nieuws

Chinezen steken Europa voorbij in spurt naar ggo's

nieuws
"China heeft met zijn ggo-programma gewacht tot na de Spelen om kritiek van milieugroepen te vermijden, maar zet vanaf nu alle zeilen bij". Dat zegt Dirk Inzé, de directeur van het departement plantensysteembiologie van het VIB. Inzé is ook lid van de adviesraad van de Chinese Academie voor plantenbiotechnologie. China investeert massaal in ggo's omdat het zijn bevolking zelf van voedsel wil blijven voorzien. Bovendien kampt het land met een groeiend watertekort.
3 september 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:05
Nu de Olympische Spelen voorbij zijn, zetten de Chinezen zwaar in op beter renderende en extra stressbestendige genetisch gemodificeerde planten. "Gezien de miljarden euro's die elk jaar in de Chinese landbouwfaculteiten worden gepompt, dreigt Europa een eiland te worden in de ggo-ontwikkeling", waarschuwt Dirk Inzé, de directeur van het VIB-onderzoeksdepartement planten systeembiologie aan de Universiteit Gent, in De Tijd.

"China heeft met zijn ggo-programma gewacht tot na de Spelen om kritiek van milieugroepen te vermijden, maar zet vanaf nu alle zeilen bij", zegt Dirk Inzé, die ook lid is van de adviesraad van de Chinese Academie voor plantenbiotechnologie. China investeert massaal in ggo's omdat het de ambitie heeft zijn 1,3 miljard inwoners, die welvarender worden en meer vlees eten, zelf van voedsel te voorzien. Bovendien kampt het land met een groeiend watertekort.

Genetisch gewijzigde granen die meer opbrengen of ook in droge gebieden groeien, bieden een oplossing. "China heeft de jongste jaren in grote getalen studenten naar landbouwfaculteiten over de hele wereld gestuurd en roept die nu terug", zegt Inzé. Hij denkt dat China snel succes zal boeken om nieuwe ggo-granen te ontwikkelen. "Ze zetten meer geld en meer mensen daarvoor in dan elk ander land".

Inzé verwacht dat China sneller dan de rest van de wereld nieuwe ggo-gewassen voor commercialisering zal toelaten. In de Verenigde Staten en in Europa duurt de goedkeuringsprocedure minstens zeven tot tien jaar. De Europese Unie heeft door haar negatieve houding tegenover het toelaten of zelfs experimenteren met nieuwe ggo-variëteiten een enorme achterstand opgelopen tegenover de rest van de wereld.

"De klassieke veredeling om betere gewassen te creëren, heeft stilaan zijn hoogtepunt bereikt", zegt Inzé. "In de jaren 80 was nog sprake van een opbrengstverhoging met 2 procent per jaar. In de jaren 90 zwakte dat af tot amper 1 procent en nu is die potentiêle verbetering nog geringer, tenzij in Afrika. Daar staat de landbouw nog decennia achter tegenover de rest van de wereld. Van de 110 miljoen hectare ggo-gewassen die wereldwijd zijn ingezaaid, ligt hooguit 200.000 hectare of nog geen 0,2 procent in de EU. De gevolgen voor de Europese landbouw en ook voor de consument worden stilaan dramatisch".

De Europese Unie verbiedt ook de invoer van heel wat ggo-granen. Zo is de Europese boer verplicht de steeds schaarsere en tot 25 procent duurdere alternatieven te kopen. Omdat Europa een schromelijk tekort heeft aan plantaardige eiwitten voor veevoeder is het verplicht om die in te voeren. Dat gebeurde vroeger vooral vanuit Zuid-Amerika, waar minder ggo-velden waren ingezaaid. Maar in Argentinië en in Brazilië schakelen de meeste boeren nu ook over op ggo-zaden, zodat Europa het steeds moeilijker krijgt.

De prijzen voor veevoeder en zeker voor vlees zijn zo stilaan een kwart duurder geworden dan in de rest van de wereld, schrijft journalist Guy Van Den Broek. Aan elke kilogram vlees is 4 tot 7 kilogram graan voorafgegaan. Bovendien wordt bij de invoer van vlees in de EU niet gecontroleerd of de dieren ggo-voeder gekregen hebben. Dat er een aanzienlijke meeropbrengst is bij het gebruik van ggo-zaden bewijst het groeiende areaal tot 110 miljoen hectare op dit ogenblik. Voor de Verenigde Staten schat Inzé de meeropbrengst voor ggo-maïs alleen al op 8 tot 10 miljard dollar per jaar.

"Die meeropbrengst gaat voor twee derde naar de boer zelf en voor één derde naar het zaadbedrij. De winst van de boer zit zowel in de meeropbrengst als in het uitsparen van insecticiden en herbiciden. Klassieke katoenzaden bijvoorbeeld hebben tien tot twaalf spuitbeurten nodig per oogst en ggo-zaden één tot twee", zegt Dirk Inzé.(KS)

Bron: De Tijd

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek