"Vermijd koude sanering zeugen- en leghennenhouderij"
nieuwsVanaf 2012 verbiedt de EU de klassieke batterijkooien in de leghennenhouderij en vanaf 2013 verplicht zij groepshuisvesting voor zeugen. Vlaams parlementslid Jos De Meyer (CD&V) vroeg Kris Peeters hoe de omschakeling verloopt, op welke steun de sector kan rekenen en wat de macro-economische impact is. "Begeleidende sociale maatregelen zijn nodig om een koude sanering in de sector te voorkomen", aldus De Meyer.
Op macro-economisch vlak gaat het over een serieus kostenplaatje dat wordt geraamd op zo’n 300 miljoen euro voor de zeugenbedrijven en 126 miljoen euro voor de leghennenhouderij. Vandaar, benadrukt de minister-president, dat in de EU-richtlijnen een overgangstermijn van 11 respectievelijk 12 jaar werd voorzien om deze strengere huisvestingsnormen in te voeren.
De omschakeling naar groepshuisvesting in de zeugenhouderij en volière- en grondhuisvesting in de leghennenhouderij werden opgenomen in de VLIF-regelgeving voor aanvragen vanaf 1 januari 2003. Voor de nieuwbouw of herinrichting van zeugenstallen en legkippenstalen kan momenteel 18 procent investeringssteun bekomen worden. De omschakelingen in de leghennensector naar huisvesting in aangepaste kooien zijn vanaf 10 maart 2006 subsidiabel. Daarvoor geldt thans een investeringssteun van 8 procent.
In de periode 2003 tot 2009 werden 138 dergelijke investeringsprojecten ingediend die specifiek gericht waren op herinrichting. Goed voor 1,723 miljoen euro steun op een investeringsvolume van 8,959 miljoen euro. In dezelfde periode werden ook nog eens 233 dossiers ingediend voor het bouwen van nieuwe zeugen- en leghennenstallen. Hier gaat het om een totaalkost van 54,3 miljoen euro waarvan 13,8 miljoen wordt betoelaagd.
“Het aantal aanvragen om investeringssteun neemt toe nu de einddatum dichterbij komt. De stijging is zeer afgetekend, zeker voor wat betreft de grootteorde van de investeringen”, stelt Peeters vast. Het investeringsbedrag in de leghennensector evolueerde van 4 miljoen euro in 2008, naar 11 miljoen euro in 2009 en bijna 19 miljoen euro (aangemelde) investeringsbedragen in 2010. Waar zeugenhouders in 2008 nog 34 miljoen euro aanmeldden, liep het investeringsbedrag in 2010 op tot 55 miljoen euro.
Uit een recente bevraging van leghennenhouders blijkt volgens de minister-president dat slechts 12 procent zou stoppen. “Toch is er nog 25 procent die twijfelt of zij na 2012 nog leghennen houden en in welke vorm van huisvesting zij dit zouden doen”, zegt Peeters.
Hoeveel zeugenhouders in 2013 zullen kiezen voor een stopzetting van de activiteiten, is momenteel nog onzeker. “Een onderzoek in Nederland lijkt aan te geven dat het realistisch is dat ongeveer 30 procent voor deze optie zou kiezen”, aldus Peeters. Hij kondigt aan dat daar later dit jaar in Vlaanderen een eigen enquête naar wordt uitgevoerd. “Maar de economische situatie in de zeugenhouderij is momenteel wel een pak ongunstiger dan in de legkippensector”, beseft Peeters.
In zijn repliek vroeg Jos De Meyer de minister-president om na te denken over begeleidende sociale maatregelen voor diegenen die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikten maar wel de activiteiten stopzetten omdat zij de noodzakelijke zware investeringen niet meer wensen of kunnen doen. Op deze manier hoopt hij een koude sanering in de sector te voorkomen.