"Smaken opnieuw cultiveren in plaats van massaproduct"
nieuwsIn samenwerking met de Belgische Vereniging voor Landbouweconomie organiseerde Landbouwkrediet tijdens Agribex een symposium over de uitdagingen voor de landbouw. Het meest opmerkelijke standpunt werd vertolkt door Geert Noels, mede-oprichter en hoofdeconoom bij Econopolis. “Landbouw hoeft niet altijd ‘groot’ te zijn, maak de switch naar ‘klein’ en bekijk dan welke mogelijkheden er zijn”, aldus Noels.
Landbouw draagt zowel in België als op wereldvlak steeds minder bij tot het bruto binnenlands product, stelt Geert Noels vast. Op wereldvlak draagt landbouw maar goed drie procent meer bij tot de globale economie, terwijl dat in België zelfs maar één procent meer is. “Dat het belang van landbouw relatief gezien achteruit gaat, is deels te wijten aan de sterkere stijging van de toegevoegde waarde die andere sectoren realiseren en voor een stuk aan het enger meten van wat ‘landbouw’ is”, legt hij uit.
“Ondanks de statistische daling mag de land- en tuinbouwsector dus best trots zijn op wat zij in de praktijk produceren”, benadrukt Noels. Hij zet dat kracht bij met een verwijzing naar de analyse die Econopolis uitvoerde op de West-Vlaamse agrovoedingsindustrie. Daaruit blijkt dat één van de belangrijkste economische clusters van de provincie de agrovoedingsindustrie is. “Gelet op de vele agrovoedingsbedrijven in West-Vlaanderen blijkt landbouw de vonk die andere economische activiteiten genereert. Zo vindt bijna de helft van de Europese productie van diepvriesgroenten in ons land plaats”, illustreert de econoom.
Vraag is wat de toekomst voor de land- en tuinbouwsector in petto heeft. “Botsen we op de limieten van onze voedselvoorziening”, vraagt Noels zich af? Een bevolkingsaangroei tegen 2050 met twee miljard mensen vergt een verhoging van de voedselproductie met 50 procent. Aangezien het landbouwareaal de laatste 50 tot 60 jaar geen groei meer kende, vergroot dat de uitdaging nog. “Waar in 1950 nog 0,5 hectare beschikbaar was per persoon, is dat inmiddels gedaald naar iets meer dan 0,2 hectare.” In China is de druk op vruchtbare landbouwgrond nog groter: het land telt ruim een vijfde van de wereldbevolking en minder dan een tiende van het globale landbouwareaal.
Het voedselvraagstuk wordt nog prangender door de wijziging van het voedingspatroon in groeilanden (de vleesconsumptie stijgt), de klimaatverandering, schaarste aan water en het inkomen van de landbouwers/voedselproducenten dat verdampt door stijgende energiekosten en grotere uitgaven voor kunstmest, zaaigoed en gewasbeschermingsmiddelen. Met de woorden “slow, green and unique” introduceert Noels een apart antwoord op het voedselvraagstuk. “Landbouw hoeft niet altijd ‘groot’ te zijn, maak de switch naar ‘klein’ en bekijk dan welke mogelijkheden er zijn”, begint Noels.
Die denkoefening resulteert in een Belgische landbouw die focust op kwaliteit, smaak, cultuur en de voordelen van lokale en biologische productie om de strijd tegen massaproductie niet te verliezen. Over het Europees landbouwbeleid wordt vandaag niet gesproken zonder het over ‘sustainability’ te hebben. “Duurzaamheid betekent ook kleine projecten mogelijk en betaalbaar maken”, meent de econoom. “Het gaat niet alleen over zoveel mogelijk produceren, maar ook om smaak en cultuur met voeding verbinden.”
Inspelen op smaak en nabijheid van productie, schept kansen voor de Belgische landbouw, denkt Noels. We willen bijvoorbeeld weten van welke château een wijn afkomstig is en willen daar extra voor betalen. Dat moet volgens hem ook kunnen voor voeding. Hij verwijst naar de ‘slow food’-beweging om aan te tonen dat België smaken opnieuw zal moeten ‘cultiveren’ om de strijd tegen uniforme massaproductie niet te verliezen. De voordelen van bio ten opzichte van gangbaar scheppen volgens Noels extra kansen om de aandacht te verschuiven naar de kwaliteit van voedingsmiddelen.