landbouweconoom en runt de bioboerderij De Kijfelaar.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek