Stap vooruit in opsporen en inperken paratuberculose

nieuws
Paratuberculose is een ongeneeslijke darmontsteking die ongeveer één procent van de Vlaamse rundveestapel treft en voor economische schade zorgt door de verminderde melkopbrengst en slachtwaarde. Het doctoraatsonderzoek van Leen Van Brandt helpt volgens ILVO bij de ontwikkeling van technieken om MAP op te sporen en de verspreiding in te perken.
17 juni 2011  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:00

Paratuberculose is een ongeneeslijke darmontsteking die ongeveer één procent van de Vlaamse rundveestapel treft, doch voor aanzienlijke economische schade zorgt door de verminderde melkopbrengst en slachtwaarde. Er is mogelijk ook een risico voor de volksgezondheid. Het doctoraatsonderzoek van Leen Van Brandt faciliteert volgens ILVO technieken om MAP op te sporen en in te perken.

De boosdoener heet Mycobacterium avium (subspecies paratuberculosis), of kortweg MAP. De pathogene bacterie detecteren, stoot op een aantal problemen. Eerst en vooral ligt de concentratie van MAP-cellen in melk laag. Bovendien groeit de bacterie erg traag. In haar doctoraat heeft Van Brandt getracht om via conventionele cultuurmethoden de detectie van MAP in zuivelproducten te verbeteren. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is het antimicrobieel bestanddeel nisine, een extra component die helpt om MAP beter uit zuivelproducten te isoleren en te bestuderen.

Laboratoriumonderzoek wees uit dat de wettelijke HTST-pasteurisatievoorwaarden mogelijk geen volledige garantie bieden voor de inactivatie van MAP in melk. Van Brandt ging ook na aan welke melk- en colostrumbestanddelen M. paratuberculosis zich bij voorkeur bindt. Vooral de wrongel en de room bleken populaire thuishavens te zijn voor de bacterie, terwijl in de wei veel minder MAP-cellen gevonden werden. Zij besluit daaruit dat menselijke blootstelling aan MAP mogelijk te wijten kan zijn aan de consumptie van kaas, boter en room.

Aangezien de afweerstoffen voornamelijk met wei geassocieerd zijn, is er een mogelijkheid om het besmettingsgevaar bij kalveren te reduceren. De eerste 24 uur na het kalven is colostrum het rijkst aan afweerstoffen en dus essentieel voor de ontwikkeling en overleving van het kalf. Overdracht van MAP via colostrum is echter een belangrijke transmissieroute. Via eenvoudige fractionering kan men immers wei (met de afweerstoffen) ruwweg scheiden van MAP-bevattende fracties als wrongel en room. Zo krijgt men quasi MAP-vrij colostrum dat de kans op een mogelijke aantasting van de veestapel met M. paratuberculosis aanzienlijk doet dalen zonder aantasting van de afweerstoffen.

Tot slot onderzocht Van Brandt welke kans op overleving de bacterie heeft in yoghurt en commerciële gefermenteerde melkproducten met probiotische culturen. MAP bleek moeiteloos overeind te blijven bij enting in yoghurt, waardoor dit zuivelproduct een risico zou kunnen inhouden voor menselijke blootstelling aan de bacterie. Daar tegenover staat dat er indicaties zijn dat commerciële gefermenteerde melkproducten met probiotische culturen een effect hebben op de overleving van geïnoculeerde MAP-cellen. Dit effect van probiotische culturen zou MAP in de darmflora kunnen onderdrukken bij mens en dier, maar op dit terrein is er nog verder onderzoek nodig.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek