Oost-Vlaanderen wil erosie bestrijden met kenniscirkels

Het Steunpunt Erosie, dat vijf jaar geleden in de steigers gezet werd door het Oost-Vlaamse provinciebestuur, gaat kenniscirkels uitbouwen om het erosieprobleem in de Vlaamse Ardennen op een efficiëntere manier te kunnen aanpakken. Het project wil uitgebreide netwerkvorming en samenwerking tussen landbouwers stimuleren.
15 januari 2010  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:53
Lees meer over:

Het Steunpunt Erosie, dat vijf jaar geleden in de steigers gezet werd door het Oost-Vlaamse provinciebestuur, gaat kenniscirkels uitbouwen om het erosieprobleem in de Vlaamse Ardennen op een efficiëntere manier te kunnen aanpakken. Het project wil uitgebreide netwerkvorming en samenwerking tussen landbouwers stimuleren.

Als gevolg van erosie op landbouwpercelen wordt jaarlijks naar schatting 73.000 ton droge stof aangevoerd in het Bovenscheldebekken. In het Denderbekken zou het gaan om 49.000 ton droge stof. "Dat is samen meer dan 120.000 ton vruchtbare bodem die wegspoelt en nadien door bagger- en ruimingswerken weer uit de rivieren verwijderd moet worden", schetst Tim Van Gheem van de Oost-Vlaamse landbouwdienst de problematiek.

De voorbije jaren werden reeds meerdere initiatieven gelanceerd om de erosie aan te pakken. Of het nieuwe project dan wel toegevoegde waarde heeft? "Er zal een totaal andere methodiek toegepast worden", vertelt Van Gheem. "In kenniscirkels kunnen lokale boeren werken op basis van ervaringen uit het veld. Tot hiertoe werden ze steeds geconfronteerd met maatregelen die hen van bovenaf werden opgelegd".

In een eerste fase zullen een 150-tal landbouwers bevraagd worden. Op basis van de enquêteresultaten wil het Steunpunt Erosie de landbouwers helpen met het vormen van lokale en thematische kenniscirkels. Dat zal gebeuren binnen het Leadergebied Vlaamse Ardennen, dat in het zuiden van Oost-Vlaanderen achttien gemeenten omspant. Binnen het steunpunt zijn op dit ogenblik vijf erosiedeskundigen tewerkgesteld.

"Binnen maar ook tussen kenniscirkels kunnen praktische ideeën rijpen of nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan", hoopt Van Gheem. "Men kan er afspraken maken over de aanleg van bufferstroken en grasgangen, de uitvoering van herstel- en onderhoudswerken zoals maaien en slibruimen of de uitwisseling van machines voor minimale bodembewerking. Men kan ook nadenken over de manier waarop via de huidige beleidsinstrumenten kan gezorgd worden voor een billijke verloning voor deze activiteiten".

Van Gheem rekent erop dat de kenniscirkels, die gebaseerd zullen zijn op vrijwillige samenwerking, zullen uitgroeien tot "een belangrijke pijler voor een betere en meer lokaal gedragen aanpak van de erosie" in de Vlaamse Ardennen.  "Samenwerken rond erosiebestrijding en duurzaam bodembeheer loont, niet alleen voor de gemeenschap, maar ook voor de landbouwers. De opbrengsten van teelten en de diergezondheid houden rechtstreeks verband met de bodemkwaliteit", luidt het.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek