"Ooit was er meer fruit in Oost- en West-Vlaanderen"
nieuwsVroeger had je over heel België fruit. "Je kan overal fruit telen, als je de grond maar water geeft", zegt Willy Vandormael van het Fruitstreekmuseum. "Ook in zandgrond als je echt zou willen. Zelfs zonder grond als het moet. 150 jaar geleden was er meer fruit in Henegouwen, het Land van Herve en in Oost- en West-Vlaanderen. Maar dat is veranderd in 1936, met de opkomst van de laagstam. De drie grote fruitveilingen in de streek hebben ook een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de fruitsector".
Minder bekend is dat de handel in fruit een belangrijke stimulans gekend heeft door de aanleg van spoorwegen. In 1879 werd een spoorlijn aangelegd in Borgloon en daarmee werden heel wat Keuleman-appels verkocht in het Ruhrgebied. De Keuleman was de Jonagold van indertijd. Die kon je in de grond bewaren zonder te rotten. Behalve appels naar Duitsland werden ook veel kersen aan de Britten verkocht. Tot aan de grote beurscrash van 1929, toen was het gedaan.
In 1944 telde Limburg nog 15.000 hectare hoogstambomen, in 1976 was dat nog amper 2.100 hectare en sindsdien is er niet meer geteld. "Ik schat dat we nu op 500 à 1.000 hectare zitten. Maar de laatste jaren is er gelukkig veel bijgeplant: alles samen meer dan 80 hectare", vertelt Ludo Royen, voorzitter van de Nationale Boomgaardenstichting. "In de tijd van de ruilverkavelingen kregen de boeren 7,5 euro van Europa om een boom te rooien, nu krijgen ze van datzelfde Europa centen om hoogstambomen te planten".
De redenen waarom gespecialiseerde fruittelers haast uitsluitend gebruik maken van laagstam zijn evident. "Van hoogstam kun je 100 bomen op een hectare zetten, van laagstam 2.000 tot 2.500", weet Boerenbond-medewerker Luc Vanoirbeek. "Bovendien is zo'n lage boom handiger, zowel om te plukken als om te snoeien en te behandelen". Om de productie op te drijven en over een langere periode te spreiden, gebruiken veel aardbeitelers in Limburg plastic kappen. "Slecht voor het landschap", vindt geografe Sofie Van der Borght. "Telers vervroegen en verlengen de teelt want op die momenten krijgen ze meer geld", merkt Vanoirbeek op.
Intussen zit niet alleen de Conférence maar ook het kleinfruit in de lift. Moeten de fruittelers massaal omschakelen? "Als iedereen met bessen en frambozen begint, zullen de prijzen in elkaar stuiken. We raden fruittelers af om zomaar op een andere teelt om te schakelen", aldus Vanoirbeek. "Maar het is waar dat de technieken voor het houtig kleinfruit elk jaar beter worden, daarvoor hebben we veel te danken aan de Proeftuin van Tongeren. Tot hiertoe werden in de streek geen bessen geteeld voor de industrie, maar dat zou wel eens kunnen veranderen. In het Hageland heeft een teler alvast 30 hectare aangeplant om machinaal te oogsten. Die bessen gaan naar een fabriek".