Boerderijbrouwer start plukweide voor optimaal rendement per hectare
2025 als kantelpuntZijn ouders waren geen landbouwers. Daarom moest Dries Janssens (38) creatief te werk gaan om zelf een landbouwbedrijf op te bouwen. In ruim 15 jaar jaar bouwde hij een vierkantshoeve uit tot een hoevebrouwerij, één van de weinige in Vlaanderen. Met de reststromen van de mouterij en brouwerij mest hij zijn koeien af. Dit jaar voegde hij met een plukweide een nieuwe nevenactiviteit toe aan zijn businessmodel. “Alle activiteiten versterken elkaar.”
In de eindejaarsperiode gaat VILT langs bij een aantal boeren voor wie 2025 geen gewoon kalenderjaar was, maar een kantelpunt. Ontdek in elke nieuwsbrief de beslissing die de koers van hun leven veranderde.
“Zolang het kan, blijven mijn koeien buiten lopen”, vertelt Dries Janssens. We staan met de Vlaams-Brabander op een huiskavel van zijn bedrijf in Tildonk, een deelgemeente van Haacht. Een handvol Holstein-ossen graast van de groenbemester die dit najaar werd ingezaaid na de graanteelt. “In het voorjaar starten we met de verkoop van vleespakketten”, vertelt de boer over zijn plannen.
Zijn agrarische roots gaan terug tot 2009. Op de vierkantshoeve die zijn ouders dertig jaar geleden aankochten, startte hij dat jaar een hoevebrouwerij. Die vernoemde hij naar de hoeve: Hof Ter Dormaal. In 2020 voegde hij er een mouterij aan toe.
Een van de weinige hoevebrouwers in Vlaanderen
Zijn eigen granen verwerkt hij in één van de bedrijfsgebouwen tot mout en in een ander gebouw, een oude opslagloods voor graan, brouwt hij het bier. Het bier wordt niet alleen in de hoevewinkel met terras verkocht, maar vindt ook zijn weg naar lokale bierhandelaars en supermarkten. Zijn mout verkoopt hij eveneens aan andere brouwers.
Doordat zijn ouders niet van boerenafkomst waren, moest hij creatief zijn om een verdienmodel op te bouwen. Door granen van eigen grond in bier te verwerken, creëerde hij meerwaarde en slaagde hij er al snel in een bescheiden inkomen te genereren. Janssens is een van de weinige – zo niet de enige – hoevebrouwers in Vlaanderen.
In de loop der jaren breidde hij zijn areaal uit tot 47 hectare. Een deel van de granen verwerkt hij nog steeds in zijn eigen bieren, maar een ander deel gaat naar de handel. “Van de marges in de graanteelt kun je niet leven als je zo weinig grond ter beschikking hebt”, vertelt hij.
Constante verbreding voor sluitend bedrijfsmodel
In de loop der jaren voegde hij meerdere activiteiten toe aan zijn businessmodel om voldoende inkomen te genereren. Tien jaar geleden startte hij met vleesvee, aanvankelijk met Piedmontese zoogkoeien, maar momenteel schakelt hij over op kalmere Holstein-ossen. Hij koopt stiertjes van veertien dagen oud aan bij melkveehouders en mest deze in twee jaar af tot slachtrijp gewicht.
De dieren worden gevoed met eigen ruwvoer en reststromen uit de bierbrouwerij, draf en moutkiemen. “Hierdoor kunnen we de kosten minimaal houden en werken we bovendien volgens een circulair landbouwmodel”, vertelt de boer. Ondanks de lage kosten hield hij lange tijd weinig over aan de veeteelt. “De prijzen zijn pas sinds een jaar voldoende. Daarvoor verkochten we net boven de productiekost. Voor mij was het eerder een hobby dan een verdienmodel. Ik zie graag koeien”, zegt hij.
Waar zijn Piedmontese runderen via de handel werden afgezet, wil hij het Holsteinvlees in pakketten op de hoeve verkopen. “Voor een klein bedrijf als het onze is afzet in de lange keten geen optie. In de korte keten liggen de marges hoger”, legt hij uit. “Bovendien hebben we door de jaren heen al een cliënteel opgebouwd via onze hoevewinkel met terras.”
Het terras, dat van het voorjaar tot het najaar open is, ligt rond een vijver voor het bedrijf. De laatste jaren ziet hij het (fiets)toerisme in de regio sterk toenemen. “Veel fietsers lassen hier een pauze in op de hoeve”, vertelt de 38-jarige landbouwer, die daarbij ook wordt geassisteerd door zijn vader.
Plukweide voor extra inkomsten en beleving
In zijn voortdurende zoektocht naar een sluitend businessmodel startte hij dit jaar met een plukweide. “Onze dochter kwam thuis met een boeket dat ze samen met vriendinnen op een plukweide had geplukt. Zo is het idee ook bij ons ontstaan. Enerzijds versterkt het de bierverkoop. Het voegt extra beleving toe aan het hoeveterras en lokt hopelijk meer mensen naar hier”, vertelt Janssens.
Anderzijds creëert het ook een extra neveninkomen. “Met snijbloemen haal je een hoger rendement per hectare”, zegt de teler. Ook de constante cashflow is een voordeel. “Bij graanteelten steek je eerst veel geld in de teelt (zaaien, spuiten, enzovoort) voordat je er een eenmalig inkomen uithaalt.”
Een half jaar na de start blikt hij tevreden terug op de bedrijfsverbreding. “De pluktuin was open van augustus tot oktober. We hebben extra inkomsten kunnen genereren en merken bovendien dat er veel interactie is met mensen op het terras. Voor of na het terrasbezoek wandelen bezoekers vaak door de plukweide.”
Mobiele kippenstal als er nog tijd overblijft
Door het succes van de zelfpluktuin is er voor dit jaar een beperkte uitbreiding gepland. Beperkt, omdat het ook zeer arbeidsintensief is. “Vooral het schoffelen en het schoonhouden vraagt veel werk”, vertelt de ondernemer.
Naast de verkoop van vleespakketten en de uitbreiding van de plukweide plant hij ook een verplaatsing van de hopgaard. “Die wil ik dichter bij het terras brengen, zodat er nog meer beleving is.”
Voor de verdere toekomst overweegt hij te investeren in een mobiele kippenstal om eieren in de korte keten te verkopen. “Maar eerst moet ik zien of daar nog tijd voor overschiet”, besluit hij met een glimlach.