"Ruimingsvergoeding voor vee bij paratbc niet haalbaar"
nieuwsMelkveehouders kunnen zich vrijwillig inschrijven voor het bestrijdingsprogramma paratuberculose. Het Sanitair Fonds komt tussen in de analysekosten, maar de ruimingskosten na een positieve test moeten volledig door de landbouwer gedragen worden. Volksvertegenwoordiger Nathalie Muylle pleit voor een opruimingsvergoeding voor besmette dieren, maar landbouwminsiter Sabine Laruelle acht dit financieel niet haalbaar.
De analysekosten draagt de landbouwer deels zelf en voor het resterende bedrag komt het Sanitair Fonds tussen. Andere kosten, bijvoorbeeld eventuele ruiming na een positieve test, worden door de veehouder gedragen. Volksvertegenwoordiger Nathalie Muylle (CD&V) vroeg aan federaal minister van Landbouw Sabine Laruelle hoe de deelname aan het bestrijdingsprogramma verhoogd kan worden en of er geen extra financiële tegemoetkoming kan komen voor de besmette bedrijven.
De minister antwoordde dat de deelnemingsgraad van Belgische melkveebedrijven op het einde van de vierde campagne (september 2010) 15,3 procent bedroeg. In Vlaanderen is dit 20,4 procent en in Wallonië 8,3 procent. In 2007 was dit respectievelijk 12,7 en 3,3 procent. “Ondanks de vrij lage deelname, is toch een stijging merkbaar”, verklaarde Laruelle. Zij wijt dit aan het budget voor de financiering van het programma dat onlangs werd opgetrokken en de extra veearts die werd aangeworven om het programma beter te begeleiden en bekend te maken.
Onder meer de economische crisis heeft volgens Laruelle melkveehouders ervan weerhouden om in het systeem te stappen. Bovendien kreeg de bestrijding van blauwtong sinds 2006-2007 prioriteit vanuit het Fonds. “Een directe tussenkomst vanuit het Sanitair Fonds voor het slachten van positieve dieren zou een efficiënte maatregel kunnen zijn om de bestrijding te versnellen”, erkende Laruelle.
Het Sanitair Fonds kan hierin momenteel niet tussenkomen omdat paratuberculose niet is opgenomen in de lijst van ziekten die vallen onder de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en er geen wettelijk kader is dat vergoeding mogelijk zou maken voor bedrijven die moeten overgaan tot het slachten van positieve dieren.
“Zonder deze specifieke wetgeving kan het Fonds enkel tussenkomen in de medefinanciering van analysekosten in het kader van een goedgekeurd programma, zoals momenteel het geval is”, aldus de federale landbouwminister. Op 42 procent van de deelnemende bedrijven is minstens één positief dier aanwezig. “Door deze hoge besmettingsgraad is het toekennen van opruimingsvergoedingen ten laste van het Fonds niet realistisch”, stelt Laruelle.