Sector niet unaniem voorstander van diermeel in veevoer
nieuwsDe Europese sectororganisaties voor de landbouw, de vleeshandel, de vleesverwerkende industrie en de verwerkers van dierlijke bijproducten drukken in een brief aan EU-commissaris John Dalli hun steun uit voor het voorstel van de Europese Commissie om diermeel opnieuw toe te laten in veevoeder. De Europese mengvoederfederatie is geen voorstander en ondertekende de brief daarom niet.
Zowel de Europese Commissie als het Europees Parlement zijn gewonnen voor het opnieuw toelaten van diermeel in veevoeder voor niet-herkauwers zoals varkens en pluimvee. Dit kan op bijval rekenen bij de sectororganisaties CLITRAVI, Copa-Cogeca, EFPRA en UECBV. Zij geloven dat de (her)introductie van dierlijke eiwitten in veevoeder een oplossing kan betekenen voor het tekort aan plantaardig eiwit waar de Europese veehouderij mee kampt.
Zij willen de nodige maatregelen treffen om mee te bewerkstelligen dat diermeel enkel in het veevoeder voor niet-herkauwers terecht komt en het diermeel van de verschillende diersoorten gescheiden blijft in het voeder. De sectororganisaties waarschuwen wel voor het te strikt handhaven via een nultolerantie, wat volgens hen onnodig is gelet op het advies van de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA.
Opvallend is dat de brief niet mee ondertekend wordt door FEFAC, de Europese mengvoederfederatie. Dat komt omdat de organisatie praktische bezwaren heeft tegen het toelaten van diermeel in veevoeder en ook bezorgd is om het consumentenvertrouwen. Vooral het gebrek aan afdoende controlemethoden en onduidelijkheden in de wetgeving doen FEFAC weigerachtig staan tegenover het voorstel.
Bovendien zou het merendeel van de veevoederfabrikanten in de EU er niet in slagen om op een economisch rendabele manier de voederproductielijnen voor de verschillende diersoorten volledig te scheiden, aldus FEFAC. In visvoeder zou diermeel eenvoudiger toegepast kunnen worden. De Europese sectororganisatie zit daarmee op een andere golflengte dan BEMEFA, de Belgische beroepsvereniging van mengvoederfabrikanten.
BEMEFA verdedigt namelijk het standpunt dat waardevolle bijproducten uit de voedingsindustrie moeten gevaloriseerd worden voor hun nutritionele waarde en bijgevolg maximal aangewend moeten worden in veevoeding. Daar zijn wat BEMEFA betreft drie voorwaarden aan verbonden: voedselveiligheid, goede analysemethoden en traceerbaarheid.
Net zoals zijn Europese evenknie is ook BEMEFA zich ervan bewust dat de meeste productie-eenheden in de mengvoederindustrie multi-functioneel zijn. Dit wil zeggen dat er één menglijn is voor de productie van voeders voor zowel rundvee, varkens als pluimvee. “Er moeten dus toleranties vastgelegd worden door de wetgever die werkbaar zijn”, luidt het. Tegelijk ziet de organisatie nog andere obstakels zoals de perceptie van de consument en de houding van de grootdistributie die het gebruik van dierlijke eiwitten momenteel uitsluit in al haar lastenboeken.