Steun voor Limburgse hoeve- en streekproducten groeit

In de voorbije vier jaar ging er 1,25 miljoen euro steun uit het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds en het Vlaams programma voor plattelandsontwikkeling (PDPO) naar Limburgse hoeve- en streekproducten. Dat blijkt uit het antwoord van minister-president Kris Peeters op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Els Robeyns (sp.a).

Els Robeyns pleitte onlangs in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement voor initiatieven die duurzame voedselconsumptie ondersteunen. “De zogenaamde ‘korte keten verkoop’, waarbij de consument rechtstreeks bij de landbouwer koopt zonder tussenschakels van de voedingsverwerkende industrie of distributie, is zo’n duurzaam initiatief”, zegt Robeyns. Typische voorbeelden van een rechtstreekse verkoop zijn hoevewinkels en fruitautomaten.

Minister-president Peeters beaamde de meerwaarde van deze korte keten initiatieven en kondigde voor 2011 een heus actieplan aan. In afwachting daarvan informeerde Els Robeyns via een schriftelijke vraag naar de concrete ondersteuning die de Vlaamse overheid voorziet voor de afzet van deze hoeve- en streekproducten.

Er zijn twee instrumenten voor de financiële ondersteuning van hoeve- en streekproducten. Enerzijds is er het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds dat specifieke subsidies voorziet voor het verwerken en commercialiseren van hoeveproducten. Daarnaast wordt de afzet van hoeve- en streekproducten ook door het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) ondersteund.

“Uit het antwoord van de minister blijkt dat er voor de periode 2007-2010 vanuit het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds voor ruim 11 miljoen euro geïnvesteerd werd in 438 goedgekeurde dossiers”, zegt Robeyns. “Als we naar de provinciale verdeling kijken dan zien we dat vooral West-Vlaanderen goed van de ondersteuning gebruik maakt. Op 4 jaar tijd werden 166 dossiers voor hoeve- en streekproducten ingediend, goed voor een subisidiabel investeringsbedrag van in totaal bijna 4,4 miljoen euro.”

Robeyns betreurt dat hoeve- en streekproducenten uit Limburg de voorbije 4 jaar niet vaker gebruik maakten van de VLIF-ondersteuning. Slechts 36 Limburgse dossiers werden goedgekeurd voor een bedrag van 639.000 euro, wat amper 6 procent uitmaakt van de totale som. Uit het antwoord op haar vraag blijkt dat het beperkte aantal erkende verkooppunten hoeveproducten (29 op een totaal van 239) een deel van de verklaring kan zijn. “Er is wel een kentering merkbaar want in 2010 bedraagt de in Limburg uitgekeerde steun al 12 procent van het totaal”, verheugt Robeyns zich.

Het sp.a-parlementslid wijst er nog op dat de projecten rond hoeve- en streekproducten die steun ontvangen vanuit het PDPOII net het omgekeerde beeld laten zien. “Producenten in de provincie Limburg maken hiervan het meest gebruik”, stelt Robeyns vast. Van de 2,4 miljoen euro die van 2007 tot en met 2010 is verdeeld, gaat 26 procent naar Limburg (620.000 euro).