Belgen kopen graag Belgisch, maar liefst goedkoop

Er is een merkbaar verschil tussen de producten die Belgen als kwaliteitsvol zien, en de producten die ze effectief kopen. Uit de consumentenbevraging afgenomen door Fevia in 2020, leerde de federatie dat de consument zich zeer vaak louter laat leiden door de prijs van een product. Nochtans geven enquêtes wel aan dat men de gezondheid, duurzaamheid en herkomst van een voedingsproduct belangrijk vindt. Deze criteria komen vaak op de tweede plaats. Fevia pleit dan ook om onze Belgische voeding en dranken meer naar waarde te schatten.

Uit de bevraging blijkt alleszins wel een bewustzijn aanwezig te zijn over onze voedingskwaliteit. Naast de kwaliteitsoverwegingen, geven veel Belgen aan Belgische producten te kopen omdat ze de lokale economie willen ondersteunen. Voor 72,3 procent is dat een voorname beweegreden.

De producten waarbij ons nationaal vakmanschap het meest wordt gewaardeerd, vallen te voorspellen. Bier en chocolade scoren hoog. Maar ook Belgische groenten en fruit, vlees en brood en gebak worden gewaardeerd. De consument beschouwt deze als ‘lokaal geteelde of geproduceerde’ producten. Ook onze bieren, zuivel en chocoladeproducten komen op de vierde, vijfde en zesde plaats, gevolgd door een resem andere producten. Bij junkfood zoals chips en frisdrank, of bereide maaltijden, lijkt men het minste waarde te hechten aan een Belgisch etiket.

Wie de wenkbrauwen fronst bij producten zoals ‘Belgische koffie’, moet weten dat Belgische producten niet per se hoeven te bestaan uit grondstoffen die op Belgische bodem geteeld zijn. 'Belgisch’ slaat bij Fevia ruimer op alle producten die in België worden gemaakt, zelfs met uitheemse grondstoffen. “Denk maar aan onze heerlijke Belgische chocolade: niet de ingrediënten, maar de typisch Belgische knowhow maakt het verschil”, communiceert Fevia. Volgens de federatie maakt net die expertise het verschil.

61,5 procent vindt Belgische producten van hogere kwaliteit en 56 procent vindt dat ze een betere smaak hebben. Ook milieuoverwegingen en de strengere normen rond voedselveiligheid spelen een rol.

Fevia pleit er echter niet voor om alle import van voeding stil te leggen. “Het feit dat sommige ingrediënten worden geïmporteerd, doet op zich geen afbreuk aan het duurzame karakter van onze voedingsproductie”, klinkt het. “Voor het klimaat is het namelijk beter dat we voedsel enkel daar verbouwen waar dat het efficiëntst kan. Door gewassen te telen waar de bodem en het klimaat er van nature geschikt voor zijn, en waar we zo zuinig mogelijk kunnen omgaan met natuurlijke hulpbronnen.”

Vrachtschepen en camions brengen natuurlijk wel wat uitstoot met zich mee, maar die is beperkter dan wordt gedacht. Transport telt slechts voor zes procent mee in de totale CO2-uitstoot van voedingsproductie.