VLD wil flexibilere mestrechten voor kippenboeren

De VLD wil de aandacht vestigen op een probleem dat zich voordoet bij de toekenning van de nutriëntenhaltes in de pluimveesector. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende diercategorieën hoewel dit geen invloed heeft op de mestproductie. Het liberale parlementslid Karlos Callens vraagt aan minister Peeters (CD&V) om dit knelpunt op te nemen in de verdere bespreking ter voorbereiding van MAP3.

Wanneer een pluimveehouder bijvoorbeeld overschakelt van slachtkuikenmoederdieren naar legkippenmoederdieren wordt de vergunning geweigerd of wordt een superheffing aangerekend naar de letter van het decreet. Het knelpunt hierbij is dat de nutriëntenhalte alleen mag aangewend worden voor de in de randvoorwaarden bepaalde diersoort, waarbij 'diersoort' erg eng wordt geïnterpreteerd.

"Deze regeling gaat ten koste van de flexibiliteit en de economische rentabiliteit van de betrokken bedrijven, zonder dat dit een invloed heeft op de mestproductie", aldus Callens. Daarom kaart hij dit probleem aan bij minister Peeters. Een oplossing zou er volgens hem in kunnen bestaan de toegekende nutriëntenhalte van toepassing te maken op een ruimere diercategorie in functie van de flexibiliteit van de stal.

Volgens minister Peeters is de wetgeving heel duidelijk en laat ze geen ruimte voor interpretatie. De VLM interpreteert bijgevolg de diercategorieën niet op een enge manier, maar past de wetgeving correct toe, luidt het.