Aardappelopbrengst ondermaats in proefrooiingen PCA

nieuws
De aardappelen halen voorlopig geen topopbrengsten. De loofgroei werd getemperd door het koude voorjaar en de aanhoudende droogte. In proefrooiingen van het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) ligt de opbrengst van vroege rassen ver onder het gemiddelde. Ook de bewaaraardappelen blijven achter qua tonnage en sortering.
3 augustus 2010  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:12
Lees meer over:

De aardappelen halen voorlopig geen topopbrengsten. De anders zo weelderige loofgroei van aardappelen in de maanden juni en juli, werd dit jaar getemperd door het koude voorjaar en de aanhoudende droogte. In proefrooiingen ligt de opbrengst van vroege rassen ver onder het gemiddelde. Ook de bewaaraardappelen blijven in de eerste rooiingen achter qua tonnage en sortering.

Het Interprovinciaal Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA), met afdelingen in Beitem en Kruishoutem, doet op een aantal referentiepercelen in Vlaanderen proefrooiingen. Daaruit blijkt dat de opbrengsten van vroege aardappelen variëren van 24 tot 38 ton per ha, naargelang er al dan niet beregend werd. Een ras als Première blijft gemiddeld 10 ton onder de normale hectareopbrengst.

De halfvroege rassen lijken het iets beter te zullen doen. Met 100 groeidagen achter de rug werd voor het ras Anosta een gemiddelde opbrengst genoteerd van 39 ton per ha. Vorig jaar was dat 43 ton per ha na een vergelijkbaar aantal groeidagen. Het aandeel grove aardappelen ligt alleszins duidelijk lager. De culinaire kwaliteit van de vroege rassen is wel goed. Zowel de smaak na koken als de frietkleur zijn optimaal.

Voor de bewaaraardappelen moet de opbrengst en de kwaliteit nog afgewacht worden. Op 26 juli bedroeg de gemiddelde opbrengst van 31 referentiepercelen in België 23 ton per ha. Dit is 8,5 ton per ha minder dan het vijfjarig gemiddelde na evenveel groeidagen. Ook de sortering van de aardappelen blijft achter op voorgaande jaren. Amper 17 procent van het gewicht behoort tot de grootste maat +50mm. De reden voor deze fijne sortering ligt bij het hoger knolaantal per struik en het optreden van doorwas.

"Doorwas doet zich voor wanneer de temperatuur in de aardappelrug te hoog oploopt", verklaart Ilse Eeckhout van het PCA. "De kiemrust wordt doorbroken en bij afkoeling en regen reageert de plant met nieuwe vegetatieve groei. Het gewas herleeft, krijgt nieuw blad en vertoont ondergronds nieuwe scheuten op bestaande knollen. Deze scheuten kunnen uitgroeien tot nieuwe knollen die aan de primaire knollen hangen. Voor de ontwikkeling van deze secundaire knollen zullen later in het seizoen voedingsstoffen worden onttrokken aan de primaire knol. Op die manier ontstaan knollen met een tekort aan zetmeel. Dit zijn glazige knollen of 'drijvers'. In een zoutoplossing komen deze knollen immers bovendrijven, terwijl de goede knollen zinken".

Vooral het ras Bintje is gevoelig voor doorwas. Van de 31 bemonsterde referentiepercelen, was er maar één perceel dat voorlopig geen symptomen van doorwas vertoont. Het fenomeen doet zich dit jaar dus op grote schaal voor. Gemiddeld 24 procent van de knollen (zes knollen per struik) waren doorschoten met een spreiding van 0 tot 75 procent. Het ging vooral om scheuten (8%), popperigheid (3%), kettingen (2%) en secundaire knollen (11%).

"De komende weken zal duidelijk worden hoe de doorwassymptomen zich verder ontwikkelen. Voorlopig blijft de grond relatief droog, wat ongetwijfeld gevolgen heeft voor de snelheid waarmee de symptomen zich ontwikkelen", aldus Eeckhout.

Bron: eigen verslaggeving

In samenwerking met: Ilse Eeckhout, PCA Kruishoutem

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek