Belgisch klimaatrapport is onvoldoende voor Europa

Het Belgische klimaat- en energieplan gaat zwaar onder de Europese lat. De Europese Commissie noemt de onsamenhangende plannen van de regio’s en het federale niveau voor CO ₂ -uitstoot en hernieuwbare energie ‘onvoldoende ambitieus’. Op vlak van landbouw heeft de Commissie weinig opmerkingen.

15 oktober 2020  – Laatst bijgewerkt om 15 oktober 2020 16:24
Lees meer over:

De Europese Commissie publiceerde haar evaluatie van de eerste nationale klimaat- en energieplannen van alle lidstaten voor 2021-2030. Die helpen de lidstaten om een strategie voor het klimaat- en energiebeleid voor de komende tien jaar uit te stippelen. Ze zijn nodig om Europa op weg te zetten naar een klimaatneutrale status in 2050 en om de doelstelling voor 2030 te halen.

De klimaat- en energieplannen van de 27 lidstaten die eind vorig jaar ingediend werden, zijn nog gebaseerd op de ‘oude’ Europese doelstelling voor 2030: 40 procent minder uitstoot. De Europese Commissie stelde intussen voor de uitstootvermindering op te trekken tot 55 procent tegen 2030. Het Europees Parlement wil zelfs nog verder gaan, daar werd een uitstootvermindering van 60 procent goedgekeurd.

Het Belgische plan voor 2030 schiet tekort op alle belangrijke punten. Een verwijt aan het begin van het rapport zet de toon: het Belgische rapport is ‘moeilijk te analyseren’ en telt gewoon de plannen van de verschillende entiteiten op zonder coherentie. Op de belangrijkste drie doelen (CO ₂ -uitstoot, het aandeel hernieuwbare energie en energie-efficiëntie) scoort het Belgische rapport een zware onvoldoende. Om de CO ₂ -uitstoot over tien jaar met 35 procent te verminderen, moet een kloof van 23 procentpunten overbrugd worden.

Om het tij te keren, vragen we de regio’s en het federale niveau snel werk te maken van investeringen, vaart te zetten achter de renovatie van woningen en steun te geven aan duurzaam transport

Europese Commissie

“Om het tij te keren, vragen we de regio’s en het federale niveau snel werk te maken van investeringen, vaart te zetten achter de renovatie van woningen en steun te geven aan duurzaam transport”, aldus de Europese Commissie. Voor gebouwen betekent dat ook een vereenvoudiging van de procedure voor het verkrijgen van een bouwvergunning en voldoende opleidingsmogelijkheden voor groene verbouwingen. Voor transport hamert de Commissie op de aanpak van de oude pijnpunten: werk maken van voldoende laadstations voor elektrische wagens, het geleidelijk wegwerken van het fiscaal voordeel voor bedrijfswagens en een aanmaning voor rekeningrijden of een wegenvignet.

Wat betreft hernieuwbare energie belooft België een aandeel van 17,5 procent in het verbruik in 2030. “Niet ambitieus en ver onder het indicatieve doel van 25 procent dat de Commissie berekende”, klinkt het. “Het gebruik van hernieuwbare energie voor verwarming en koeling van gebouwen is met nauwelijks één procent stijging per jaar ondermaats.”

Op het vlak van landbouw zijn er weinig opmerkingen. Ons land wil de uitstoot van de sector met 20 procent doen dalen tegen 2030 (referentiejaar: 2005). De maatregelen zijn vooral gericht op de Vlaamse veehouderij. Verder wil België inzetten op hernieuwbare energie, geproduceerd op de landbouwbedrijven, het gebruik van biomassa aanmoedigen en het gebruik van warmtepompen, zonneboilers en biobrandstoffen promoten. Ons klimaatplan vermeldt ook het planten van bos en ‘agroforestry’, maar daar heeft de Europese Commissie toch wat bedenkingen bij. “Er is een beperkt potentieel voor herbebossing”, klinkt het.

“Het beheer van weilanden, bossen en natuurlijke en semi-natuurlijke wetlands zou gerichter moeten gebeuren.”

De regering-De Croo schaarde zich intussen wel achter een verhoogde uitstootvermindering van 55 procent in 2030. Ze belooft ook het klimaat- en energieplan aan te passen en plant een verdubbeling van de capaciteit van windenenergie op zee in tien jaar tijd.


KMI waarschuwt voor temperatuurstijging van 5 graden tegen 2100

Tegen 2100 zou de gemiddelde temperatuur in ons land kunnen stijgen met 5 graden Celsius, als er niet ingegrepen wordt in de wereldwijde broeikasgasuitstoot. Dat blijkt uit het nieuwe Klimaatrapport van het KMI, dat nog een stuk pessimistischer oogt dan het vorige van vijf jaar geleden. In dat scenario zouden ook extreme weerfenomenen toenemen, zoals meer en intensere hittegolven (een verdrievoudiging in een stedelijke omgeving zoals Brussel), meer dagen met zware neerslag en meer droogteperiodes.

Het KMI stelt in zijn rapport verschillende toekomstscenario's voor, maar houdt wel degelijk rekening met het meest pessimistische, klinkt het. "De globale uitstoot van broeikasgassen ligt vandaag de dag immers het dichtste bij het meest pessimistische scenario", legt klimaatwetenschapper Alex Dewalque van het KMI uit.

De klimaatverandering was ook de afgelopen jaren al te zien in België, zo blijkt nog uit het rapport. Tussen het midden van de 19de eeuw en de laatste drie decennia is een gemiddelde opwarming van 1,9 graden Celsius waargenomen op landelijk niveau, en zelfs +2,1 graden in Ukkel.

De temperatuurstijging verliep echter niet gelijkmatig. De zes warmste jaren werden allemaal waargenomen na 2005. De opwarming was groter in de winter, terwijl er in de zomer meer hittegolven werden waargenomen. Sinds 2015 was er minstens één hittegolf per jaar. Ze duren ook langer (+2 dagen per decennium) en zijn intenser (+1 graad/dag per decennium).

Voor wat de neerslag betreft, stelde het KMI voor het hele land een toename vast van gemiddeld 15 procent tussen het midden van de negentiende eeuw en de laatste drie decennia. Voor Ukkel gaat het om een toename met 9 procent. Sinds 1981 worden de lentes droger, zeker sinds de jaren 1990, terwijl het aantal zomerdagen met hevige neerslag (minstens 20 mm) stijgt. De duur en intensiteit van de droge lentes neemt de jongste dertig jaar toe met 1,5 dagen per decennium.

Bron: De Tijd / Eigen verslaggeving / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek